Snoeiharde gitaren, energieke drums, baslijnen vol groove en een hele hoop fuzz. Dat zijn dit jaar de gemene delers van het brede scala aan bands op de line-up van het befaamde festival Sonic Whip. Zoals elk jaar heeft Doornroosje weer een indrukwekkende verzameling bands bij elkaar gekregen: van stoner-, garage- en psychedelische rock tot punk en doom metal, alles was aanwezig en alles droeg bij aan de opzwepende sfeer van het festival.
Mondharmonica
De dag begon met een verpletterend optreden van de Haagse Heath, die de geest van de psychedelische rock uit de jaren 1970 met verve weet uit te dragen. Terwijl de drummer en de bassist fundament vol groove creëren, lossen de twee gitaristen elkaar af in rhythm- en leadpartijen – waar ze allebei telkens een andere invulling aan geven. Opvallend is ook de rol van de frontman, die misschien wel meer op zijn mondharmonica speelt dan dat hij zingt. Door het instrument door een reeks gitaarpedalen en een versterker te sturen weet hij er geluiden uit te krijgen die niet meer als mondharmonica te identificeren zijn. Hij heeft zoveel controle over het geluid dat hij zelfs de feedback tot intrigerende lead-klanken weet te vervormen. De band speelt moeiteloos en beweegt veel op het podium, waardoor het publiek zin krijgt om hetzelfde te doen in de zaal. Hiermee krijgt de zaterdag van het festival een spetterend begin.
Omdat de Amerikaanse Lord Buffalo hun optreden heeft afgezegd, wordt in de kleine zaal het spits afgebeten door de Luikse Apex Ten. Het drietal maakt een mengsel van psychedelische stonerrock en spacerock en ze weten de energie van Heath minstens te evenaren met hun pakkende riffs en opzwepende ritmes. Met golvende projecties op de achtergrond wordt hun golvende spel ook beeldend kracht bijgezet. De Belgen wisselen zwoele stukken – die het publiek de kans bieden even op adem te komen – af met snelle, rauwe en harde drums en gitaren, waarin ze de gitaareffecten soms opblazen dat het regelrechte noise wordt. Ze weten het publiek goed mee te krijgen, de zaal is een en al beweging.
Woestijn
Terug in de grote zaal verzorgt de Poolse doomband Sunnata het volgende ritueel. ‘Ritueel’, want de pulserende, diepe percussie, de mysterieuze gitaarmelodieën en het meerstemmig chanten maken van het optreden bijna een spirituele ervaring. Op hun studioalbums weet de band altijd al een sfeer neer te zetten die je als luisteraar meeneemt naar verre landen; live wordt deze sfeer ter plekke gecreëerd en is iedereen – zo ook de bandleden – op een soort collectieve mentale reis door de woestijn (zo refereert de band een paar keer aan Dune van Herbert Frank). Door de zaal verspreidt zich vanaf het begin van het optreden een gemeenschappelijke headbanggolf die pas stilvalt wanneer Sunnata de laatste noot heeft laten klinken en iedereen vol ontzag achterlaat.
De volgende band op het grote podium is de Amsterdamse psychedelische rockband Temple Fang. Sinds 2018 hebben ze naam en faam gemaakt in de scene en ook dit keer maken ze hun reputatie waar. Het viertal vormt zich als één geheel om de puls van de muziek. De band en het publiek staan met zijn allen in trance. Ze spelen twee nummers van vijfentwintig minuten, waarin ze geduldig en bewust de energie langzaam opbouwen. Het publiek hangt aan hun lippen (en aan hun gitaarsnaren), want hoe lang ze sommige noten ook rekken, ze houden het publiek continu in hun greep. Dat blijkt wel wanneer de band de bezoekers verzoekt mee te klappen met een minimalistisch gitaarintermezzo waarna de band vanuit dat geklap de volgende akte van hun set inzet. Tegen het eind van het optreden krijgen ze bijval van de frontman van Heath, die ook de psychedelische enscenering van Temple Fang nog even komt inkleuren met zijn ontroerende mondharmonicaspel.
Oud en nieuw
Na etenstijd spelen in de grote zaal de Noren van The Devil And The Almighty Blues, die met hun machtige klank en zielsverscheurende blues hun naam zeker eer aandoen. De zanger zingt met zoveel overgave dat het als luisteraar voelt alsof je zijn verhalen zelf hebt meegemaakt. Ook de gitaren nemen regelmatig een vertellende rol op zich: soms zwoel en zacht, soms scherp overstuurd, maar altijd perfect passend in de rest van het muzikale plaatje. Ook de bas en de drums krijgen af en toe een plek op de voorgrond, maar om uitblinken gaat het niet: met zijn vijven als één geheel vertelt de band hun verhaal en juist daarom komt het zo sterk over bij het publiek.
Waar in de grote zaal een unieke hommage aan een ouder genre klonk, brengt Rats And Daggers in de kleine zaal een veel modernere muziekstijl ten gehore. Zo maken effectpedalen waar de basgitarist zijn instrument doorheen jaagt dat het bijna klinkt alsof hij op een bassynthesizer speelt, en het drietal wisselt continu van ritme en snelheid. Deze gecontroleerde chaos – vol energie uitgevoerd – wakkert een vuur aan in het publiek, waar bijna non-stop een moshpit gaande is. De zangeres wisselt af tussen een bijna huilerige punkstem, boos geroep en schel gekrijs. Ze sturen de muziek alle kanten op en het publiek beweegt maar al te graag mee.
Fuzz
Vervolgens is het tijd voor een van de grote bands op het festival, en aan de bandshirts van de bezoekers te zien een hoogtepunt voor velen: Elder. Ter gelegenheid van de tiende verjaardag van hun verpletterende plaat ‘Lore’ spelen de Amerikanen het album in zijn geheel op deze editie van Sonic Whip. En wat is het album ook live een verpletterende ervaring. IJzersterke drums, een dikke basklank en gitaren met fuzz, fuzz en nog eens fuzz; pakkende melodieën, een alomvattende groove en zelfs zanglijnen die meegezongen kunnen worden. Elder heeft het allemaal, en doet alles met veel plezier. Het valt van hun gezichten af te lezen hoe ze ervan genieten hun oude muziek nog steeds voor zo veel net zo enthousiaste fans te mogen spelen.
In de kleine zaal maken de Finnen van Skyjoggers snel duidelijk dat hun basistempo wat hoger ligt dan het marcheertempo van sommige andere bands die vandaag spelen. Ze zijn snel, rauw en opzwepend en geven hun luisteraars de kans om even alle remmen los te laten en zich helemaal te laten gaan. Het drietal speelde ook al op de vorige editie van Sonic Whip en omdat ze toen zo’n indruk hebben achtergelaten – op zowel het publiek als de boekers – zijn ze dit jaar opnieuw uitgenodigd. En men weet waar ze moeten wezen, want de kleine zaal is tot de rand gevuld met headbangende en moshende muziekfanaten.
Synchroon
De headliner van de avond is Osees, een band met een discografie en een reputatie waar menig band van droomt. Ze hebben meer dan twintig studioplaten en ze staan bekend om hun daverende liveshows. De garagerockers staan met niet één, maar met twee drummers op het podium, die perfect synchroon lopen met elkaar, terwijl ze in de strakke puls ieder toch volledig uit hun plaat kunnen gaan. De zanger/gitarist heeft een gigantisch scala aan zang- spreek- en schreeuwstijlen, hij joelt en gilt en eet soms bijna zijn microfoon op. Hij duikt af en toe volledig in de noise wanneer hij zijn gitaarkabel in zijn mond stopt of die laat kortsluiten tegen de bekkens van een van de drummers. De blootvoetse bassist plakt de drums en de gitaar aan elkaar; zijn partijen komen goed door in de mix. Het vijfde lid van de band maakt het plaatje compleet: met haar synthesizer speelt de toetsenist lekker wringende tegenmelodieën die de muziek nóg meer punch geven. De energie van de Amerikanen slaat dan ook zeker over op het publiek; door de hele zaal heen zijn moshpits en iedereen schreeuwt mee met de band.
Al met al was het een zinderende festivaldag waarop de groove van elke band inderdaad fungeerde als sonische zweep die het publiek aan het bewegen bracht. De liefde voor het genre, evenals voor het samen muziek maken en ervaren, was voelbaar bij zowel muzikant als luisteraar. Vanuit dat wederzijds plezier ontstaat de saamhorigheid waarmee dit festival jaar in jaar uit een succes is.