Samen met zijn wederhelft Mimi Parker maakte Alan Sparhawk delicate, transcendentale popmuziek onder de noemer Low. De band hield op in 2022 na een tragisch ziektebed en overlijden van Parker. Alleen overgebleven, deed Sparhawk velen fronsen met het in 2024 verschenen White Roses, My God. Hij schafte een vocoder aan om deze uit te proberen. Waar zijn anders zo tedere stem hoog en vervormd klinkt, werd zijn soloalbum een werk vol electropop met dansbare beats uit de drummachine. Wie naar Doornroosje in Nijmegen afreisde voor Alan Sparhawks solo-concert, kwam zodoende voor verrassingen te staan.
Als voorproefje voor de avond voerde Circuit des Yeux haar nieuwe album Halo On The Inside uit. Haley Fohr, een multi-instrumentalist uit Chicago, stond alleen op het podium, met voorgeprogrammeerde synthesizers en drummachines. Haar darkwave draait dan ook om haar weemoedige stem, die een bijzonder stembereik van vier octaven heeft. Haar meeslepende gothic nummers doen in het statige tempo in de verte denken aan Lycia.
Fohr bewoog flegmatisch over het podium, haar zwarte gewaad badend in de rode verlichting. Fohrs set kent zeker duisternis, in de vorm van haar treurmarsen. Haar act komt even voorgeprogrammeerd over als haar muzikale begeleiding, terwijl ze stijfjes poses aanneemt voor de stralende lamp. Het geheel kwam droomachtig over, haast zoals Julee Cruise in de televisieserie ‘Twin Peaks’. Toevallig haalde Sparhawk later een van de makers aan, de onlangs overleden regisseur David Lynch. Sparhawk zocht nog naar een laatste regel voor zijn nieuwe nummer ‘No More Darkness’ en vond de oplossing in een citaat van Lynch.

Dan is het tijd voor Sparhawk. Maar in eerste instantie een andere dan we gewend zijn. Alleen de hoodie met de hoes van het Low-album ‘Double Negative’, gedragen door de bassende zoon Cyrus, herinnerde aan de band. Sparhawks nieuwe plaat ‘White Roses, My God’ vormt een evolutie van de elektronische elementen van dat album en laatste Low-album ‘HEY WHAT’, maar overtuigde weinig. De funky ritmes, buitenaardse zang en feestachtige synthesizers schutteren als geheel; er klopt iets niet. Live blijven de nummers maf aanvoelen, maar aan de andere kant komt nu beter naar voren hoe het album werd beïnvloed door rouw.
De pijn van Parkers dood is invoelbaar wanneer Sparhawk met zijn lange haren en gekleed in tuinbroek rondspringt, met de microfoonkabel om hem heen gewikkeld, terwijl hij demonstratief ‘I Made This Beat’ in de vocoder roept. Cyrus speelt stug door op de achtergrond. Er ontstaat zo een frappante, desolate sfeer op het grotendeels lege podium. Deze kale set-up voelt bevrijdend omdat Sparhawk om iets anders bekendstaat. De overtuiging waarmee hij met zijn vocoder speelt, roept alleen maar respect op voor het album.


Het uitvoeren van White Roses, My God had best de hele avond mogen beslaan, ook al zal het album altijd even wennen blijven. Halverwege de set volgt echter een tonale breuk wanneer Sparhawk de gitaar erbij pakt. Hij rent niet meer rond, maar zingt gepijnigd vanachter zijn microfoon enkele wonderschone nieuwe en oude nummers. Het eerder genoemde ‘No More Darkness’ is een prachtig, nederig nummer, waarbij de herhaling van teksten meditatief werkt. Een bewerkte versie van ‘JCMF’, eerder gespeeld met zijn nevenproject Retribution Gospel Choir, valt rauw binnen, terwijl de grofgebekte tekst over een terugkerende Jezus toch fijngevoelig overkomt.
De tekst vormt een zeldzame herinnering aan de religie van Parker en Sparhawk; beiden waren mormonen. De mooiste nummers roepen ook nu een gevoel van transcendentie op, net zoals ook de muziek van Low vaak een spirituele ervaring biedt. Als toegift keren vader en zoon terug voor twee nummers van vroeger, waaronder ‘Days Like These’. De gedachten gaan uit naar de mooie nummers van daarvoor. Parker zal voor altijd gemist worden, maar Sparhawk gaat moedig verder. Dat maakt deze tournee wel duidelijk.
