728x90 MM

Stottermuziek

Wij vertrouwen geen mensen die de referentie Fennesz achteloos citeren. Fennesz is een naam die men niet ijdel gebruikt, Tim Hecker, Pimmon en Ryjo Ikeda passen ook in dit rijtje thuis en sinds kort hebben we er Machinefabriek aan toegevoegd. Ik beken, ietwat vroeg om iemand in de ‘Galerij Der Groten’ binnen te loodsen, maar de zilveren schijfjes die ons laatst te beurt vielen kleven nog steeds aan deze eeuwig gekwelde ziel. Het heeft alles met de charme, het vakmanschap en overweldigende, haast stuitende naïeve eerlijkheid van Rutger Zuydervelt te maken. Eindeloos heb ik door ‘Stottermuziek’ gestruind, tot ik ben blijven zitten en het zag, aanhoorde en wie weet, begreep. Een kleine 3” cd, verpakt in een ouderwets stukje behangpapier en gezegend met een fijn woord. ‘Stottermuziek’, het smelt als een brok chocolade in de mond. Twintig eerlijke minuten muziek. Donker, maar voorzien van een streepje lichtinval. Hypnotiserend, maar evengoed aards en doorkruist door de het fluwelen vioolspel van Marjolein Selen. Hard en Spartaans repetitief, nu pas lees ik dat het nummer ‘Donderwolk’ heet. Toeval is een illusie in de wereld van Zuydervelt. Alles heeft zijn plaats, zijn functie of soms ook niet, maar dan hoort het zo en net dat weet hij, beter dan wie ook. Er is altijd regen op komst bij Machinefabriek, maar de zon loert om de hoek. Klaar om in volle pracht open te breken. Ironisch genoeg hoor ik in ‘Onweer’ het zonlicht doorschemeren. Iemand voorspelde laatst de Apocalyps. Niemand vlucht want het wachten is heerlijk. Ook het kleinood ‘Carps’, een stukje muziek van Mariska Baars is na de bewerking van Zuydervelt helemaal Machinefabriek. Voor ‘Allengskens’, een liveregistratie in de Oude Kerk in Amsterdam gaat hij aan de slag met gitaar en creëert hij een ongekuiste loop die we vaag ooit eens hoorden bij Jean-Marc Vivenza, schier onbekend en een verborgen parel in het archief waar ik maar geen orde in schijn te krijgen. Maar toch anders, vooral anders. Machinefabriek is sterk genoeg om op eigen benen te staan. Een keurmerk dat geen enkele behoefte aan uitleg meer verlangt.

List

In 2001 tekende Senking op Karaoke Kalk met ‘Silencer’ voor één van de meest onderscheidende elektronicareleases van dat jaar. En zes jaar later doet hij dat opnieuw. Vanaf 1999 vond Jens Massel (die ook muzikaal actief is als Kandis, Fumble en Poto & Cabengo) echter onderdak bij Raster-Noton en wordt hij samen met Alva Noto, Coh of Ryoji Ikeda ambassadeur van het gerenommeerde Duitse minimallabel. ‘List’ is de vierde cd op rij voor Raster-Noton na ‘Trial’, ‘Forge’ en het licht tegenvallende ‘Tap’. Die laatste dateert ondertussen van 2003 en sindsdien heeft Massel zijn tijd genomen om ‘List’ te produceren. En zich te revancheren. Zowat in alles wijkt ‘List’ af van de afgetekende minimale, haast academische esthetica die Raster-Noton gewoonlijk aanhangt. De verpakking op dvd-formaat is verrassend kleurrijk; het artwork is zelfs behoorlijk organisch te noemen. Atypisch is ook het uitgesproken analoge karakter en de ruimtelijkheid van de sound, het veelvuldig gebruik van strategisch geplaatste spoken word samples en de unheimliche film noir atmosfeer. Opener ‘Common Business’ bijvoorbeeld evoceert door zijn brommende bassen en distortion de jaren 1980 en de dreigende sfeer die (cult)regisseurs als John Carpenter (‘Assault On Precinct 13’) destijds wisten op te roepen in/met hun films. Daarmee onderscheidt Senking zich met bravoure van de steriele, gezichtsloze computermuziek van zijn labelgenoten en weet hij opnieuw bloed te pompen in een comateus genre.
Dat is helaas niet het geval met Vladislav Delays zesde album. ‘Whistleblower’ is namelijk symptomatisch voor die stilistische bloedarmoede. Met ‘Multila’ en ‘Entain’, waarop elektronica en dub op een nauwelijks eerder gehoorde wijze aan elkaar gesoldeerd werden, op respectievelijk Chain Reaction en Mille Plateau schreef de Fin Sasu Ripatti in 2000 elektronicageschiedenis, maar die dagen zijn schijnbaar definitief voorbij. ‘WhistleBlower’ komt immers niet verder dan het opeenstapelen van chichés en herhalingsoefeningen. Meer kostbare inkt willen we hier dan ook niet aan kwijt.
Hecq –de Duitser Benny Boysen- levert met de dubbelcd ‘0000’ een prima staaltje onderhoudende elektronica af, maar kan geen seconde wegsteken dat hij tot in zijn DNA is beïnvloed door (het vroegste werk van) Autechre en Aphex Twin. (Maar wie kan dat in het IDMmilieu anno 2007 nog wel op een geloofwaardige manier ontkennen?) In tegenstelling tot zijn vorige, ‘Bad Karma’ uit 2005, laat hij ditmaal zijn melodieuze en intrigerende soundscapes niet wegdrukken door de nerveuze mix van beats en percussie. Een verstandige beslissing die ‘0000’ niet automatisch naar de uitverkoopbakken katapulteert. Als toemaatje is er nog een extra cd met negen grotendeels overbodige remixen van onder meer Mad ep, Nebulo, Newt en Ginormous. We onthouden hiervan enkel de prima bewerking door Snog, niet in het minst omwille van David Thrussells markante stem.

Rhythm

Wie onze levenswandel volgt – u hebt zeeën van tijd en u hebt echt niets anders te doen – weet dat we devote fans van het Duitse Raster-Noton zijn. Het label verrichtte baanbrekend veldwerk op het terrein van de mathematische elektronica. Hun ongekende obsessie voor zuiverheid (we hebben ooit de Berlijnse flat van Bretschneider bezocht die meer op een operatiezaal leek dan op een woonkamer), onderkoelde ritmes en digitale tonen leverden een degelijk en boeiend oeuvre op. Vooral stichter en bezieler Carsten Nicolai drukte met een reeks boeken, platen en installaties zijn stempel door en wist zijn theorieën goed te onderbouwen. De twee nieuwe releases – nieuw werk van Bretschneider solo en Signal, het gezamenlijke project van Nicolai, Bretschneider en labelmanager Olaf Bender – op het label wijzen helaas op een vorm van bloedarmoede. Voorspelbaar en haast onvermijdelijk, want wie zijn hele oeuvre rond een strikte theorie ophangt, komt ooit op het punt dat men in cirkels begint rond te draaien. Echte fans van het label zullen niet ontgoocheld zijn, de formule wordt opnieuw volledig ingekleurd en blijft goed overeind, maar wie slechts occasioneel het label in de armen sluit, kan zich beter het solowerk van Nicolai (Alva Noto) of de ongrijpbare Ryoji Ikeda aanschaffen. Kwaliteit gegarandeerd.

Spare Parts

Naar nieuw werk van Pomassl wordt reikhalzend uitgekeken. De Oostenrijker verdiende in het begin van de jaren 1990 zijn sporen als labelmanager van het technolabel Laton, maar verwierf vooral naam met de minimal technoplaten die hij op het Weense Sabotage/Craft uitbracht. Het was die voorgeschiedenis die Pomassl uitstekend van pas kwam toen hij aansluiting zocht bij de experimentele elektronicascene. De plaat ‘Trail Error’, waarop Pomassl als één van de eersten met lage en hoge tonen werkt, wordt algemeen als een standaardwerk in het genre beschouwd. Niet toevallig wordt de muzikant uit Wenen vaak in dezelfde hoek geplaatst als de Japanner Ryoji Ikeda. Voor zijn nieuwe plaat gooit Pomassl het over een andere boeg en ging hij aan de slag met generatoren en synthesizers uit het Sovjettijdperk. Daarnaast gebruikte hij ook een aantal elektronische instrumenten die hijzelf in elkaar stak. Op zich is ‘Spare Parts’ een verdienstelijke zoektocht naar de vele mogelijkheden van deze instrumenten en bestrijkt Pomassl het volledige palet – nu eens erg minimal en basic, op een ander moment duikt een muur van elektronica op – maar toch vinden we ‘Spare Parts’ minder essentieel dan zijn vroegere werk. Het onderzoeken van de mogelijkheden van elektronica en premature synthesizers is zowat het handelsmerk geworden van Raster-Noton, het label waar Pomassl zijn platen op uitbrengt. Dat dat onderzoek niet altijd garant staat voor vernieuwing bewijst ‘Spare Parts’. Liefhebbers van het genre zijn beter af met de recente heruitgave van ‘1000 Fragments’ van Ryoji Ikeda.

Test Pattern

Naar nieuw werk van de Ryoji Ikeda wordt in deze contreien reikhalzend uitgekeken. Al moeten we toegeven dat de Japanner er opnieuw in slaagt om met ‘Test Patterns’ een aanval op onze wankele slaapcyclus in te zetten. De sticker op de hoes die de luisteraar waarschuwt voor mogelijke gehoorschade is dan ook geen overbodige luxe. De Japanner heeft twee grote fascinaties – zuiverheid en het gebruik van datagegevens – en gebruikt deze elementen als vertrekbasis voor zijn totale oeuvre. De enige uitzondering is ‘Op.’ waar hij aan de slag ging met een klassiek ensemble. ‘Test Patterns’ is gebaseerd op een systeem waarbij tekst, geluid, foto’s en films in barcodes en binaire patronen (0 en 1) worden omgezet. Dit ruwe materiaal verwerkt Ikeda tot een langgerekte soundtrack waarin de nummers in strak tempo in elkaar overvloeien. Deze werkmethode resulteert in een resem van splinterende beats die strak en in een een verschroeiend hoog tempo opvolgen. Geniaal of gek, de grens is hier vaak flinterdun. Vast staat dat Ikeda na ‘Dataplex’ opnieuw alle grenzen aftast. Zelfs voor kenners van de man zijn werk is ‘Test Patterns’ een kuitenbijter hors concours. Fascinerend, vlijmscherp of enerverend? In ieder opzicht blijft Ikeda voor controverse zorgen.

See You At Regis Debray

In de film ‘See You At Regis Debray’ schetst cineast C.S. Leigh hoe een dag van Andreas Baader kan zijn verlopen, toen hij in 1969 op de vlucht voor de Duitse politie onderdook in Parijs. Baader zat daar in het appartement van de linkse intellectueel Debray, die op dat moment in Bolivia gevangen zat wegens deelname aan Che Guevara´s beweging. De soundtrack voor de film is gemaakt door de minimal elektronica-componist Ryoji Ikeda. Het probleem bij speciaal gecomponeerde soundtracks is dat zij onnadrukkelijk moeten zijn, om het beeld niet te overstemmen. De vraag of de geluidsband dan wel op zichzelf kan worden beluisterd, dringt zich ook op bij Ikeda’s soundtrack. De geluidsband van ‘See You At Regis Debray’ is compleet op een dubbel-cd gezet. Je hoort Ikeda’s minimale composities – zoals minutenlang herhaalde loopjes of elektronische drones – afgewisseld of gecombineerd met de setsounds van Baaders eenzame bezigheden. Soms pakt dat heel mooi uit, zoals in een strak ritmisch deel waar af en toe het geluid van een polaroidcamera doorheen klinkt. Ook de verschuivende ritmes en nadruk op geluiden is sterk. Ikeda’s klanken zijn goed, maar is de gehele soundtrack interessant om zo’n tachtig minuten te horen, zonder beeld? Misschien moet je het beluisteren als een hoorspel. Feitelijk is het ook auditief een weergave van een dag waarop een man (die gericht is op actie), noodgedwongen gebonden is aan een eentonig verblijf in een appartement. Voor de die-hards.

Remixes

Een cd vol remixes en samenwerkingen door de Nederlandse noorderling Tjeerd Folmer. Zou het echt zo zijn dat, hoe noordelijker je komt, de muziek steeds introspectiever wordt? Folmer heeft nog een blauwe maandag in de Friese New Wave-band The Visitor gebast en ook die band maakte atmosferische muziek, net zoals Transfolmer. Dit terzijde. De nummers op ‘Remixes’ zijn ontstaan uit samenwerkingen via MySpace. Folmer zal hebben gedacht: laat ik meteen (een goede) indruk maken: hij opent de verzameling met een remix van Radioheads ‘Nude’. Kort, maar mooi. Om te vervolgen met remixes van onder andere Ontayso, Billie V en Ikeda Toshitaka. Rustige triphop-achtige ritmes en ijle tonen het ene moment, dan weer donkere elektronica en gitaarloopjes. ‘The Bird Inside’ kreeg een mooie bijdrage met de zang van Lido Pimienta. ‘To Begin With The Rest’ – een samenwerking met Daeve – begint met een loom elektronisch melodietje, om na verloop van tijd een swingend, bijna jazzy sfeertje te krijgen. ‘Remixes’ is een afwisselende cd, met als verbindende factor de aangename, dromerige, herfstige sfeer. En cd die bij eerste beluistering goed valt, maar bij vaker luisteren nog subtiliteiten en vakmanschap onthult.

ID

Cyclo ID

Ryoji Ikeda en Carsten Nicolai (Alva Noto) samen aan het werk zetten heeft iets als het vermenigvuldigen van een irrationaal met een imaginair getal. Twee grootheden in de elektronische muziek wiens werk zich niet laat ontleden, terwijl het toch zo helder lijkt wat er gebeurt. In 2000 werkten de heren ook al samen op ‘Cyclo’, een minimalistisch ballet van microgeluiden, sinussen, ruis en een verrassende groove. Ikedas werk werd daarna steeds extremer: in 2005 omschreven we ‘Dataplex’ als een guerrillastrijd, drie jaar later vonden we ‘Test Pattern’ op de grens van geniaal en gek. Gortdroog, hyper-formeel, mogelijk zelfs Kunst. Nicolai’s werk bleek recentelijk makkelijker verteerbaar; de twee delen uit Alva Noto’s ‘Xerrox’-serie waren als synthetische symfonieën, en ‘For 2’ uit 2010 organisch en ronduit melodisch. Daarvan is echter niets te horen op ‘ID’, dat gewoon verder gaat waar ‘Cyclo’ ophield. Op het intro worden aan de luisteraar de losse elementen voorgesteld -ultrasoon gepiep, sinustoon, clicks, diepe bas, repetitie op de vierkante millimeter- waarmee vervolgens een tiental abstracte grooves wordt geproduceerd. Het concept ‘compositie’ is zoals wel vaker bij dit soort platen vooral een kwestie van de aard van van die verschillende onderdelen, en dat is dan ook precies waar het verschil met de voorganger ligt. De ene piep is de andere niet, zeg maar (en het palet moet je maar net liggen: in de eerste zes nummers zit bijvoorbeeld een geluidje dat mij mateloos irriteert). ‘Analytisch geneuzel’ hoor ik u zeggen? Goed dan: indien ‘Cyclo’ en Alva Noto’s ‘Unitext’ uw favoriete wiskundediscoplaten zijn, dan kunt u ‘ID’ ongehoord kopen. Alle anderen raad ik een voorproefje aan op Bleep.com of andere favoriete online outlet.

Evnements 09

Anne JamesChaton Evenements09

Alledaagse teksten zoals recepten, treinkaartjes en kopteksten in de krant vallen voor de Franse klankdichter Anne-James Chaton onder luizige literatuur. Toch verzamelt Chaton dat soort schrijfsels al jaren, om ze vroeger of later om te zetten tot poëtische klankbeelden. Wat van zijn werk uit 2009 is nu verzameld op ‘Evénements 09’, waarop bij 9 tracks een bepaald tekstfragment is uitgerekt tot de gemiddelde lengte van een popsong en 9 keer de sample nog eens in het kort wordt weergegeven. Bij de langere nummers gaat het dan om een stevige techno-achtige beat die een tekststuk vergezeld, of beter nog: die samen met de tekst een nieuw ritme vormt. Daaroverheen komen dan nog een of meerdere stemmen zodat een hypnotiserend, swingend en soms haast gekmakend dichtwerk ontstaat. Het uiteindelijke geluid heeft raakvlakken met beatboxing maar al lijkt dat erop, het is toch iets heel anders. De gedeconstrueerde teksten zijn teruggebracht tot de essentie en in een nieuwe omgeving geplaatst. Zij worden vervolgens nieuw leven ingeblazen via herhaling. Dat alles levert een nieuwe vorm van poëzie op die er stevig inhakt en dus zeer de moeite waard is. Het album is uitgebracht op het Duitse Raster-Noton (platform voor toon en niettoon) dat ook werk uitbrengt van onder meer Mika Vainio, Ryoji Ikeda, Scanner, Ryuichi Sakamoto en Alva Noto.

Univrs

AlvaNoto Univrs

Carsten Nicolai is ongetwijfeld een genie, maar er treedt zo langzamerhand een zekere vervlakking op in het enthousiasme dat we op weten te brengen voor zijn werk. We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de vorm het al een tijd geleden heeft gewonnen van de inhoud: Nicolai handelt in concepten, niet in zoiets aards als leuke muziek. Volgens het bijgeleverde persbericht gaat ‘Univrs’ over “de conceptuele differentiatie van een universele taal”. Yep. Gelukkig laat de cd zich ook gewoon draaien zonder Wikipedia erop na te slaan. Wat we horen is een stuk toegankelijker dan de uiterst nerveuze zusterplaat ‘Unitxt’, of ‘ID’, die Nicolai eerder dit jaar met Ryoji Ikeda als Cyclo. maakte. Hij lijkt wat te zijn teruggekeerd naar zijn technowortels. De nummers zijn minder overladen met micro-accenten en jump cuts, en de beat, als die er is, is herkenbaar genoeg om op mee te kunnen knikken. Hier en daar steken de melodische elementen die in Nicolai’s ‘Xerrox’-serie zo bepalend zijn de kop op naast al het gebrom en geklik. Dat maakt ‘Univrs’ zeker het eerste halfuur een best goede plaat, met meer variatie (en minder irritatie) dan op sommige andere van zijn albums. Maar op een gegeven moment wordt het toch gewoon Noto by numbers. We wachten gelaten af tot het volgende concept aan ons gepresenteerd wordt.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!