Alvin Curran - Rewire 2025 - (c) Alex Heuvink

Rewire 2025: Alvin Curran en zijn geest die waait

De grappen die gemaakt werden tijdens de uitvoering van Alvin Currans fenomenale theatrale stuk ‘Maritime Rites’ donderdagavond in de Haagse Hofvijver, bij wijze van opening van Rewire 2025, waren niet van de lucht. Zou Eppo Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vanuit het parlementsgebouw aan de overzijde van het water toekijken? En wat te denken van fractieleiders Geert Wilders en Caroline van der Plas? Zouden ze gruwen van zoveel aan malle elitekunst verspild overheidsgeld? De ‘gewone Nederlander’ houdt immers van Danny Vera of Suzan & Freek.

En daar zijn we al meteen bij een interessante paradox beland, omdat juist Curran muziek maakt voor die door rechtse bestuurders zo gekoesterde ‘gewone mensen’. En omdat de al meer dan een halve eeuw in Italië wonende Amerikaanse componist reeds zijn carrière lang de kloof probeert te dichten tussen ‘kunstenaar’ en publiek, terwijl de overheid juist door de marktwerking binnen de muziek te bevorderen de afstand tussen ‘artiest’ en gehoor vergroot en bewerkstelligt dat muziek die het best ‘in de markt wordt gezet’ ook als ‘beste muziek’ wordt beschouwd. Alvin Curran – en niet alleen hij – verpersoonlijkt het tegenovergestelde van die gedachtegang.

Maar laten we niet direct afdwalen en teruggaan naar donderdagavond. Naar de schitterende opening van Rewire 2025. Dat stuk waarbij je je afvraagt of de volgende drie festivaldagen nog overtroffen gaan worden.

Boem!

Rond acht uur liggen in een hoekje van de Hofvijver vijftien bootjes. Pakweg de helft heeft slechts één of twee roeiers en een grote luidspreker aan boord. Daaruit zal later een misthoorn klinken, of andere, abstractere geluiden die associaties van water oproepen. Op de andere bootjes zijn musici ingescheept – drie tot vijf per vaartuig. Vooral koperblazers, maar ook rietblazers en een enkele dwarsfluit. De inmiddels zesentachtigjarige componist zit in een bootje met een roeier en twee drums. Hij telt af: ‘Vijf, boem! Vier, boem! Drie, boem! Twee, boem! Eén, boem! And go! Boem!’

Alvin Curran - Rewire 2025 - (c) Alex Heuvink
Alvin Curran – Rewire 2025 – (c) Alex Heuvink

De scheepjes steken van wal, evenals de musici. Ze spelen dwars door elkaar heen. Het wordt echter géén chaos; eerder een vrolijke kakafonie. Terwijl de bootjes langzaam richting het midden van de Hofvijver bewegen, komen de gespeelde partijen steeds meer in harmonie. Want – voor de duidelijkheid – er wordt weldegelijk met partituren gewerkt.

Alvin Curran dirigeert. Dat wil zeggen: dobberend tussen de andere bootje geeft hij zo nu en dan met een paar ferme klappen aan dat de instrumentalisten er even het zwijgen toe moeten doen en de dronende misthoorns aan de beurt zijn. Of dat er van muzikaal thema gewisseld wordt. Sommige fragmenten zijn complexer dan anderen. Daardoor kan vrijwel iedereen meespelen – sommige musici in alle fragmenten; anderen als er maar een paar noten nodig zijn en het technisch eenvoudiger is. Wie herinnert zich nog het mede door Gavin Bryars in 1970 opgerichte Portsmouth Sinfonia, waarin iedereen kon meespelen? Grofweg dezelfde generatie en dezelfde filosofie – maar laat ik niet weer een zijpad inslaan. In ieder geval blaast Curran in de finale van het stuk ook nog een paar luide salvo’s op een decimeters grote hoornschelp.

Eenmaal op dreef blijkt ‘Maritime Rites’ een zowel in melodieus als in harmonisch opzicht prachtige compositie, die door de over de vijver bewegende boten – en dus ook musici – niet alleen visueel, maar ook dynamisch een extra dimensie krijgt. Om nog maar even het laaghangende fruit van de nabije parlementsgebouwen te plukken: Zo plat en ongenuanceerd veel hedendaagse Kamerdebatten zijn, zo elegant en subtiel is deze multimediale compositie van Alvin Curran, die al sinds de jaren zeventig uitgevoerd wordt – en geen twee keer hetzelfde is, telkens aangepast aan de plaatselijke setting.

Alvin Curran - Rewire 2025 - (c) Alex Heuvink
Alvin Curran – Rewire 2025 – (c) Alex Heuvink

Alvin Curran - Rewire 2025 - (c) Alex Heuvink
Alvin Curran – Rewire 2025 – (c) Alex Heuvink

de beweging van ‘68’

Wie bij dit alles aan sixties- en seventies-achtige ‘happenings’ moet denken slaat de spijker op de kop. De in 1936 in Providence, Rhode Island, geboren Curran – zoon van muzikale ouders – zou na zijn middelbare school compositie gaan studeren bij Elliott Carter aan Yale, een van de Amerikaanse topuniversiteiten. Carter nodigt hem in 1963 uit voor een studiereis naar Berlijn. Een andere compositiestudent, Frederic Rzewski, gaat ook mee. In Berlijn ontmoet hij behalve de grote Europese componisten ook studerende generatiegenoten, zoals Louis Andriessen.

Curran en Rzewski besluiten in Europa te blijven en vestigden zich in Rome. Ze voelen dat er iets in de lucht hangt – iets wat we nu in retrospectief de ‘sixties’ noemen. Iets wat feitelijk in alle grote Europese steden speelt. Het is interessant: Curran zelf raakt er in een uitgebreid interview in The Wire van november 2004 – waarvan de complete, nog niet uitgewerkte tekst ook online te vinden is – niet over uitgepraat: halverwege de jaren zestig richt hij in Rome met landgenoten Rzewski en elektronica/synthesizerspecialist Richard Teitelbaum de improviserende groep Musica Elettronica Viva (MEV) op. Vrijwel gelijktijdig met het Engelse AMM – ook al zijn er essentiële verschillen tussen beide trio’s. Voor Curran heeft MEV alles te maken met ‘de beweging van ‘68’, de studentenopstanden, de maatschappelijke en intellectuele revolte, de politieke ‘ruk naar links’ in veel landen. Stuk voor stuk zaken waarbij hij parallellen zien met het improviseren in de muziek en het democratiseren van de muziek en andere kunstvormen.

En om niet weer af te drijven – maar dat risico is er nu eenmaal bij ‘Maritime Rites’ – al die aspecten zijn nog altijd terug te horen in de muziek die Curran vandaag de dag, en dus ook op Rewire, laat horen. Radicaal wees hij de academische theorieën omtrent toonladders af – hoewel hij daar later deels wel weer op terug kwam – en beschouwd de wereld als ‘een levende symfonie’. Iedere ruimte was en is voor hem in principe een ‘concertzaal’, zoals voor Joseph Beuys ‘Jeder Mensch ein Künstler’ kon zijn. Ziedaar de Hofvijver. En nog een gratis toegankelijk concert ook.

MEV was weliswaar een trio, maar er hingen tal van musici omheen: Saxofonisten Anthony Braxton en Steve Lacy, trombonist George Lewis, componist Cornelius Cardew. Bijna allemaal zijn ze inmiddels overleden. Currans vaste companen Rzewski en Teitelbaum beiden de afgelopen vijf jaar. Des te luider laat ‘last man standing’ Alvin Curran zijn boodschap tijdens dit Rewire nog eens horen. Daarbij is hij ook altijd conceptueler geweest dan bijvoorbeeld zijn Duitse generatiegenoten van het Globe Unity Orchestra rond pianist Alexander von Schlippenbach en de Nederlandse tegenhanger, de Instant Composers Pool van Bennink en Mengelberg.

Ramshoorn

Dat blijkt bijvoorbeeld bij zijn soloconcert, deze Rewire-vrijdag in de Lutherse kerk. Op het podium een vleugel, een MIDI-klavier en een sampler. Curran heeft naar eigen zeggen vele duizenden samples verzameld – van omgevingsgeluiden en fragmenten muziek van bevriende componisten tot stukjes James Brown en hiphop. Niet voor niets noemt hij zichzelf ergens ‘verzamelaar van geluiden en ideeën’.

Hij begint met een stukje ingetogen pianomuziek van slechts enkele, keer op keer herhaalde noten. Na een minuut of vijf draait hij zich een kwartslag naar miniklavier en sampler en stort een lawine aan samples over het publiek uit die hij versnelt, vervormt en vermaalt. En dan zijn er opeens weer die pianonoten. Een sequentie die een aantal malen herhaald wordt. Beschouw het maar als de tegenstelling tussen ‘kunst’ en de alledaagse wereld. Misschien zelfs tussen ‘hogere’ en ‘populaire’ kunst. In de finale van het concert, na zo’n veertig minuten, pakt hij een ‘sjofar’ – het Hebreeuwse woord voor ramshoorn, al kan het ook een hoorn van een rund zijn.

Alvin Curran - Rewire 2025 - (c) Rogier Boogaard
Alvin Curran – Rewire 2025 – (c) Rogier Boogaard

Afgelopen week vertelde Curran nog in een interview met de Volkskrant dat het oeroude, dierlijke instrument hem ‘rechtstreeks verbindt met de oorsprong van muziek, maar ook met mijn Joodse wortels.’ Daar voegt hij onmiddellijk aan toe niet praktiserend Joods te zijn. En er is natuurlijk ook een directe link met de schelphoorn die hij donderdagavond blies bij ‘Maritime Rites’.

Interessant is ook dat Curran het in het eerder genoemde Wire-interview ook heeft over de dialectiek tussen compositie en improvisatie. De muur tussen die twee is in de eenentwintigste eeuw steeds meer aan het afbrokkelen. Als voorbeeld van dat diffuser wordende onderscheid noemt hij – in 2004 dus – de muziek van de Oostenrijker Fennesz. En laat diezelfde Christian Fennesz nou deze Rewire-editie direct na Curran in de Lutherse kerk geprogrammeerd zijn.

Ik had hem meer dan tien jaar niet meer op een podium gezien – hij draagt nu een bril! – maar eigenlijk was alles als vanouds, alleen beter. Een kwart eeuw geleden brak Fennesz door met zijn album ‘Endless Summer’ waarop hij gitaarlijnen combineerde met elektronische bewerkingen van datzelfde gitaargeluid en dat kruidde met wat er toevallig aan elektronische clicks & cuts voorbij kwam.

Fennesz - Rewire 2025 - (c) Jan Rijk
Fennesz – Rewire 2025 – (c) Jan Rijk

Nog altijd slaagt hij erin een overweldigend orkestraal geluid uit zijn laptop te halen op basis van een enkele aanslag van de snaren. Ditmaal lijkt de Oostenrijker zijn kruit al snel te verschieten door die climax binnen de eerste tien minuten door de speakers te sturen. Daarna wordt het allemaal abstracter, meer noise, maar hij houdt het boeiend.

Fennesz heeft zich altijd van zijn laptopcollega’s onderscheiden doordat hij het publiek werkelijk het idee kon geven dat hij ‘aan het werk’ was op de toetsenbord en in plaats van at hij alleen maar naar het scherm staarde om te zien om de voorgeprogrammeerde muziek niet crasht of vastloopt. De parels zweet op zijn gelaat, de nadrukkelijke vingerbewegingen op het touchpad en de zichtbare aarzeling of hij de gitaar er weer bij zal pakken of niet, onderstrepen dat hier weldegelijk ‘live’ muziek gemaakt wordt. En op het grensvlak van compositie en improvisatie, want de grote lijnen van zijn meest recente – en in Gonzo (circus) #185 lovend besproken – album ‘Mosaic’ zijn duidelijk herkenbaar.

Kermisfestivals

Hoeveel van zulke intense concerten kan een mens achter elkaar in zich opnemen? Dat verschilt uiteraard per persoon. Meer dan honderdvijftig concerten en performances in drie dagen, dat is dus ruim vijftig per dag, van ergens in de middag tot diep in de nacht. Zuiver ‘technisch’ beschouwd zou je dan zo’n 10 tot 12 programma’s kunnen zien – maar dan is voor een half uurtje napraten of even een hapje eten eigenlijk geen tijd, laat staan dat je je tien tot twaalf uur achter elkaar kunt concentreren. Persoonlijk streef ik naar vier tot zes programma’s op een dag, wat in praktijk meestal neerkomt op drie tot hooguit vijf.

Ik heb voor de aardigheid even proberen uit te zoeken hoeveel verschillende festivalschema’s – zeg maar verschillende persoonlijke programma’s er mogelijk zijn als je met het huidige Rewire-aanbod een driedaags programma van vijf concerten/performances per dag samentelt. Met een beetje hulp van ChatGPT kom ik er op uit dat geen twee bezoekers hetzelfde festival hoeven te zien. Natuurlijk is de praktijk een beetje anders. De programmering is thematisch bijvoorbeeld zodanig dat nogal wat bezoekers het grootste deel van hun tijd in de twee Paardzalen doorbrengen.

Gelukkig zit de kwaliteit van een festival niet in de kwantiteit aan concerten dat je bezoekt. Wat Rewire – en een handvol andere zorgvuldig samengestelde culturele evenementen – onderscheidt van de doorsnee kermisfestivals is de context: De essays in het programmaboek, de randprogrammering van toelichtende films, podcasts en panels en andere aanvullende media die het basisprogramma in perspectief plaatsten.

Dat alles is een lichte troost als ik op een enkele avond toch één of twee van die vijf concerten mis door een lange rij bij de ingang en besluit toch maar niet te wachten maar beter een goed plekje bij het volgende concert kan zoeken.

Zo had ik een fraaie plek bij Marianna Maruyama & Hessel Veldman in het mooie intieme zaaltje GR8. Veldmans aanvankelijk wat onheilspellend, maar allengs vriendelijker wordende elektronische drone in combinatie met de bijna terloops gesproken teksten van Maruyama. Alles in dezelfde cadans, waardoor woord en drone uiteindelijk één lijken te worden en het alleen nog die symbiose is die je hoort. ‘If you only remember one line, let it be this’, klinkt het op een gegeven moment keer op keer. Het is inderdaad de enige regel die ik onthouden heb.

Schrijnen

Ik hoopte mijn Curran-trilogie van deze Rewire-editie op zondag te voltooien met ‘Canti Illuminati’, een ode aan het ‘oer-instrument’, de menselijke stem. Een stuk voor koorzangeres, synthesizer, piano en tape. Maar dat loopt anders. De laatste festivaldag meldt de Rewire-app dat het programma wegens onvoorziene omstandigheden geen doorgang kan vinden. Wat die omstandigheden zijn blijft ongewis. Een tegenvaller, die echter ook weer mogelijkheden biedt. Ik kan nu namelijk naar het optreden van de Amerikaanse zangeres en gitariste Wendy Eisenberg zonder in m’n piepzak te zitten of ik daarna nog wel bij Curran naar binnen kan.

De eigenzinnige Amerikaanse singer-songwriter en improvisator uit Boston heeft al meermaals in de Benelux gespeeld, maar ik heb haar blijkbaar altijd gemist en iets dergelijks geldt voor haar afgelopen jaar verschenen en goed ontvangen dubbel-LP ‘Viewfinder’. Begeleid door drummer Ryan Sawyer en More Eaze op viool en steelguitar fladdert de zangeres van pop via jazz en country zelfs een enkele keer richting bluegrass. More Eaze blijkt ook prachtig te kunnen ‘dronen’ op de viool, waardoor het soms lijkt alsof Eisenberg bij Tony Conrad zingt.

Er gebeurt veel op muzikaal gebied. Eisenberg heeft letterlijk vreemde noten op haar zang. En hoewel haar stijl soms parallellen vertoont met die van Madeleine Peyroux, zingt Eisenberg aanmerkelijk zuiverder.

More Eaze zit een paar uur later alweer op het podium van de Lutherse Kerk aan de zijde van claire rousay. De twee hebben samen reeds en handvol albums gemaakt en het is een concert waarnaar door velen wordt uitgekken. Het lijkt een spannende combi, maar het optreden meandert al snel op het randje van easy-listening en pakt toch een stuk vrijblijvender uit dan het concert van Eaze met Eisenberg. Laatstgenoemde heeft gewoon een stuk beter repertoire.

En ja, er waait uiteindelijk toch ook nog een frisse Alvin Curran-wind door het zondagprogramma in de vorm van het concert van het Britse collectief caroline. Muziek die klinkt alsof het ter plekke verzonnen wordt. Overduidelijk geworteld in de folk – hoe ‘volks’ wil je het hebben? Liedjes die schuren, schrijnen, wringen en sleuren. En opeens is daar dan weer een prachtig refrein. Veel dynamiek, veel spontaniteit en veel hartstochtelijke zang.

Caroline - Rewire 2025 - (c) Jan Rijk
caroline – Rewire 2025 – (c) Jan Rijk

Er is meer. Ik zie meer. Maar daar schrijven anderen ongetwijfeld ook al over. Zo wordt er in een uitpuilende grote Paard-zaal een opwindende popsfeer neergezet door fantastische Engelse Moin. Ooit begonnen ze als elektronicaduo; nu een volledige live-rockband met dancekwaliteiten. Ondertussen staat in de kleine zaal van hetzelfde pand het al even verbluffende Belgisch/Iraakse Use Knife dat onderstreept hoe goed de West-Europese en Arabische populaire muziek samengaan – of mevrouw Faber dat nou leuk vind of niet.

Moin - Rewire 2025 - (c) Parcifal Werkman
Moin – Rewire 2025 – (c) Parcifal Werkman

Elon Musk

Rewire 2025 wordt afgesloten door de grand lady Laurie Anderson. Eigenlijk is zij de tegenpool van Alvin Curran. Ondanks een toevallige top-40 hit – ruim vier decennia geleden – is haar werk eigenlijk veel meer Kunst met een kapitale ‘K’ dan de vrolijk rommelige projecten van haar in Italië wonende landgenoot. Waar Curran toch altijd een beetje in de marge moest rommelen is Anderson een lieveling van alle chique festivals en musea. En niet ten onrechte, want haar werk is prachtig. En hoewel ze de afgelopen twintig jaar toch regelmatig in ons land is geweest, blijkt haar optreden voor veel jonge Rewire-bezoekers een eerste kennismaking. De grootste zaal van het festival, de concertzaal van Amare met 1500 plaatsen, puilt uit.

Laurie Anderson - Rewire 2025 - (c) Alex Heuvink
Laurie Anderson – Rewire 2025 – (c) Alex Heuvink

Voor wie Anderson in de loop der jaren vaker zag, bevatte het optreden veel bekende elementen: Met die karakteristieke, warme stem voorgedragen teksten tegen en door haarzelf gecomponeerd instrumentaal decor en omlijst met videobeelden. Het eerste stuk is een bijna pamflet-achtige aanklacht tegen het huidige Amerika waarbij ‘verboden’ woorden als ‘inclusive’, ‘climate’ en ‘identity’ over het videoscherm rollen en Elon Musk het er nog eens extra van langs krijgt. Daarna volgt een lang verhaal over haar grootvader van wie geen portret bestaat. Het wordt hilarisch als ze met hulp van kunstmatige intelligentie gemaakte foto’s van haar grootvader vertoont. Voor het, heeft ze altvioliste Martha Mooke uitgenodigt. De twee duetteren en Mooke geeft Anderson nog meer ruimte om zich op haar teksten te concentreren.

In de finale zet Mooke een Chinees deuntje in gaat Anderson vóór in tai chi, de ’21-vorm’ om precies te zijn. Daar wordt de kitsch-grens toch wel een beetje overschreden. Hoewel, als je bijna 77 bent en Laurie Anderson heet, dan mag dat gewoon.

Laurie Anderson - Rewire 2025 - (c) Esmée de Vette
Laurie Anderson – Rewire 2025 – (c) Esmée de Vette
tekst:
Peter Bruyn
beeld:
Alvin Curran - Rewire 2025 - (c) Alex Heuvink
geplaatst:
di 8 apr 2025

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!