728x90 MM

Requiem

Merkwaardige band, Goat. Je zou de Zweedse band kunnen beschouwen als een akoestische tegenhanger van The Residents. Ze maken zich tijdens optredens onherkenbaar door maskers te dragen. Namen van leden houden ze angstvallig geheim. Ze hebben een mythologie over hun ontstaan om zich heen geweven. Muzikaal harken ze uit diverse richtingen hun invloeden bij elkaar. Die gooien ze in een grote ketel om er een stijl mee te brouwen die onmiskenbaar een eigen signatuur heeft. Maar waar de Amerikanen altijd gewerkt hebben met vervorming en elektronica, houdt Goat de blik gericht op traditionele muziek uit verschillende werelddelen, met name Afrika en Latijns-Amerika. De fluitjes die ze hanteren zijn over komen waaien uit de Andes, evenals de rammelaars waar ze mee schudden. Gitaren en een deel van het trommelwerk lijken afkomstig uit West-Afrika, de kustgebieden én de dorre binnenlanden. De voorliefde voor galm en echo alsmede de strikte kanaalscheiding komen rechtstreeks uit het hippietijdperk, toen mensen hun geest verruimden door te luisteren naar muziek die leek op te klinken uit kathedralen van bovenmenselijke proporties. Voeg daarbij rammelende piano’s, eindeloze hardnekkige herhaling van eenvoudige patroontjes, naïeve teksten en vakkundig dichtgepleisterde geluidsmuurtjes. En niet te vergeten een gitarist die solerend alle verkeersregels aan zijn laars lapt. Dat is de mix waarmee Goat op ‘Requiem’ steeds opnieuw aanvallen inzet op de tegenwoordigheid van je geest. Het liefst zouden ze die meesleuren naar een alternatieve realiteit, naar een gedroomd verleden. En, laten we wel wezen, je geest wil niets liever dan dat. Ook wil je willoze geest dat er geen einde komt aan dat ‘Requiem’. Maar waarom dat album zo moet heten, dat snapt ie niet. Zoveel levenslust in de muziek. Er zit niets in dat aan de dood doet denken.

tekst:
René van Peer
beeld:
Goat_Requiem
geplaatst:
zo 6 jan 2019

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!