728x90 MM

Worn Copy

Het was geen verrassing dat het inventieve DIY-pophuis Paw Tracks, pleisterplaats van het Animal Collective, verleden jaar het excentrieke eenmansorkest Ariel Pink wist te strikken. Een kinderlijke onbevangenheid vis-à-vis de wereld, een niet aflatende verkenningsdrift en een diepgeworteld popgevoel bevolken hun liedjes. Pink is een kluizenaarstype, een veelgetalenteerd margemuzikant die solo opereert vanuit zijn Californische slaapkamer. De digitale revolutie ging echter volledig voorbij aan de man. Zijn creaties verpakt hij in een bijwijlen frustrerende ultra-gruizige non-productie, als een cassette die jarenlang heeft liggen verpieteren in een vochtige kelder en na een mislukte föhnbeurt wordt afgespeeld op een krakkemikkige speler van de eerste generatie. De nieuwe lo-fi, zo u wilt. Dit is echter huisvlijt van een bijzonder gesternte. Deze snaak kampeert in het verleden, temidden van patchoeli, oosterse zittapijtjes, geknoopverfde kleding en wellicht ook menig kruidensigaret. Eersteling ‘Doldrums’ veroorzaakte evenveel hoerageroep als gefronste wenkbrauwen. Ook nu dolt Pink met conventies. Onverschrokken opent hij met een driedelige prog-suite, die lijkt weggeplukt van een vergeten demo van King Crimson. Deze tweede grabbel uit zijn omvangrijk tapearchief laat meer zon toe. Het raam mag al eens open. Powerpop, acidfolk, klassieke radiorock uit de jaren zeventig en blanke soul passeren de revue. Fuzzy gitaren en slordige orgeltjes tieren welig. Met Ween deelt hij een haast commerciële neus voor melodie en harmonie, maar evengoed een hardnekkige allergie voor orthodoxe afwerking. Op ‘Immune To Emotion’ herinnert de zang aan Bowie in zijn glamperiode. Het ontwapenende ‘Jules Lost His Jewels’ is Daniel Johnston in zijn betere dagen, ‘Credit’ is dan weer catchy wavepop. De half ontwaakte soulrock van ‘Life In LA’ getuigt van bitterzoete inertie. Overdaad schaadt: halverwege de rit trapt Pink op zijn adem. Halfbakken experimenten met vervormde vocalen en rudimentair technologisch gefriemel brengen weinig zoden aan de dijk. Mits een grotere snoeischaar heeft de man echter een klein meesterwerkje in de vingers.
Jane is het hobbyproject van labelbaasjes Noah Lennox (bekend als Panda Bear) en Scott Mou. Hoewel cover en titel anders doen vermoeden, heeft het duo niets van doen met kwaadaardig doodsmetaal. Deze uit de hand gelopen ep met vier spontane studiojams is hun zelfverklaarde danceprobeersel. Opener en titelnummer is zes minuten gevriesdroogde My Bloody Valentine, een zalig ontwaken tussen gitaarnevel en synths. De droge schaffelbeat van ‘AGG Report’ had uit de koker van Wolfgang Voigt (Gas, Mike Ink, Studio 1, etc) kunnen komen, de toetsen en het zachte geneurie van Panda Bear zijn op en top beestenwerk. Op ‘Slipping Away’ gaan lussen van krakend vinyl over in een distortiebeat met Detroit-trekjes. Uitsmijter ‘Swan’ is abstracte ambient die drijft op hemelse orgeldrones (Spacemen 3 doet LaMonte Young). Meer dan een zoethoudertje voor de nieuwe Animal Collective.

tekst:
Gonzo (circus)
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!