728x90 MM

Mount A

HildurGudnadottir MountA

Voor ons was ‘Without Sinking’ een van de belangrijkste platen van vorig jaar. De multi-instrumentaliste Hildur Gudnadóttir leverde een uitzonderlijke mooie parel af die overduidelijk refereerde naar het sacrale werk van Arvo Pärt en John Tavener. Eerder leverde ze ook al hand- en spandiensten voor Pan Sonic, Valgeir Sigurdsson, BJ Nilsen & Stilluppsteypa, Nico Muhly, The Knife en Wildbirds & Peacedrums. Die prijken hoog op haar curriculum vitae net als haar lidmaatschap van het collectief Kitchen Motors, waar ze samenwerkte met Jóhann Jóhannsson. Het Britse Touchlabel brengt deze maand met ‘Mount A’ vroeger werk (in 2006 uitgebracht op 12 Tónar onder de artiestennaam ‘Lost In Hilderness’) opnieuw uit. Opvallend aan ‘Mount A’ is de rijke schakering van de klanken, de symbiose van de vele instrumenten – onder meer viool, cello, gamelon, vibrafoon en piano – die ze allemaal zelf inspeelde en die Gudnadóttir hier moeiteloos met elkaar weet te verweven. ‘Mount A’ is niet alleen een bevestiging van het uitzonderlijke talent van deze Ijslandse componiste; de fluweelzachte, integere, klassieke leefwereld past ook perfect binnen de koers die het Touchlabel sinds een aantal jaren vaart.

26000

Angel 26000

Het engelachtige samenwerkingsverband tussen Ilpo Väisänen (Pan Sonic) en Dirk Dresselhaus (Schneider TM) mediteert op deze cd (of voor de vinylliefhebbers: lp) over het zelfvernieuwingsproces van planeten: een cyclus die een slordige 26000 jaar duurt. Om dit in muziek uit te drukken, wordt de inhoud van een gemiddeld middenklassetuintje (hout, glazen ornamenten, vogels, insecten en metalen gebruiksvoorwerpen) binnenstebuiten gedraaid en elektronisch vervormd. De mix van concrete geluiden, drones en samengeperste noise krijgt nog meer diepgang door de dreunende bijdragen van celliste Hildur Gudnadottir (Pan Sonic), gitarist Oren Ambarchi en klankentapper BJ Nilsen. Maar wie zijn muziek graag achterovergeleund consumeert, willen we wel waarschuwen dat ‘26000’ ook heel wat harde en experimentele momenten bevat, waardoor het gebogen metaal van Organum en de output van musique concrète componisten als Lionel Marchetti beter geschikt zijn als referenties dan het zoveelste experimentele dreunplaatje.

Eye Of The Microphone

BJNilsen EyeOfTheMicrophone

Twee releases die zich op het snijvlak van muziek, sound art en puur omgevingsgeluid ophouden. Lemures in een samenwerking van de Italianen Enrico Coniglio en Giovanni Lami. Coniglio maakte eerder mooie – zij het soms wat brave – platen waarop ambient en modern klassiek hand in hand gingen, terwijl Lami als field recordist en drone-artiest actief was. Beide verwerkten eerder omgevingsgeluiden in hun opnamen, vooral ondersteunend, maar op ‘Lemuria’ spelen ze de hoofdrol. Een archief aan veldopnamen van onvermelde origine werd digitaal bewerkt tot uitgebeende, gereduceerde abstracte geluiden, waarmee het duo aan het improviseren ging. De plaat begint met een mooi deel waarin bewerkte percussieve geluiden associaties oproepen zonder herkenbaar te zijn – voetstappen? pingpongballen? – terwijl heel in de verte vlagen volksmuziek lijken langs te waaien. Maar snel gaat de compositie, en eigenlijk de hele plaat, over in uitgerekte soundscapes opgebouwd uit wat lijkt op wind, water, tractormotoren, transistor-brom, verkeer, et cetera. Veel drones dus, met een paar mooie momenten, zoals het begin en einde van deel III, waarin het geheel een beetje melodischer van toon is, en in wel iets weg heeft van werk van Marcus Fischer en andere 12K-artiesten. Maar Lemures spreken uiteindelijk niet echt tot de verbeelding, en proberen dingen die bijvoorbeeld Francisco López veel beter heeft gedaan. BJ Nilsen bouwt zijn muziek al vanaf het begin van zijn carrière op omgevingsgeluiden, maar bewerkt en verwerkt ze meestal tot ambient- en dronecomposities. Daarmee is hij minder een hardliner in het field recordings-genre dan iemand als Chris Watson, maar produceert hij tegelijk wel platen die niet alleen maar klinken als een academisch onderzoek, en vaak erg mooi zijn, zoals ‘The Short Night’ (GC#84). Op ‘Eye Of The Microphone’ ligt het accent weer wel sterk op omgevingsgeluiden, in dit geval die van Londen. Tijdens een artist in residency in het Urban Laboratory aldaar componeerde hij drie lange stukken, als een audioversie van The City, het oude hart van de stad. Hadden we moeten raden, dan hadden we eerder Trondheim gezegd. Glaciale drones, wind en zeeslag en overstemmen het amper hoorbare geroezemoes van het verkeer. Initieel zijn de composities erg abstract, maar gaandeweg geeft Nilsen wat meer vorm aan de drones, met name op het Thomas Köner-achtige middenstuk, dat de luisteraar hypnotiseert en onderkoelt. Ook het laatste deel kent een aantal mooie passages, maar wat het geheel betreft, weet Nilsen niet het niveau van eerder werk te bereiken. Misschien is Londen toch minder spannend dan we dachten.

Nijmegen Pulse

AlanCourtisBJNilse NijmegenPulse

Het Nijmeegse Extrapool en cd-label Korm Plastics (van Frans de Waard) nodigen voor de Brombron-reeks altijd twee geluidskunstenaars of muzikanten in de studio om gezamenlijk aan een project te werken. Alan Courtis en BJ Nilsen konden zich niet tot de studio beperken en namen geluiden op in het hele gebouw van Extrapool en tevens in de stad. ‘Nijmegen Pulse’ is gemaakt met een fascinerend instrumentarium dat bestond uit een Phillips orgel, een elektrische gitaar en een flinke batterij opname–apparatuur: geluidsmicrofoons, contactmicrofoons, zelfgemaakte hydrofoons, digitale opnameapparatuur en een cassettewalkman. Minstens zo fascinerend is dat stilte – of nagenoeg stilte – een zeer voorname rol speelt in het resultaat. Het openingsnummer ‘Snelbinder Collectief’ begint al met vier minuten waarin slechts af en toe en heel vaag iets te horen is. Dan dringt een kleine twee minuten iets aan geluid naar voren, om snel weer weg te zinken in stilte. Het roept onvermijdelijk vragen op over de (noodzakelijke) verhouding tussen geluid en stilte als elkaars afbakening. Wat er op ‘Nijmegen Pulse’ aan geluiden te beluisteren valt, strekt van abstracte, elektronische geluiden tot field recordings, van geruis, geratel en drones tot stedelijke geluiden. De afsluiter ‘As Subtle and Brutal As Nature’ is misschien de mooiste collage van allerlei herkenbare en minder herkenbare geluiden, afgewisseld met min of meer stiltes. Dan nog een aardige apotheose – een ‘gevonden done’ – en de (relatieve) rust keert weer. In al zijn – niet refererend aan enige stroming – minimalisme is dit een fascinerende luisterplaat. Noise hoeft niet hard te zijn en de stad kan stil zijn, voor wie het wil horen.

Hazard

Bij voorkeur thuis te gebruiken/schudden voor gebruik. 2004. Feiten en fictie. Er is nog steeds geen betere muziekvorm te vinden waar DIY zo’n pertinente rol speelt als in de elektronicawereld. Platen en parels worden geboren op de slaapkamer en experiment is nog steeds gemeengoed. Muzikale creativiteit die vaak niet vertaald wordt in het livegebeuren, want hoe goed er ook gezocht wordt naar een volwaardig liveconcept, de achillespees van de elektronica blijft het liveconcert. Twee opvallende actuele livereleases zijn Bj Nilsen en ‘Sound Chambers’. BJ Nilsen concerteerde, onder de vleugels van Fennesz op de Touchavond van het Weense Generator Festival. ‘Hazard’ leunt op het gebruik van natuurelementen, het muziekstuk opent en eindigt met een onweer en het gezoem van een bij kondigt het tweede deel van de plaat aan. Nilsen houdt alles erg strak, buigt het geheel soepel en efficiënt om tot een soundscapelandschap. Hij speelt subtiel met het geluidsvolume en met de opbouw van het stuk. Het einde van de plaat, een openzetten van alle registers, refereert duidelijk naar de Touchrelease ‘Organ Works Past Present & Future’, waarop diverse geluidsarchitecten het typische geluid van de orgelklank interpreteren. ‘Sound Chambers’ brengt drie meesters van de elektronische improvisatie, Ekkehard Ehlers (laptop), Joseph Suchy gitaar) en Franz Hautzinger (trompet), samen. ‘Sound Chambers’ is een architectonische, grafische en muzikale installatie die opgesteld staat in het Museu Serralves in Porto. Binnen deze context zoeken de drie naar de mogelijkheden van de installatie. Hier is het vooral opvallend hoe sterk en goed de interactie tussen de verschillende spelers, vrij van ego, werkt. Iedereen krijgt de ruimte om vrij in te spelen op de structuur en ideeën van de installatie en van de medespelers. Het eindresultaat is een open geluidscollage die een goed beeld heeft van het talent van de drie muzikanten. Eén plus één plus één is meer dan de aparte delen. Bij voorkeur thuis te gebruiken en schudden voor gebruik.

NIEUWS: Sonic Acts-special in Gonzo (circus) #125

Keer de nieuwe Gonzo (circus) om en lees alles over het Sonic Acts-festival dat eind februari plaatsvindt. Een bomvolle special met het volledige programma, achtergrond bij werk van Florian Hecker, Mario de Vega, BJ Nilsen & Karl Lemieux en een interview met Kurt Hentschläger!

ARCHIEF: Hildur Guðnadóttir

Hildur

De IJslandse componist Hildur Guðnadóttir won een Oscar voor de muziek die ze componeerde voor ‘Joker’. Al in 2010 had Hessel Veldman een gesprek met haar.

24 waanzinnige weekendtips

59797297 10157115572878704 687312123046395904 n

Welke openingen, concerten en tentoonstellingen mag je dit weekend niet missen? 24 tips waartegen geen enkel excuus overeind blijft.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!