De opvolger van James Lavelles ‘The Road: Part I’ laat zich voor het gemak ‘The Road: Part II’ noemen en is een dubbelaar die als subtitel ‘Lost Highway’ meekrijgt. Het is volgens Lavelle (die sinds ‘The Road: Part I’ solo opereert) eerder een mixtape dan een regulier album, omdat hij alle nummers schreef tijdens The Road Sessions. ‘Lost Highway’ is tevens de naam van een film van David Lynch uit 1997, een bevreemdende film – zoals het Lynch betaamt. Niet dat die film iets met UNKLE van doen heeft, maar het unheimische randje dat die film bezit, hoor je ook terug in UNKLEs muziek en het filmische is nooit ver verwijderd. UNKLE werkte in het verleden al samen met onder andere Josh Homme, Thom Yorke; en oude bekenden zoals Mark Lanegan, Eliott Power en Keaton Henson keren op dit album terug. Andere namen op de tamelijk indrukwekkende gastenlijst zijn Editors’ Tom Smith, Mike Jones van The Clash, The Big Pink, Ian Astbury van The Cult en Leila Moss. Die gastvocalen zijn een fraaie toevoeging aan de geluidskunsten van Lavelle, alleen had ‘The Other Side’ met Tom Smith beter op ‘In This Light And On This Evening’ van zijn band zelf gepast. UNKLE schakeert hier bezwerende, voortslepende nummers en steviger uptempo werk. Hij accentueert triphop en elektronica met piano- en snaarinstrumenten. Ondanks de forse speelduur werkt dit dubbelalbum als vloeiend geheel, waarbij enkel de ‘Iters’ (letterlijk vertaald ‘procedés’) die als extreem korte intermezzo’s dienen, de vaart uit het geheel halen. Het zijn nogal nietszeggende tekstflarden die de speelduur onnodig oprekken. Maar, het laat wel zien dat Lavelle boordevol ideeën zat. De invloeden en stijlen die hij hier aan elkaar vlecht en op elkaar afstemt zijn indrukwekkend te noemen. De grootste troef daarbij is nog altijd zijn prachtige manier van nummers opbouwen. De caleidoscopische aanpak doet ook terugdenken aan het verpletterende debuutalbum ‘Psyensce Fiction’ – en eigenlijk elk album dat daarop volgde, was een mooie mengelmoes van bezwerende hiphop, triphop, electro en rock. Al is de productie ruim twintig jaar later een stuk gladder dan dat deze in de jaren 1990 was.