Visionist


Louis Carnell is klaar met jouw labels en hokjes. Als Visionist is hij te onvoorspelbaar, uitdagend en excentriek om zich achter een genre te scharen. Zijn muziek vraagt niet om goedkeuring maar om interpretatie, want Carnell is op zoek naar het onbekende. Begin 2018 doet hij dat op Rewire en Artefact.

Ook voor de Britse artiest Louis Carnell wegen de laatste loodjes in het creatieve proces het zwaarst. Voor hem wil dat zeggen: zijn muziek uitbrengen is moeilijker dan zijn muziek maken. “Al die tijd hou je dat album bij je als een hechte vriend”, legt hij uit over Skype, een week nadat ‘Value’ verschijnt. Toch weet hij wat zijn taak als artiest is. “Je moet het wel loslaten, want dat is hoe muziek werkt. Maar tegelijk voelt het alsof je de controle verliest, alsof je iets dierbaars bent kwijtgeraakt.”
Juist voor Carnell is dit een spannend moment, want de albums die hij nu als Visionist maakt zijn niet meer voor de club bedoeld. Visionist maakt geen muziek die direct moet bevredigen. Zijn elektronische muziek is tegenwoordig experimenteel, conceptueel en persoonlijk. In plaats van dansende lichamen vraagt ze om gespitste oren. Zijn muziek heeft geen goedkeuring nodig, alleen interpretatie.

Wisselstroom
‘Value’, het eerste album van Visionist na zijn indrukwekkende debuut ‘Safe’, gaat over de merkwaardige positie die een artiest in de hedendaagse (underground) muziekindustrie bekleedt. Zijn album is een persoonlijke ontdekkingstocht naar wat een artiest maakt en hoe dat uiteindelijk in de handen van een publiek terechtkomt. Het is een onrustig album geworden dat zich niet zomaar laat vastpinnen. Zo opent ‘Value’ met de schizofrene vocalen van ‘Self-’, die verdampen in een epische ouverture. Vanaf dat moment combineert hij klassieke piano-elementen met door de computer vervormde stemmen, abstracte synthesizerpatches en korrelige beats die over kapotte clubspeakers lijken af te spelen.
Er loopt een wisselstroom door het album die stuitert tussen chaotische, beklemmende segmenten en ruimtelijke stukken vol licht en lucht. Het licht van ‘Homme’ breekt door de knarsende beats van ‘New Obsession’ en baant de weg voor heftige arpeggio’s die alle ruimte weer opeisen. Deze dynamiek tussen beklemming en ruimte kennen we uit de muziek van de Litouwse producer J.G. Biberkopf. Waar diens muziek uitwaarts keert door naar eigen zeggen de grenzen te verkennen van postkapitalistische machtsstructuren, keert de muziek van Visionist inwaarts. Carnell zoekt hier zijn artistieke grenzen op. Daarom barst de muziek op ‘Value’ soms uit haar voegen, alsof Carnell elk nieuwe nummer opnieuw wil bewijzen wat hij nog meer kan.

Paniekaanval
Met ‘Value’ uit die bewijsdrift zich in een totaalplaatje. Carnell werkte samen met filmmakers Teri Varhol en Pedro Maiaen. Voor de albumhoes liet hij zich fotograferen door de Belgische kunstenaar Peter De Potter, die onder meer verantwoordelijk is geweest voor de iconische hoes van ‘The Life of Pablo’ van Kanye West. Op de hoes van ‘Safe’ staart een lijkbleke Carnell in close-up je aan. Op de zwart-witfoto van ‘Value’ is het hele lichaam van Carnell onbedekt te zien, behalve het gezicht. Zijn lijf is verwrongen in een onmogelijke pose, waardoor het doet denken aan de anatomische perfecties van klassieke beeldhouwwerken.
Naar aanleiding van de albumhoes vertelt Carnell over zijn nieuwe houding: “Als ik naar jou kijk, dan vraag ik om je goedkeuring. Door op de voorkant van ‘Value’ naar mijzelf te kijken laat ik mijzelf zien dat ik sterk ben. Bij ‘Safe’ had ik het nodig om bevestiging te krijgen van een publiek, maar nu moet ik mezelf als artiest leren begrijpen en de kracht in mezelf vinden om dat te doen. Daar horen mijn zwaktes ook bij.”
Zo lijkt Carnell zich schrap te zetten voor de ontvangst van zijn album. “Je werkt immers om bekritiseerd te worden”, stelt hij. “Het enige wat ik spannend vind is de vraag of mensen het album willen begrijpen, niet of ze het goed of slecht vinden. Het punt is: ik verwerk persoonlijke thema’s in de geluiden en klanken die ik gebruik, maar daarmee is mijn werk als artiest nog niet af. Ik ben continu bezig met het ontdekken van nieuwe dingen in mijzelf en in mijn muziek. Het kan altijd geraffineerder. Ik kan dat accepteren, maar ik weet ook dat ik de rest van mijn leven nooit iets zal maken dat echt als voltooid aanvoelt. Tegelijkertijd zal ik altijd beoordeeld worden op mijn muziek. Als artiest kun je je tegenwoordig niet meer verschuilen achter je werk. We zijn erg blootgesteld aan het publiek. We kunnen ons niet meer verstoppen.”
Daarom stopt Carnell juist zo veel mogelijk van zichzelf in zijn muziek. Op zijn debuut ‘Safe’ vond hij een manier om zijn eigen ervaringen met depressie en paniekaanvallen in zijn muziek te verwerken. Dat album is een muzikale vertaling van het gehele proces van het beleven van een paniekaanval. De stilte voor de storm wordt na het openingsnummer overgenomen door een beklemmende duisternis. De rest van het album is hectisch, donker en indringend. Alleen op het laatste nummer maakt Visionist weer ruimte voor licht. Elke paniekaanval waait vroeger of later over. Carnell blik terug op ‘Safe’: “Voor mij werkte dat album verlossend, omdat ik dat waar ik mee worstelde kon verwerken in iets wat ik fijn vind om te doen. Het had een genezende werking, al ben ik er niet helemaal door genezen. Ik heb nog steeds paniekaanvallen.”

Obstakels
Wat Carnell met het maken van ‘Safe’ niet had verwacht, was dat andere mensen het zo lastig vonden om het album te horen. Alsof ze niet kunnen accepteren dat hij met zulke donkere gevoelens kampt. Zo vertelde hij in een eerder interview dat zijn moeder ‘Safe’ niet kon aanhoren, omdat het haar te veel herinnerde aan de moeilijke tijden die hij heeft meegemaakt. “Bij dit album gaat het veel beter,” benadrukt Carnell, “ze kan ‘Value’ wel beluisteren omdat er een soort drijvende kracht in het album zit. Deze muziek lijkt te vertellen dat ik niet zomaar opgeef.”
Ondanks lovende recensies vond Carnell de ontvangst van ‘Safe’ onwennig. “Als je een eerste album uitbrengt begin je te begrijpen wat een publiek en wat de industrie van jou verwacht als artiest. Hoe houd je daar controle over? Uiteindelijk maak ik muziek omdat ik ervan hou. Ik wil niet dat externe factoren mijn werk kunnen censureren. Deze dynamiek tussen artiest, publiek en industrie is belangrijk, maar het zorgt voor veel obstakels. Ik probeer mijzelf daarvoor te behoeden. Mijn kunst heeft namelijk altijd de hoogste prioriteit. Ik moet me dus in een positie bevinden waarin ik dat kan blijven ontwikkelen.”
Met die gedachte is Carnell ‘Value’ gaan componeren. Zijn doel was om zijn muzikale spectrum te verbreden. Daarom hoor je elementen uit klassieke piano op de experimentele nummers van ‘Value’. “Voor mij zijn genres niet belangrijk”, vertelt Carnell over hoe de composities van ‘Value’ tot stand kwamen. “Maar geluiden zijn dat wel. Ik luister in elk genre naar hoe geluiden met elkaar te maken hebben. Wat mij betreft kan elk geluid in elk genre passen. Vroeger speelde ik al als tiener de piano. Er zijn veel mensen die ook de piano kunnen spelen, maar er zijn er niet zoveel die het kunnen combineren met andere geluiden. Ik wilde specifiek dat geluid combineren met de rest van mijn artistieke palet.”
De muziek van Visionist laat zich dus niet zomaar classificeren. Ook dat is een bewuste stijlkeuze van Carnell. “Als je in genres denkt neem je automatisch een hiërarchie over, waarin bepaalde geluiden horen bij bepaalde genres. Ik ben het daar niet mee eens. Geluiden kunnen overal horen. Dat is waar mijn muziek nu dus om draait: aantonen dat alles bij elkaar kan passen, als je het maar goed in je muziek verwerkt. Mijn vertrekpunt is dus niet het genre, maar de theorie. Mijn muzikale achtergrond probeer ik altijd toe te passen op mijn muziek, dus ik probeer ervoor te zorgen dat mijn muziek theoretisch gezien correct is. In de praktijk mag het nog wel alle kanten opgaan.”

Grime
Hier komen we bij Carnells voornaamste probleem met de muziekindustrie. Al jaren probeert hij met zijn eigen muziek uit het muzikale hokjesdenken te ontsnappen, maar er is een label dat hem maar blijft achtervolgen: grime. Als tiener stond Carnell in Nottingham bekend als een grime-MC en producer. Sindsdien wordt zijn muziek altijd vergeleken met de Britse afstammeling van hiphop, garage en jungle. Het punt is, Carnell maakt al lang geen grime meer en het label doet hem weinig goeds. “Het beperkt mij in de manier waarop ik muziek kan schrijven en het beperkt mijn mogelijke publiek en de manier waarop zij mijn muziek op waarde kunnen schatten.”
Daar speelt de muziekjournalistiek hem parten. Meerdere artikelen verwijzen naar Visionist als een grimeproducer, om vervolgens uit te leggen dat hij helemaal geen grime meer maakt. Voor Carnell is het frustrerend om zulke artikelen te lezen. “Wat een contradictie is dat! Ik ben een grime-artiest en ik ben geen grime-artiest. Als je concludeert dat ik geen grime-artiest ben, waarom schrijf je het dan op? Het is waar dat ik opgroeide met grime en dat ik vroeger in die scene actief was, maar door mijn nieuwe muziek zo te omschrijven schep je verkeerde verwachtingen. Je schuift me als het ware in de richting van een publiek dat misschien helemaal niets kan met de muziek die ik nu maak.”
Toch is er een interessante overlap tussen de hedendaagse muziek van Visionist en Carnells geschiedenis als grime-MC. ‘Value’ is het eerste album waarop hij met zijn eigen stem werkt. Voor ‘Safe’ zocht hij uren op YouTube naar de perfecte vocalen om te samplen. Nu doet hij het merendeel met zijn eigen stem. Dat kwam met zijn eigen nieuwe mogelijkheden en beperkingen: “Ik vond het eerst lastiger om mijn stem te verwerken omdat die niet helemaal zuiver is. Ik kan een noot houden, maar volledig zuiver zingen is wat anders. Gedurende het proces begon ik wel nieuwe mogelijkheden te zien. Het voelt vooral alsof er op dit gebied nog zoveel te ontdekken is. Er lijken geen grenzen te zijn aan de muziek die ik met mijn eigen stem kan maken.”

Eno
In die zin doen de ambities van Carnell denken aan Brian Eno die met het vorig jaar verschenen album ‘The Ship’ voor het eerst sinds decennia weer zijn eigen zang in een album verwerkte. Eno deed dat omdat hij er op latere leeftijd achter kwam dat hij een lagere C-noot kon halen en daardoor een heel nieuwe octaaf tot zijn beschikking heeft. “Dat is precies wat ik met mijn muziek probeer te bereiken”, reageert een enthousiaste Carnell na de vergelijking met Eno. “De dag dat je stopt met leren is ook de dag dat je stopt met leven. Het zijn de artiesten als Eno, die gedurende hun hele carrière blijven experimenteren, die mij het meest boeien. Ik kijk naar ze op, omdat ze zich zo vrij voelen in wat ze doen. Daarom voel ik niets voor het grimelabel. Ik heb het gevoel dat ik grime zo onderhand wel ken. Ik ben nu juist op zoek naar wat ik nog niet ken.”
Maar eerst is er nog ‘Value’. Carnell is nu pas bij het laatste hoofdstuk van dat album aanbeland. Hij heeft het werk nu uit handen gegeven en dan is het tijd voor bezinking en reflectie. “Ik moet die reis nu met dit album doormaken”, vertelt Carnell over de huidige fase in zijn carrière. “Waarom zou iemand mijn muziek moeten horen als ik gelijk aan iets nieuws begin? Ik haat daarom de vraag ‘wat verder?’ Een betere vraag is: wat nu? Mijn muziek is zo persoonlijk omdat ik er mijn eigen ervaringen in verwerk. Het zou dus haast slecht voor mijn geestelijke gesteldheid zijn als ik nu weer zou beginnen met componeren. Ik heb eerst de tijd en ruimte nodig om te ademen. Met tijd komt dan vanzelf weer afstand. En pas als ik die afstand voel kan ik weer aan het werk.”


Dit artikel verscheen eerder in GC #143.

Koop deze editie in onze webshop!

Live

07/04
13/02

Discografie

Value (Big Dada Recordings, 2017, lp)
Safe (Pan, 2015, lp)
I'm Fine, Part II ‎(Lit City Trax, 2014, ep)
I'm Fine ‎(Lit City Trax, 2013, ep)

Reacties