Zangeres Anja Huwe en voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen hebben méér met elkaar gemeen dan alleen hun geboortejaar. Beiden zijn ietwat gedistingeerde, platinablonde, sterke vrouwen die zich niet zomaar opzij laten zetten, ook al zijn ze de zestig al ruim gepasseerd. Hooguit zou je kunnen vaststellen dat Huwe meer swingt. Afgelopen zaterdag stond zij in de grote zaal van het Haagse Paard als ‘headliner’ van Grauzone 2025.
Daarmee lijkt een cirkel gesloten. Anja Hume maakte in de jaren tachtig deel uit van de groep Xmal Deutschland, een van de paradepaardjes van de zogenaamde Neue Deutsche Welle. Het festival ontleende z’n naam enerzijds aan de Zwitserse groep Grauzone, die destijds, in 1982, slechts één album maakte, maar tot diezelfde ‘Welle’ gerekend wordt.
Maar het sinds 2013 georganiseerde evenement verwijst naar méér dan die Zwitserse band. Grauzone staat ook voor de sfeer van de alternatieve rock in de vroege jaren tachtig die vaak gekenmerkt werd door industriële klanken, kille synthesizers en andere elektronica. De echo van de Koude Oorlog en ‘atoomdreiging’ waren in de vroege jaren tachtig nog volop in de muziek aanwezig. ‘Who the hell makes those missiles’ zong The Sound in 1980 onder aanvoering van Adrian Borland. En Echo & the Bunnymen traden datzelfde jaar in Paradiso op onder een camouflagenet en zongen in ‘Rescue’: ‘Things are wrong, Things are going wrong’. Om over de beklemming in de teksten en muziek van Joy Division nog maar te zwijgen.
Bij anderen, zoals het Berlijnse Einstürzende Neubauten en het Britse Test Dept waren het de instrumentale klanken, méér nog dan de teksten, die een dystopische sfeer opriepen. Een periode waarin pop en rock – veel meer dan nu, lijkt het – reflecteerde wat er in de wereld aan de hand was.
(Misschien reflecteert de hedendaagse, vaak minder op de buitenwereld gerichte muziek, trouwens ook wat dat de mensen vandaag – en dus ook de muzikanten – hun blik meer naar binnen gericht hebben. Dan vormen de eigen identiteit en de persoonlijke houding ten opzichte van complexiteit de belangrijkste inspiratiebron. Het zou kunnen verklaren dat politieke en maatschappelijke thema’s minder direct hoorbaar zijn in de muziek van vandaag – maar dat terzijde.)
Toen in 2013 het eerste Grauzone plaatsvond konden de programmeurs nog volop putten uit heropgerichte of nog altijd bestaande groepen uit die jaren tachtig. Echo & the Bunnymen, Chameleons, A Certain Ratio, Peter Hooks New Order-reïncarnatie, Lydia Lunch, ze kwamen allemaal voorbij in de eerste paar edities van het festival.
Maar we zijn inmiddels alweer bijna vijftien jaar verder en dan is het niet meer dan logisch dat veel van die bands niet meer optreden. Daarbij heeft Covid ook de nodige sporen achtergelaten. De organisatie van het festival definieert Grauzone ook abstracter – algemener – en gebruikt termen als ‘divers’ en ‘grensverleggend’ in combinatie met ‘geworteld of beïnvloed door de underground muziekscene van new wave en elektronisch tot psychedelisch en experimenteel’. Daar kun je dus heel veel kanten mee op.
Dat neemt niet weg dat het interessant is om te kijken of dat oorspronkelijke ‘Grauzone-gevoel’ nog altijd door de geprogrammeerde nieuwe generatie wordt uitgestraald. Zoals veel festivals heeft ook Grauzone met het verstrijken der jaren een neiging tot overdaad ontwikkeld. Drie dagen met zo’n zeventig concerten – DJ-sets niet eens meegerekend. Ik besluit mij tot één concertavond te beperken om niet in een oververzadigingsdelirium te geraken. De avond met Anja Huwe.

Als er één ding opvalt op Grauzone – en trouwens niet alleen op Grauzone – is het dat steeds meer groepen en solisten er niet meer op lijken te vertrouwen dat je met gitaar, bas, drums en klavieren muziek kunt maken. Vrijwel overal – ook als er een complete band op het podium staat – loopt er nog een ‘backingtrack’ met strings, beats, synths of stemmen mee, waarmee de mogelijkheden tot spontaniteit en improvisatie drastisch verminderd worden. Het zal de tijdgeest zijn.
De volgende stap, die ook al op het festival door menigeen gezet wordt, is dat alleen ‘backingtrack’ al voldoet, zonder verdere muzikanten. Vocalist alleen op het podium, zoals schlager- en volkszangers dat al decennia lang doen op bruiloften en partijen. Winstmaximalisatie, al zal in het geval van de Grauzone-artiesten ook meespelen dat men denkt de boodschap zo directer denkt te kunnen overbrengen – soms in combinatie met geprojecteerd beeld. Noem het maar ‘artistieke karaoke’. Soms staat er ook iemand met een bas, gitaar of klaviertje bij, maar dat is doorgaans vooral cosmetisch. Deze avond heten ze onder meer SRSQ, Riki, Korine en Xeno & Oaklander. Je staat er bij en vergeet het maar.

Gelukkig biedt deze Grauzone-zaterdagavond ook de nodige opwinding van musici die werkelijk ambachtelijkheid en opwinding etaleren. Zoals Chalk, een industrial punktrio uit Belfast dat met gitaar, drums en elektronica intense ‘noise’ creëert die zowel aan Hula als aan Foetus – beide jaren tachtig – herinnert, terwijl ook het legendarische New-Yorkse Suicide duidelijk niet ongemerkt aan de groep voorbij is gegaan.
Het verschil met die voorbeelden is echter dat Chalk over de technische mogelijkheden van de eenentwintigste eeuw beschikt en dat maakt hun geluid nog meer gefocust en nog scherper. Het is muziek die daadwerkelijk communiceert, al draagt de pose van zanger Ross Cullen daar minstens zoveel aan bij als de songs. En dat is gelijk de achilleshiel van de groep, want als na pakweg twintig minuten dat muntje valt, dan verdwijnt ook al snel de spanning uit het optreden.

Ook verrassend is het optreden van de Amerikaanse zangeres Shilpa Ray met haar band. Een klassieke rockbezetting en sterke songs. Op de beste momenten klinkt ze als een soort aan lager wal geraakte Peggy Lee en soms ook als een popvariant op Lydia Lunch, maar dat doet ze wat minder. Ze gooit er nog een ‘Jerry-Lee-Lewisje’ tegenaan door even flink met haar knie op haar pianoklavier te beuken en naarmate het concert vordert laat de groep er steeds meer ‘gothic country’-elementen in sluipen, inclusief wat fijne korte gitaarsolo’s – en daar had het festival wel behoefte aan.
Tegen half tien loopt de grote zaal van het Paard vol voor Anja Huwe. Sinds het uiteengaan van Xmal Deutschland eind jaren tachtig hield ze zich vooral bezig met beeldende kunst en fotografie en heeft ze eigenlijk amper meer muziek gemaakt. Afgelopen jaar verscheen haar eerste soloalbum ‘Codes’. Stijlvol en messcherp geproduceerd door Mona Mur die in Den Haag ook aan het klavier de vierkoppige begeleidingsband leidt en ruim veertig jaar geleden onder meer bemoeienis had met Einstürzende Neubauten.
Opmerkelijk is dat haar concert op het festival staat aangekondigd als Anja Huwe/Xmal Deutschland, terwijl er verder geen voormalige leden van die band in haar huidige groep zitten. Die dubbele affichering is echter terecht met het oog op het gespeelde repertoire. Minder dan de helft is afkomstig van het soloalbum. De rest zijn grotendeels Xmal Deutschland-klassiekers, inclusief het internationale succes ‘Incubus Succubus’. Huwe is geen groots zangeres, maar ze heeft stijl en persoonlijkheid en dat weegt minstens zo zwaar. Dat haar vier begeleiders het repertoire weinig subtiel inkaderen – zeg maar gewoon: grote stappen, snel thuis – werkt feitelijk in haar voordeel. Het maakt het gemakkelijker om binnen de lijntjes te kleuren.
Over Neubauten gesproken, de ‘praatzang’ van Anja Huwe en haar wat trage podiumbewegingen herinneren soms ook aan Blixa Bargeld, met vergelijkbare grote gebaren. Ook bij Huwe loopt er vaak een extra ‘backingtrack’ mee. Maar precies het nummer waar dat niet het geval is, ‘Zwischenwelt’ van haar soloplaat, groeit uit tot een hoogtepunt. Natuurlijk helpen de impact van het grote podium en het gevoel om daar als ‘headliner’ te staan, maar de Duitse maakt het na al die jaren afwezigheid toch maar waar.


Als een half uurtje na haar concert bij alle kleinere zalen rijen staan en de DJ-van-dienst in de foyer genadeloze camp-disco begint te draaien – ‘Yes sir, I Can Boogie’ – krijg ik visioenen van een dronken schoolfeestje en is de weg naar de garderobe snel gevonden. In de tram naar het station vink ik af: Nul Gaza, nul Oekraïne, nul klimaatcrisis, nul verrechtsing in Europa, nul Trump. Zijn de tijden toch minder ‘grau’? Of dwingt de tijdgeest in een andere richting omdat aan het onheil toch niet meer te ontsnappen valt en verandert de festivalnaam bij een volgende editie in ‘Escape’?
De openingsregels van het mooiste nummer van Anja Huwe schieten weer door mijn hoofd:
Alles, was war, soll wieder sein
Dem Himmel so nah
Nie mehr allein
Der Anfang vom Ende
Daar kun je natuurlijk alle kanten mee op, maar dat is wellicht juist de kracht.
Gezien: Grauzone, zaterdag 8 feb 2025, Paard, Den Haag