728x90 MM

Tourbillon DObscurit

In de reeks New Series Framework presenteert het Sub Rosa-label elektronische noise, die volgens het label getuigt van “ongewone benaderingen van het geluidsmateriaal”. In de serie verschenen eerder bijvoorbeeld Cristian Vogel en Francisco López, geluidskunstenaars die hun sporen inmiddels wel verdiend hebben. Ook de Franse muzikale veelvraat Philippe Petit draait al even mee, als labeleigenaar van Pandemonium en BiP_HOp en in samenwerkingen met onder andere Lydia Lunch, Scanner, Kammerflimmer Kollektief, Leafcutter John en Simon Fisher Turner. Voor de ‘Tourbillon D’Obscurité’, dat als deel zes in genoemde Sub Rosa-reeks verschijnt, is Petit een samenwerking aangegaan met het Britse noise-gezelschap Vultures Quartet. Wat ze delen, is de onbegrensde blik op (experimentele) muziek en daarbij een interesse voor de duisterder hoeken en nissen. Die zijn, zoals de cd-titel al suggereert, ook in deze samenwerking te vinden. De vijf tracks worden gekenmerkt door de confrontatie van en de afwisseling van harde passages en meer ingetogen delen, tussen donkerder en helderder geluiden, tussen een grote geluidsdichtheid en de openheid in willekeurig verspreide accenten. De opener ‘Soufflé’ is meteen al een fascinerend geluidslandschap waarin een diepe bromtoon en stijgende en dalende fluittonen zijn gecombineerd met tinkelende bellen en akoestisch aandoende losse klanken. Regelmatig wordt ook gewerkt aan een toenemende dichtheid van geluiden tot een moment van verlossing. Op ‘El Hombre Que Se Sofoca’ werkt ook de jonge Mexicaanse geluidsartiest Israel Martinez met contrasten, maar zijn composities zijn veel vloeiender in verloop. De zes tracks op deze cd lopen naadloos in elkaar over. Mediakunstenaar en elektroakoestisch componist Martinez werkt vooral met de combinatie van elektronische geluiden en veldopnames, die hij al dan niet bewerkt. Die klanken legt hij in lagen over elkaar, laat hij aanzwellen, afnemen, verschuiven, en dergelijke. Een bijzonder fraai voorbeeld is ‘There Were People 1’, dat aanvankelijk klinkt als een opeenstapeling van metalige knarsende geluiden, na verloop van tijd aangevuld met een ratelen als van een stok langs tralies, en vervolgens weer met stemmen en een zware ruis, dat alles met een flinke galm, die van het ene op het andere moment ophoudt. Het titelstuk is een constante afwisseling van elektronische geluiden en loepzuivere veldopnames van de metro en woeste zee. Veel minder nadrukkelijk zijn de veldopnames in ‘Weekend’, dat juist wordt gedomineerd door elektronische geluiden, die steeds veranderen in volume, intensiteit en in textuur.

tekst:
Robert Muis
beeld:
VulturesQuartetPhi_Tourbillondobscuri
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!