Untitled #370

Francisco Lpez untitled 370

Geluid is bij uitstek een middel om beelden mee op te roepen. Francisco López is daar een meester in.

Untitled #360

Francisco Lpez Untitled 360

Het is geen geheim dat we het oeuvre van de stille experimentele componist Francisco López vooral kunnen appreciëren als er ook effectief iets te horen valt.

Electronic Thisturbance

Thisco is stilaan naam aan het maken met een reeks bevreemdende compilaties. In het verleden wisselde de kwaliteit op die verzamelcd’s nogal, maar dit exemplaar is een schot in de roos. Rode draad doorheen de tien aanwezige nummers is ofwel een vervormde vrouwenstem, ofwel poëzie, ofwel beide. Het resultaat doet ons denken aan de betere releases van Cramned en Crépuscule uit de jaren tachtig, twee labels die de art in the fart ook hoog in het vaandel voerden. Het mag dan al klinken als tot kunst verheven industrieel klinkende elektronica, de nummers zijn stuk voor stuk om van te smullen. Von Magnet levert zowel een staaltje ultieme vervreemding, als een heel poëtische track. Jarboe verrast met haar intens voorgedragen tekst zonder enige muzikale begeleiding. Vier minuten kippenvel is het resultaat. Terre Thaemlitz neemt ons mee naar een aan Twin Peaks grenzend universum terwijl Francisco Lopez ons eventjes wakker komt schudden met zijn hels lawaai. Wild Shores verbaast met een aan Serge Gainsbourg verwante track, waarin een gedicht van Germain Nouveau in een warm elektronisch bad wordt ondergedompeld. Verderop krijgen we ook nog Téléphérique en een geslaagde samenwerking tussen Rasal.Asad en Sci-Fi Industries. Het ontbreken van elke dansbaarheidsfactor, zelfs bij Sci-Fi Industries, geeft ons de terechte indruk dat elke deelnemer zijn beste laptopje heeft bijgedragen. Uitermate geslaagde luistertrip!

Vento Elektra

De elektrische wind van deze mysterieuze geluidsonderzoeker steekt maar traag op. Via gemanipuleerde elektriciteit en elektrische signalen wordt een ijl gezoem opgebouwd dat (denk Francisco Lopez) gemaskeerd wordt door een dikke laag stilte. Tussen de elfde en de twaalfde minuut komt Ilios ter zake. De elektriciteitskast ontploft knetterend en het daaropvolgend brandje dooft (te) traag uit in microgeluiden en signalen op onderbewust niveau. In de finale wordt welgekomen extra stroom geleverd door een brommende generator. De trouwe lezer weet dat ondergetekende geen groot voorstander is van remixen, maar deze tegenvallende cd van dik drie kwartier reduceren tot drie fantastische minuten, lijkt ons een lonend experiment.

Burned Bridges And Lost Loves

Het conceptuele remixproject heeft de eindmeet bereikt. Net als op voorganger ‘Power Friends And Devoted Lovers’ wordt aan een dertigtal elektronische/experimentele grootheden gevraagd om een track uit TV Pow’s ‘Friendship Patrol’ opnieuw uit te vinden. Dit resulteert in een broeierige opeenstapeling van stemmetjes, piepknor, microgolfklanken, gecomponeerde stiltes, oortesttonen en gecontroleerde noise. Het deelnemersveld bestaat uit een evenwichtige mix van hipheden (Wolf Eyes en Alva Noto), gereputeerde namen (Francisco Lopez, Zbigniew Karkowski en Illusion Of Safety) en beloftevolle nieuwkomers. Er wordt gezoemd, gekraakt en geplopt dat het een lieve lust is. Dankzij de verscheidenheid van de bijdragen (zuivere veldopnames staan zij aan zij met artificiële ritmes) kan deze dubbel cd ook dienstig zijn als introductie tot de minimale experimentele scene.

Truth Becomes Death

Alien8 Recordings is lang niet het eerste elektronicalabel dat zijn catalogus (David Kristian, Francisco López, Tim Hecker, Tomas Jirku) uitbreidt met meer gitaargerichte releases en in die zin zeker niet uniek. Ook bij Warp bijvoorbeeld hebben ze al een hele tijd ingezien dat stilistische verruiming een noodzakelijke voorwaarde is om commercieel te overleven, naast een kwestie van artistieke geloofwaardigheid. Nadja, een project van de in Toronto residerende literator en muzikant Aidan Baker (ARC) (gitaren, stem, drumcomputer, fluit, piano) en zijn echtgenote Leah Buckareff (bas, stem), wordt door het label aangekondigd als een metalrelease. Daarbij vallen echter ook de begrippen ambient, doom en drones. ‘Truth Becomes Death’ behoort onmiskenbaar tot de familie van de gitaardrones, zoals we die kennen sinds Earth en recente acolieten Asva, Growing, Sabers, Fear Falls Burning en natuurlijk Sunn 0))). Tegelijkertijd onderscheidt Nadja zich van deze bands en wel om drie redenen. Ten eerste worden de monstergitaarriffs ondersteund door rudimentaire, narcoleptische computerritmes en percussie die destijds ook de sound typeerden van Godflesh of Dead World. Ten tweede evoceren de drie nummers telkens een specifiek thema, dat vervolgens vertaald wordt in een ander, breder klankenspectrum. Hierdoor ontstaan afwisselend andere structuren, daar waar bijvoorbeeld Sunn 0))) vaak blijft borduren op een en dezelfde riff. Laag na laag worden de nummers opgebouwd en net wanneer je denkt dat het geluid compleet dicht gesmeerd is, komt er nog een extra epische bovenop waardoor het geheel haast een symfonisch karakter krijgt. Etherische soundscapes, ten slotte, dirigeren ‘Truth Becomes Death’ naar een nieuwe esthetica waar Troum en de shoegazers Slowdive lijken te assimileren. Waar Sunn 0))) vooral live tot zijn volle recht komt, is Baker er in gelukt om het beste dronesalbum te maken sinds ‘Earth 2’. Nu al met stip op nummer één in de eindejaarslijst en we zijn nog niet eens halfweg!

Alter

Derde in een reeks remixalbums voor Hydra Head, het compromisloze label van Aaron Turner van ISIS. Deze keer wordt de extreme legering van metal, (post-)hardcore en noise van het Zwitserse Knut aan een dissectie onderworpen. De lillende stukken werden nadien terug bij elkaar gegooid en het resultaat is nog brutaler, nog experimenteler. Helemaal Knut dus. Om hun eerste decennium in de frontlijn van progressieve metal en hardcore te vieren, hebben ze de afgelopen jaren heel wat artiesten gecontacteerd waarvan ze vermoedden dat die iets relevant zouden aanvangen met hun vier releases voor Hydra Head. Die opdracht was quasi rond in 2004, maar het was wachten op de uiteindelijke selectie. Die bestaat uit even sterke als afwisselende bijdragen –van ambient, breakbeats, grindcore tot massa’s noise- van onder meer Dither, Dälek, J.K. Broadrick (Jesu, Godflesh), Mick Harris ( Scorn), Spectre, Oren Ambarchi, KK. Null (Zeni Geva), Francisco López, Asmus Tietchens en Ontayso. Namen dus die moeten volstaan als verkoopsargument

Untitled #164

Soms lijkt het alsof de Spaanse elektronicaspecialist Francisco López de afgelopen twintig jaar aan de lopende band muziek produceert. Vijf (of meer) complete uitgaven per jaar zijn geen uitzondering. Meer moeite heeft hij met het verzinnen van titels. Vandaar dat hij zo vaak teruggrijpt naar het voorspelbare ‘untitled’ met een nummer erachter. Zo ook zijn nieuwste opus, ‘Untitled #164’, uitgebracht door het Nederlandse Unsounds.
Zijn titels mogen dan voorspelbaar zijn, zijn muziek is dat allerminst. López grossiert in klankschappen waarin hij de luisteraar meeneemt op reis langs even indrukwekkende als onopvallende proeven van klankbouwsels. Zo ook op ‘Untitled #164’, waarin de Spanjaard opnamen (eigen en die van anderen) gebruikt die twee jaar geleden gemaakt werden in Brussel in het kader van het door hem geïnitieerde project Brussels sonic matter.
Het is een zich langzaam ontwikkelend werk van industriële proporties, waarin gaandeweg meer gebeurt. De luisteraar wordt meegesleept langs kleine klankuitbarstingen om aan het eind de volle lading over zich heen te krijgen. Wie de stad Brussel probeert te herkennen in deze soundscape, komt bedrogen uit. López’ geluidsmateriaal lijkt eerder te bestaan uit opnamen van lege ruimtes, ondergronds en onbewoond. De gebruikte klanken zijn onaards, groezelig (net als het cd-doosje), spookachtig zelfs. In dit opzicht is ‘Untitled #164’ te vergelijken met eerdere werken als ‘La Selva’ (uit 1997) en –vooral– ‘Buildings (New York)’ (uit 2001).
Krachtig en imposant is ‘Untitled #164’ zeker. In hoeverre het ook op kan tegen onbetwiste meesterwerken als ‘La Selva’ en ‘Buildings (New York)’, zal de toekomst leren.

Hinterlands

Alles komt terug, dus ook digitale dub, al dan niet in combinatie met etnisch gekleurde elektronica en slome industriële hiphop. Het Griekse (!) Tokyo Mask heeft het beste uit dit alles weten destilleren. Kostas Karamitas is duidelijk vertrouwd met de sterkste voorbeelden uit het verleden O Yuki Conjugate, Muslimgauze en Summitmaar benadert dit alles vanuit een hedendaagse, ietwat minimalistische invalshoek. Door bij momenten ook voluit de weg op te gaan van sfeervolle drones bewijst hij niet zomaar de zoveelste recyclageartiest te zijn. Twee gastmuzikanten helpen hem bovendien met (bewerkte) bas en gitaar waardoor het totaalgeluid aanzienlijk organischer wordt. De elektronica krijgt voldoende ruimte, ademt en details worden waar nodig uitvergroot. Toch is het vooral de kadans die hypnotiserend werkt. Het is nog weinig muzikanten gegeven om met iets nieuws en origineels op de proppen te komen. Wie zichzelf niet bij voorbaat buiten spel wil plaatsen, moet zich focussen op kwalitatieve nummers die blijven nazinderen. Kostas Karamitas heeft dat duidelijk begrepen. Op ‘Hinterlands’ staan acht zo’n nummers. Als dit ook geldt voor alle andere releases op Low Impedance dan is het hoogtijd om ook Mormo, 16Stages, Kamotek, Pridon, Scott Arford en The Missing Ensemble te checken. Francisco Lopez hoeft uiteraard al lang niet meer geïntroduceerd te worden.

Production And Decay Of Spacial Relations vs. Reproduction and Decay Of Spatial Relations

Ter gelegenheid van een dikke kwarteeuw Z’EV studio-opnames, grijpt Die Stadt terug naar de begindagen (1981), toen Stefan Weisser alias The Sha’ul Z’EV Persona vooral bekendstond als een éénpersoonsmetaalbedrijf dat kakofonische geluidssculpturen creëerde. Natuurlijk zijn deze magische performances in wilde stijl (de grens met een vrachtwagen vol schroot die slagzij maakt is soms erg dichtbij) het best bekend, maar zelfs het vroegste werk van deze sjamaan maakt duidelijk dat er uit meerdere olievaatjes getapt wordt. Het ijzergeschraap leidt evengoed tot dreunende ambient, en sommige percussiemomenten neigen zelfs naar minimal invloeden (vervang de vrachtwagen van zonet door een goederentrein). Als restant van een langdurig verblijf in Amsterdam, dragen de tracks Nederlandstalige titels (‘Vuur Uur’, ‘Vers Licht’ enzovoort). De originele elpeehoes is bewaard gebleven voor deze cd heruitgave, maar we krijgen enkele extra’s. De bonustracks (opgenomen in 2005) herwerken de oorspronkelijke bronnen, maar we zijn vooral gecharmeerd door de tweede cd die meereist met de eerste vijfhonderd exemplaren. ‘That Was The Year That Was What It Was’ herbergt gevarieerd materiaal uit 1982. Naast de gebruikelijke titaniumbewerkingen vinden we ook experimenten met platenspelers, en restanten van een creatieve botsing tussen geluidscassettes en scheermesjes. Op de cd ‘Untitled’ koppelt Z’EV zijn krachten aan die van collega-percussionist David Linton ter gelegenheid van een concert (november 2006) in Bremen. Beide heren leveren solomateriaal en bewerken elkaars bronnen, wat resulteert een breed gamma aan geluiden, van strakke percussie met tapefragmenten (een dominee praat over de Wrede God) over drones tot verrassende ritmische elektronica die naar Coil lonkt. Min of meer dezelfde procedures vinden we op de cd ‘Buzzin’Fly/Dormant Spores’ waar Z’EV en stiltemeester Francisco Lopez elkaar klankmatig bestuiven. Men is karig met informatie over het bronnenmateriaal, maar we zijn wellicht niet ver van de waarheid als we stellen dat tot drones vervormde veldopnames en natuurgeluiden het opnemen tegen vibrerend metaal. Kenners zullen ook opmerken dat Lopez abnormaal luid klinkt, soms wordt de grens van het hoorbare zo ver overschreden dat er bijna sprake is van een normaal geluidsvolume.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!