‘Unidentified Musical Subject’ is geen eenvoudige plaat om te beschrijven, laat staan duiden. De muziek laat veel te raden over. Net als de titel overigens, die tegelijk de duidelijkste hint is. In de beste traditie van de musique concrète neemt Loibner willekeurige geluiden waarvan de bron niet langer te identificeren is, en maakt ze het onderwerp van allerhande manipulaties. Dat begint als een soundscape met trage golven van lage grondtonen, waar met een palet van allerhande geluiden een vormloze dreiging op wordt geschilderd. Maar er is niet louter abstractie. Loibner heeft zijn elektro-akoestische improvisaties nauwgezet geëdit, en voegt daarmee ritme en, tot op zekere hoogte, structuur toe. Op ‘Poem’ vormt een zachte puls de bodem voor een gedicht dat klinkt als een vertwijfelde bezwering maar volgens de hoes een Latijns liefdesgedicht is. Fraaie vervreemding. In een ander nummer meldt een afgeknepen trompet zich, en vaker vliegt er speels iets langs dat achter de manipulatie herkenbaar lijkt een stem, een piano, een koekblik. Hoewel de opbouw kalm en spaarzaam is, is er constant iets gaande. Loibner onderzoekt vooral de aard van de geluiden, op zoek naar het antwoord op de kōan wat is het geluid van één klappende hand?, zo lijkt het een eenzame drumpedaal op de hoes te suggereren. Iedereen die de recente platen van Machinefabriek kan waarderen, maar ook vindt dat het daarop wel erg hard zoeken is naar momenten dat er iets gebeurt, moet deze plaat zeker proberen. Reken er wel op dat het de nodige draaibeurten gaat vereisen voordat de muziek alle ideeën heeft prijsgegeven, als dat al gebeurt.