Theatermuziek heeft nadelen. Het moet passen, en is in de meeste gevallen ondergeschikt aan de voorstelling. Anders dan muziek bij dans, die componisten vaak de gelegenheid geeft flink te experimenteren, is muziek bij theater meestal gebruiksmuziek.
Geldt dat ook voor The Thing Like Us, de nieuwe cd van Yannis Kyriakides?
Deze cd bevat de muziek die Kyriakides schreef voor de ZTHollandia-VeenFabriek-productie Spinoza: I Am Not Where I Think Myself To Be. Het is in twee delen: Affecto is gebaseerd op de definities die Spinoza in het derde deel van zijn boek Ethica gaf van emoties: 48 stuks, ofwel 48 korte stukjes muziek. Het tweede deel, Epistola, is gebaseerd op een brief die Spinoza schreef over de vrije wil, opnieuw onderverdeeld in 48 korte stukjes muziek.
Kyriakides schreef deze muziek voor de zangeres Ayelet Harpaz (alt), klaveciniste Anne Falbourn, percussionist Tatlana Koleva, de stemmen van de acteurs Carola Arons en Bert Luppes, en live-elektronica die hijzelf bespeelde.
Gebruiksmuziek of kunstmuziek? Een vraag met meerdere antwoorden. Op veel momenten in bijvoorbeeld Epistola komt de theaterachtergrond van de muziek pijnlijk om de hoek kijken, maar zeker in Affecto bereikt Kyriakides een intrigerend klankschap, waarin oud (klavecimbel, de Harpaz klassieke zang in Latijn, die aan muziek uit de middeleeuwen doet denken) en nieuw (de elektronica) krachtig hand in hand gaan al is de overheersende sfeer er één van plechtigheid.
De verschillende stukjes in beide delen vullen elkaar goed aan. Ze klinken niet verbrokkeld, maar als één geheel. Muzikaal is het materiaal in Epistola uitbundiger en eigentijdser dan in Affecto. Maar ook theatraler. En zodoende minder boeiend.
De componist zal het vast niet met me eens zijn, maar een manier om ook de muziek in Epistola interessanter te maken is door het gebruik van de shuffle-knop van de cd-speler. De stukjes van beide delen gaan zo regelmatig een spannende confrontatie aan.