Als Fennesz God is, dan zijn Pimmon en Tim Hecker de aartsengelen en is Ryoji Ikeda mijn persoonlijke duivel. En welke plaats krijgt Rafael Toral in dit universum? Vier weken terug stond ik in de Gentse Vooruit. Iemand het juiste jasje, de juiste haarsnit, het verkeerde accent vertelde me dat hij Venice geen goede plaat vond. Hij hoorde niets nieuw. Ik schudde het hoofd, zocht niet naar argumenten en wandelde het café uit. Die avond verdwaalde ik in de binnenstand, zweet kleefde op mijn huid en het geruis van de snelweg bracht verstrooiing. Wat is nieuw en wat is een goede plaat. Bestaat er een wiskundige formule voor of is het vooral/enkel gevoel dat telt. Beauty is the main thing. Die nacht droomde ik van God, de aartsengelen en de duivel. Christian Fennesz, in een vroeger leven gitarist, debuteerde zeven jaar terug met het standaardwerk Hotel Parel.lel. De plaat veroorzaakte in beperkte kringen een schokgolf en effende het pad voor de Weense geluidsarchitect. Er was niet alleen de samenwerking met David Sylvian, die hier op Transit de enige zanglijnen voor zijn rekening neemt. Er was ook de samenwerking met Polwechsel, de split-ep met Main op Fat Cat en de All Stars samenwerking Fenn O Berg. Een verbond tussen Jim ORourke, Peter Rehberg en Fennesz. De oorspronkelijke jamsessie The Magic Sound Of Fenn O Berg kreeg later nog een vervolg als The Return Of Fenn O Berg. De echte doorbraak kwam er voor Fennesz met Endless Summer, een plaat waarop hij al zijn ervaringen bundelde en waar hij nu met Venice een vervolg aan breit. Venice, opgenomen in juli 2003 in Venetië, toont opnieuw de essentie van zijn kunnen. Fennesz muteert en transformeert ruisgolven tot een heel eigen geluid. Met veel gevoel voor precisie en evenwicht benadert hij de klanken en turnt ze om tot een eigen code. Fennesz speelt met melancholie, maar belandt nooit in de gevarenzone, wordt nooit klef. Ook nu valt het op hoe hij zijn verleden (als gitarist) nooit verloochent, maar veeleer integreert in zijn actuele werk. Zo speelt hij bijvoorbeeld gitaar op Laguna en Circassian. Venice is een zacht meesterwerk, een waardige opvolger. God, de aartsengelen en de duivel zijn overal, als glinsterend stof dat neerdwarrelt, vol van melancholie, ongrijpbaar en zacht als warme zandkorrels.