What Is The Beautiful?

The Claudia Quintet uit New York, onder leiding van drummer John Hollenbeck, gaat op zijn zesde album de confrontatie aan met twee mannelijke zangers. Kurt Elling en Theo Bleckmann declameren, zingen, vertellen gedichten van de Amerikaanse avant-garde en beatdichter Kenneth Patchen (1911-1972). Het is een delicate evenwichtsoefening om poëzie met jazz te verenigen en deze poging is alvast geslaagd. De teksten verzuipen niet in het inventieve percussiewerk van Hollenbeck en omgekeerd domineert de muziek, die soms behoorlijk uit zijn dak gaat, de poëzie evenmin. Beiden houden elkaar in evenwicht, zelfs in die mate dat de bijdrages van Elling en Bleckmann als louter muzikale toevoegingen kunnen worden bezien als de luisteraar niet echt de aandacht kan opbrengen om de teksten woord voor woord te volgen. Het kwintet, met behalve Hollenbeck ook Drew Grass (bas), Matt Moran (vibrafoon), Ted Reichmann (accordeon) en Chris Speed (klarinet, tenorsaxofoon) doet het net als op voorganger ‘Royal Toast’ met een mannetje meer: pianist Matt Mitchell deze keer. De cd is op zich een toonbeeld van vakmanschap, een eerbetoon aan een honderd jaar geleden geboren kunstenaar die net zo vernieuwend bezig wilde zijn als het kwintet. Gesofisticeerd waar het nodig is, gemoedelijk en sfeervol jazzy als het past, de aandacht trekkend waar nodig: dit is jazz die gemaakt is voor het kunstwereldje. Sao Paulo Underground, de band rond Rob Mazurek, is toe aan zijn derde plaat. Mazurek is gepokt en gemazeld in postrock en moderne jazz in en rond Chicago en werkte met iedereen die enige vorm van betekenis heeft in dat wereldje: Tortoise, Pharaoh Sanders, Chicago Underground, Exploding Star Orchestra, Jim ‘O Rourke en nog veel meer. Hij leefde enkele jaren in Brazilië, leerde er Mauricio Takara kennen, begon deze band als duo, en inmiddels zijn ze een kwartet (met Guilherme Granado en Richard Ribeiro). Maruzek heeft zijn muziek uitgekristalliseerd, zijn invloeden (jazz, postrock en allerlei Braziliaanse stijlen) gestroomlijnd en dit resulteert in een plaat die heel wat verschilt van de voorgangers, voornamelijk omdat elke vorm van storende elementen achterwege werd gelaten. Kosmische freejazz gaat een huwelijk aan met samba, marcutu, choro en dat alles alsof het uit een laptop komt. Een zomerse plaat dus, die mensen die niet houden van koude winterdagen aan verre stranden kan laten denken. En die er door Bill Laswell en zijn twee kompanen met plezier weer worden afgeschopt. Laswell durft al eens doorzeuren met zijn eindeloos hetzelfde klinkende basgeluid, maar deze keer stelt hij zich ten dienste van de Fin Björkenheim, die al furore maakt met zijn Scorch Trio, en fusion drummer Morgan Agren. Geen dub of ambient te bespeuren, wel power zoals we al konden horen bij bijvoorbeeld Last Exit, Massacre of heel vroege Material. De tien nummers bulken van de energie, de drie doorwinterde leden geven elkaar de ruimte en ware het niet van die drumsolo, we vonden dit zelfs een uitstekende plaat. In elk geval is dit een van de beste die we in jaren hoorden, waar basgitaargod Bill Laswell de hand in heeft.

tekst:
Patrick Bruneel
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!