728x90 MM

Reportage Tengger

Kosmische verkenningen

Het Oost-Aziatische gezin Tengger lijkt permanent de zon achterna te reizen. Met synthesizer en harmonium als navigatie-apparatuur en de kosmische energie als brandstof. Zoon Raai kraait mee als hedendaagse sirene

Een Japans-Koreaans gezin inclusief tienjarig zoontje op kosmische expeditie. Met analoge synthesizers, een Indiaas handharmoniumpje en hemelse zang wordt dagelijks de zon begroet. De naam is Tengger, Mongools voor ‘uitdijend firmament’. In de verte echoot Krautrock.

Itta en Marqido kijken elkaar lang aan, zuchten diep en zwijgen. Dat zullen ze tijdens het gesprek nog vele malen herhalen; soms in een iets andere volgorde. De vragen zijn het probleem niet. Die verstaan ze met wat handen- en voetenwerk nog wel. Maar de antwoorden… Een paar uur later, tijdens het optreden, slaagt Itta er in om na ieder nummer ‘Thank you very much’ te zeggen. Dat hebben ze in ieder geval goed kunnen oefenen. De vraag was of Tengger, want zo heet de groep, het optreden als concert, kunstperformance of ritueel beschouwt. ‘Alle drie een beetje,’ zegt Marqido tenslotte. ‘Maar we zijn uiteindelijk musici’. Nu komt Itta ook los: ‘We waren ooit soloartiesten. Toen gingen we samenwerken en tien jaar geleden, in 2012, werd onze zoon Raai geboren. Vanaf dat moment noemen we ons Tengger.’ ‘Raai is nu volledig lid van de groep en het ritueel…’ Itta slaat haar arm om het ventje heen, dat net zulk lang en zwart haar heeft als zijn ouders. ‘Raai heeft een koutje te pakken,’ zegt ze. Het jochie fluistert iets bij zijn moeder in het oor. Zij wisselt op haar beurt wat woorden met Marqido en neemt Raai vervolgens mee naar boven, naar de hotelkamer, om hem onder de wol te stoppen.

Popol Vuh
Itta is Zuid-Koreaanse en Marqido Japanner. Het moet gezegd dat hun bekendheid voordat ze gingen samenwerken uiterst marginaal was. Ook in hun beider moederlanden wordt de muziek die via openbare kanalen te horen is immers gedomineerd door puur op commercie gerichte stromingen als K-pop en J-pop, beide imitaties van wat het goed doet op de Amerikaanse markt, maar met een Oost-Aziatisch likje verf. Tengger graaft echter in een traditie waar de gigantische Koreaanse en Japanse hit-machines zich allang van afgekeerd hebben. Een traditie waar ook Krautrockgroepen zich in de jaren zeventig door lieten inspireren. Geen wonder dat er nauwelijks een artikel over Tengger verschijnt waarin Marqido niet enthousiast Neu!, Cluster en vooral Popol Vuh als invloeden noemt.
Als je er over nadenkt is dat laatste ook weer heel logisch. De essentie van ‘Kraut’ was dat het Duitse muzikanten van de ‘boomer-generatie’ betrof die zich enerzijds wilden afzetten tegen de ‘Deutsche Kultur’ van hun ouders, die immers het nazisme had voortgebracht, en tegelijkertijd tegen de Anglo-Amerikaanse cultuur die verantwoordelijk was voor de imperialistische oorlog in Vietnam. Daarom werd er naar nieuwe inspiratiebronnen gezocht in Afrika, het Indiase subcontinent en het verre Oosten. Geen in rhythm-‘n-blues gewortelde rock, geen schlager, maar ritueel en zen.
Feitelijk zoekt Tengger naar eenzelfde ‘ongerepte’, en nog stevig met de natuur verbonden cultuur als de vroege Krautrockers deden. En beiden combineren daarbij traditionele, vaak ‘primitieve’ instrumenten met elektronica. Toch blijven de Tengger-albums in eerste instantie nog vrijwel compleet verborgen in de rafels van de muzikale marge. Daar komt pas heel langzaam verandering in als ze in de loop van het afgelopen decennium intensief in Europa gaan touren. Muzikale krentenpikkers willen dit excentrieke Aziatische gezin waarover alleen in de meest obscure muziekbladen wordt gesproken, wel eens met eigen ogen en oren beleven. Interviews zonder tolk blijken niet of amper mogelijk. In 2019 wordt ook Le Guess Who? aangedaan. Sindsdien vinden ook de Tengger-albums mondjesmaat hun weg naar de muziekbladen. Zoals ‘Spiritual 2’ uit 2019, ‘Nomad’ uit 2020 en het afgelopen jaar verschenen en in een fraaie roze mandala-hoes gestoken ‘Earthing’, waarvan de groep tijdens de huidige tour een flinke doos meesjouwt. Albums waarop Marqido analoge synths bespeelt in de Schulze- en Tangerine Dream-traditie en Itta daar doorheen dronet op haar Indiase handharmoniumpje en met haar hoge en ijle stemgeluid. Op die meest recente plaat is ook Raai te horen.

Suikerspin
Itta is inmiddels weer in de hotellobby teruggekeerd. Dat trekt het stokkende gesprek een beetje vlot: ‘Ja, reizen is heel belangrijk voor ons. Veel dingen zien. Veel culturen. En de natuur. Vooral de natuur… De geest van de natuur.’ Maar we zitten hier hartje Berlijn? Ervaren jullie dat ook als spiritueel? ‘Ja, ook de grote stad.’ Itta buigt zich even naar Marqido en fluistert iets in het Japans. Hij fluistert iets terug. De zangeres richt zich weer tot de interviewer: ’De zon is overal. Het hemeldak is overal. Ook in de stad.’ Ze haalt haar smartphone tevoorschijn en laat een vaag geruis horen. ‘Dit zijn veldopnamen die we vanmorgen gemaakt hebben toen we hier in de buurt wandelden…’
‘Wij voelen ons zelf ook outsiders in Korea en Japan. Wat wij doen heeft niets met de Koreaanse en Japanse muziek van nu te maken. Bij ons gaat het alleen om het contact met het universum.’
Deze tour is voor henzelf ook iets nieuws, zegt Itta: ‘Het grote verschil is dat Raai nu veel meer meedoet en ook zingt. Vroeger danste hij alleen maar op het podium.’
Vier uur later. In de donkere 8MM-bar, waar gewoonlijk vooral hipster-expats komen, mag bij wijze van uitzondering en op speciaal verzoek van de muzikanten tot tien uur ’s avonds niet gerookt worden. De plek zit goed vol – niet afgeladen. Itta komt het podium op en zegt dat Raai dit concert helaas alleen het openingsnummer mee kan doen, omdat hij zich niet goed voelt. Maar dat is wel een nummer dat hij zelf geschreven heeft: een ode aan de zonsondergang. Terwijl zijn vader een drone uit zijn synthesizers haalt, zet het tienjarige ventje een piepstemmetje op, voorzien van veel galm. Moeder Itta doet al snel mee. Binnen de kortste keren is de donkere ruimte, waar doorgaans rock-‘n-roll klinkt en macabere collages van undergroundfilms op de wand worden geprojecteerd, gevuld met de zoetst denkbare suikerspin-klankwolken. Dit is ver voorbij Kraut, dit is pure new age! Tegen het eind van het stuk pakken Raai en Itta er beiden ook nog een rammelbel bij.
Dan verlaat het jochie onder applaus de club en wordt weer naar het naburige hotel gebracht. Marqido en Itta vervolgen het concert zonder dat er veel verandert. De betekenis van de roze mandala op het ‘Earthing’-album wordt steeds duidelijker. De Japanner laat zijn synths het werk doen en de Koreaanse stuurt daar haar harmoniumpartijen als een ruimteschip doorheen. Kosmische verkenningen zijn het, waarbij Itta soms ook de tijd neemt voor bezwerende armgebaren.
Concert, kunstperformance, ritueel? ‘Thank you for coming,’ zegt Itta als de laatste noot gespeeld is en de doos met platen op tafel komt. Na de kunst de handel.

Dit artikel verscheen eerder in Gonzo #174

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!