728x90 MM

The Red Veil

The Red Veil is het negende album in evenveel jaar van het stevig freakrockende SubArachnoid Space. De band, drie heren en één zeer neerslachtig kijkende gitariste, zet de lijn verder van hun vorige cd ‘Also Rising’, in een zoektocht naar het perfecte evenwicht tussen metal en heavy psychedelica. De zes nummers op dit met een overdaad aan geestesverruimende paddestoelen gemaakte schijfje werden in één take op de band gezet waarna er in de studio nog nauwelijks aan de opnames werd geknoeid. Ze gooien het lieflijke van Urdog overboord maar jammen tegelijk een stuk beheerster dan Acid Mothers Temple met veertig minuten superpsychedelica als resultaat. Op de volgende editie van het Kraakfestival alstublieft. The Vocokesh komt trippend vanuit thuisstad Milwaukee (Wisconsin) met zeven doorrookte nummers aandraven. De stad van Liberace en goedkoop bier leent zich zo te horen uitstekend tot het creëren van psychedelische jams. Op de eerste helft van het schijfje ligt de nadruk op de rockkant, de tweede helft is iets minder verrassend, wellicht omdat de dampen al teveel effect op de muzikanten hadden en het gezweef bij momenten te prominent wordt. Zelf heet de band zijn muziek ‘free industrial psych’ en vooral de eerste drie nummers dragen deze titel met glans. In 1998 bracht The Vocokesh de plaat ‘Paradise Revisited’ uit op Drag City. Voor dat label is de band ondertussen veel te freaky geworden, maar laat u daardoor niet tegenhouden. Nick Castro vertegenwoordigt de eigenzinnige singersongwriters op het vanuit Portland opererende label Strange Attractors. Hij komt uit de krochten van Los Angeles gekropen, in de veronderstelling dat hij een hedendaagse versie van Syd Barrett is. Castro verzamelde een uitgelezen kringetje muzikanten om zich heen, met legende Josephine Foster en leden van Espers in de rangen, in een poging de ultieme acidfolkplaat te maken. Hij weet de balans tussen liedjes en experiment perfect in evenwicht te houden, waardoor de in aanzet traditionele folkdeuntjes al snel ontaarden in hypnotische acidfolk. Vroege Pink Floyd in de handen van Six Organs Of Admittance resulteert in het mooie ‘Further From Grace’. Nooit gedacht dat een folky plaat mijn goedkeuring zou wegdragen. Thuya’s dubbelaar bevat opnames die dateren uit de periode 1999-2004. Het viertal combineert field recordings, ongebreideld experiment, freakfolk en psychedelische rock tot een intrigerend geheel. Niet alle tracks op de mooi uitgegeven dubbelcd zijn even sterk of geïnspireerd, maar ook deze plaat bevat voldoende eigenzinnigheid om ons aan de stereo vastgekluisterd te houden. Veel verstilling en onthaasting, muziek die niet past als de buren hun huis letterlijk aan het afbreken zijn. De psychedelica wordt bij Thuya namelijk niet alleen met gitaren opgewekt, maar veeleer met belletjes en exotische percussie. Wat het damescollectief Spires That In The Sunset Rise ons voorschotelt, grenst aan het ongelooflijke. Wij dachten dat alleen San Francisco de thuishaven was voor de meest geschifte Amerikanen stijl Caroliner Rainbow, maar Chicago is niet gevrijwaard gebleven. Bij een eerste beluistering klinken de veertien nummers ongestructureerd en chaotisch, maar bij nader onderzoek blijkt elk enkelbelletje, elk geluid van de mbira (duimpiano), elke touch van de cello of de bul bul tarang (een Indisch snaarinstrument) met voorbedachten rade in het geluid geïntegreerd. Exotische percussie-instrumenten van allerlei oorsprong en zeer vreemde, theatraal aandoende vocalen maken dit tot een plaatje vol geniale gekte met oosterse invloed. Ze zijn als een beschaafdere versie van Sun City Girls of een in weeddampen vertoevende bende Raincoats. Voor ondergetekende is dit hét freakfolkplaatje van het jaar tot nu toe.

tekst:
Patrick Bruneel
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!