Spinifex


In een rechtvaardige wereld was Spinifex allang wereldberoemd geweest. De internationale groep raast door de muziek alsof het een achtbaan is. Compositie en improvisatie wisselen elkaar in een razende snelheid af. ‘We zijn onderweg en laten voortdurend iets achter ons.’

‘Het geluid van de basgitaar heeft de attitude van rock’

‘Jazeker is disclipline belangrijk bij Spinifex,’ zegt trompettist Bart Maris. ‘Vooral in muzikaal opzicht.’ En hij parafraseert een onweerlegbare tegeltjeswijsheid: ‘To break the rule you have to follow the rule. Dat is natuurlijk een harde weg voor de kompels: alles perfect volgens de regels kunnen spelen, om vervolgens los te gaan…’
Op het podium is Spinifex precies dát. En dat geldt evenzeer voor het nieuwe project Spinifex Sings, waarbij twee zangeressen, de IJslandse Björk Nielsdottir en de Indiase Priya Purushothaman, het muzikale plaatje nog kleurrijker maken dan het al was. Bij de première in het Amsterdamse Bimhuis begint een willekeurig stuk met wat groepsgefriemel, waarna de zes instrumentalisten op een gegeven moment – alsof er een onzichtbare knop wordt omgedraaid – in een strak en melodieus thema schieten. Feilloos. De zangeressen zingen het woordloze thema mee. Alle ogen strak op de partituur gericht.
Soms houden de blazers in en leggen drummer Philipp Moser, gitarist Jasper Stadhouders en bassist Gonçalo Almeida een licht groovende en ritmisch spannende basis waarover Purushothaman vrijuit kan improviseren, terwijl de fragmenten waarin Nielsdottir soleert weer veel meer het karakter hebben van hedendaags gecomponeerde muziek. Niet zelden gaat zij met haar stem een duet, of zelfs een duel aan met een van de blazers.
Maar dan gaat die ‘knop’ weer om en is het thema terug, soms voor een enkele maat, soms langer, waarna Spinifex in de vertrouwde sextetbezetting, met Tobias Klein op alt- en John Dikeman op tenorsax, laat horen wat de groep als weinig anderen kan: voortdurend links of rechts afslaan in solo-, duo-, of groepsimprovisaties, om vervolgens als muzikale trapezeacrobaten weer precies op het juiste moment de stok van het thema te grijpen. Razendsnel overschakelend van King Crimson naar Duke Ellington en alles daartussenin.
Bart Maris formuleert het de dag voorafgaand aan het concert mooi: ‘We zijn onderweg en laten voortdurend iets achter ons. Eerst reizen we met een auto, dan met een boot en vervolgens lopen we weer. Die onderbouw van ieder stuk kan totaal veranderen. Dat is het ‘geheim’ van Spinifex, als je het zo wilt noemen.’
‘En een cultuur die binnen de band is gegroeid,’ vult Tobias Klein aan.

Zweep

Een bont gezelschap. Twee van hen zijn in Duitsland geboren, Klein en Moser. Er is een Belg, Maris, een Nederlander, Stadhouders, een Portugees, Almeida en een Amerikaan, Dikeman. Voor deze gelegenheid aangevuld met twee zangeressen uit nog andere delen van de wereld. En ze lijken muzikaal Alles te kunnen. Alles! In recensies komen met betrekking tot de complexiteit en strakke discipline van de Spinifexmuziek wel eens namen voorbij als Captain Beefhearts Magic Band, Zappa’s Mothers of de vele ensemble-gedaantes van John Zorn. Maar dat zijn allemaal groepen met een strenge, vaak ronduit autoritaire leider. Bij Spinifex is Tobias Klein als ‘langst zittend lid’ weliswaar degene die de nummers aankondigt, de band voorstelt, het archief beheert, de subsidies aanvraagt en het meest actief is als groepscomponist, maar dat hij ook met een zweep in de hand de groep drilt? Nou nee!
Misschien beantwoordt dat ook wel de vraag waarom Spinifex nog niet wereldberoemd is, hoewel ze dat vanuit artistiek oogpunt toch allang hadden moeten zijn. Waarschijnlijk omdat het concept ‘roem’ nu eenmaal gebaseerd is op het kunnen focussen op één persoon. Kijk naar voornoemde namen. Kijk naar het Sun Ra Arkestra, hoewel dat weer heel andere muziek is.
Maar desondanks bestaat Spinifex toch alweer zo’n kleine twintig jaar. Het verhaal begint rond de eeuwwisseling, als drie Amsterdamse muzikanten met een bovengemiddelde belangstelling voor de sterk ritmische, Zuid-Indiase karnatische muziek The Karnatic Lab oprichten: Tobias Klein, fluitist Ned McGowan en trompettist Gijs Levelt. Onder die vlag organiseren ze regelmatig concerten in de – vandaag niet meer bestaande – Badcuyp in Amsterdam. En er is een band, Bhedam, nog behoorlijk Indiaas georiënteerd.
De drie willen echter méér. Een grotere groep met meer mogelijkheden en meer muzikale kleur. Dat wordt het Spinifex Orchestra. Negenkoppig. Het eerste concert vindt in 2006 plaats en de debuutplaat ‘Triodia’ verschijnt in 2008. Daarop is al heel wat van het karakteristieke Spinifex-geluid terug te horen. De beslissende stap volgt echter als Levelt en Klein enkele jaren later het Spinifex Quintet beginnen, al spoedig ingekort tot simpelweg Spinifex. De naam is trouwens ontleend aan een stugge en stekelige Australische grassoort.

Woestijnplanten

‘Gijs en ik zochten een kleinere en flexibelere groep waarmee we ook gemakkelijker en vaker konden optreden,’ vertelt Klein. ‘Echt een working band.’ Ze trekken Almeida, Stadhouders en Moser aan. Gitarist Jasper Stadhouders maakt op dat moment net naam met Cactus Truck – ook al zo’n aan woestijnplanten refererende groepsnaam en zo ongeveer de ruigst denkbare noise-jazzband. En Philipp Moser maakt deel uit van de metalband Cilice.
‘Gijs kwam met Philipp aanzetten,’ vervolgt Klein. ‘Vanwege diens mathrock-achtergrond. Gijs en Ned McGowan waren ook hele grote Meshuggah-fans. En Philipp bleek heel goed met die complexe ritmes om te kunnen gaan die wij speelden. Vanaf het moment dat hij erbij kwam werd het geluid ook meer ‘rock’. In de jazz zijn er weinig drummers die geloofwaardig rock kunnen spelen. Ook al zijn ze technisch nog zo goed en proberen ze het nog zo hard, het is het meestal nèt niet.’
Wat ook bijdraagt aan het ‘rockgeluid’ is dat Gonçalo Almeida bij Spinifex-concerten consequent zijn contrabas thuislaat. ‘Het heeft met het volume te maken,’ zegt de Portugees. ‘Al zijn er stukken die ik wat dat betreft ook wel op de contrabas zou kunnen spelen. Maar het geluid van de basgitaar heeft gewoon een ander karakter. En het heeft de attitude van rock.’
‘Het is gewoon zo gegroeid,’ vervolgt Tobias Klein. ‘In die kwintetbezetting viel alles op z’n plaats en daar kwam vervolgens de dynamiek van de huidige groep uit voort.’
In 2015 verlaat Gijs Levelt de groep. Tenor-powerblazer John Dikeman, die met Stadhouders in Cactus Truck speelt, komt erbij. Korte tijd later volgt trompettist Bart Maris die tonnen aan ervaring meesleept bij groepen als X-Legged Sally, Flat Earth Society, Simpletones en ongeveer iedereen die iets te betekenen heeft in de Belgische popmuziek.
‘Met John ging het geluid nog iets meer richting hardcore-rock,’ zegt Klein. Almeida knikt instemmend: ‘Iedereen in de groep heeft een heel uitgesproken eigen karakter. En John en Bart bleken daar heel goed bij aan te sluiten. Muzikaal, maar ook als mens. Dat is karakteristiek voor deze groep.’
Composities blijven het uitgangspunt bij Spinifex, maar de improvisatie eist steeds meer ruimte op. ‘Met Jasper, John en Bart hebben we drie muzikanten in de groep met een heel sterke impro-achtergrond,’ zegt Klein. ‘Terwijl Spinifex in de begintijd gedomineerd werd door mensen die het componeren heel belangrijk vonden. Maar tegelijkertijd kunnen bijvoorbeeld John en Jasper ook heel goed muziek lezen. Dat is bijzonder.’
‘De nummers zijn natuurlijk ook een vehikel om de improvisaties een kader te geven,’ valt Maris bij. ‘De improvisaties maken evenzeer het nummer als het gecomponeerde kader. Dat maakt het plezant.’ Het eerste album dat in de huidige bezetting wordt gemaakt is ‘Amphibian Ardour’ in 2017. ‘Dat had geen overkoepelend concept, maar wel wat uitstapjes naar meer vrijheid,’ zegt Klein. ‘Ik probeerde wat meer abstracte en ontregelende stukken te componeren.’

Bibliotheek

Bart Maris benadrukt dat hij bij zijn komst naar Spinifex onmiddellijk zijn eigen weg is gegaan, ook bij de al oudere stukken op het repertoire: ‘Ik ga niet iemand kopiëren. Er wordt wat mij betreft een nieuw verhaal gemaakt.’ En Gonçalo Almeida: ‘Ik zag de komst van Bart en John ook niet als een ommekeer, maar als een evolutie. Ons volgende album, ‘Soufifex’, was weer wat thematischer, want beïnvloed door de muzikale soefi-traditie. Behoorlijk homogeen. Dat voelde als een continuïteit. Daarbij komt dat we steeds meer bekend raken met de klankkleur van elkaars instrumenten en spel.’
Opmerkelijk is wel dat het meest recente album van de groep, het in 2021 verschenen ‘Beats The Plague’, duidelijk harder klinkt. Rockender. ‘Wellicht doordat het gemixt is door een gitarist,’ zegt Almeida, doelend op X-Legged Sally’s Pierre Vervloesem. Klein knikt: ‘Zondermeer. Vervloesem schreef bij zijn eerste mix meteen een berichtje: ‘Dit is het en NEE, ik zet de blazers niet harder…’, haha. ‘Beats The Plague’ voelt voor onszelf ook anders. Gewoonlijk hebben we de nummers vóór de opnamen al veel live gespeeld. Dat ging nu niet door de pandemie. Dus moesten we meer repeteren. Maar tegelijk hoor je het enthousiasme terug dat we weer aan het musiceren zijn. Dat ‘wow, we mogen weer’-gevoel’.
Met Spinifex Sings is de groep weer terug bij de gebruikelijke werkwijze: eerst op tournee, gevolgd door opnamen voor een nieuw album deze zomer. ‘Eigenlijk is het concept heel simpel: twee zangeressen bij onze muziek betrekken,’ zegt Klein. ‘En werken met songstructuren. Op een wat abstracte manier althans, maar het zijn toch liedjes. Daarbij heeft de stem van Björk Nielsdottir een heel andere kleur en karakter dan die van Priya Purushothaman. Ze hebben beiden een waanzinnige stembeheersing, maar improviseren ook graag.’
‘Het zijn eigenlijk echte Spinifex-structuren waar dan plotseling een soort aria in verschijnt,’ vult Maris aan. Tegelijk blijkt bij het premièreconcert dat het optreden met twee zangeressen wel een tikkeltje meer regie vraagt dan gebruikelijk is bij de groep.
In de nazit bij het gesprek komen onvermijdelijk de associaties en vergelijkingen met andere muzikanten weer voorbij. ‘Onze muziek wordt wel met die van Zappa vergeleken, maar dat slaat wat mij betreft de plank toch wel heel erg mis,’ zegt Klein. ‘Vooral het improviseren gaat bij ons héél anders. Dan spiegel ik mij toch liever aan bijvoorbeeld Cassiber, die groep van Heiner Goebbels, Alfred Harth en Chris Cutler uit de jaren tachtig. Dat was zo’n vreemde mengeling van rockprincipes en anarchie en voor mij veel meer een bron van inspiratie.’
Gonçalo Almeida: ‘Jazz heeft vele gezichten en rock evenzeer. Spinifex staat weliswaar in de bibliotheek van de jazz, maar draagt de jas van de rock.’


Dit artikel verscheen eerder in GC #169.

Koop deze editie in onze webshop!

Discografie

Beats The Plague (TryTone, 2021)
Soufifex (TryTone, 2019)
Amphibian Ardour (TryTone, 2017)
Spinifex 2005-2015 (5CD, Trytone, 2015)

Lees meer

Lees meer over John Dikeman en Jasper Stadhouders in GC # 110

Reacties