Al is ‘The Pier’ het debuutalbum van The Cray Twins, het duo heeft er al bijdragen gekregen van illustere namen. Ken Vandermark, Lucio Capece, BJ Nilsen en Jos Smolders, bijvoorbeeld. Dat schept wellicht verwachtingen en ter geruststellingen: het is goed uitgepakt. ‘The Pier’ is een nogal donker, desolaat album, waarop The Cray Twins – Paul Baran en Gordon Kennedy – elektronische en akoestische geluiden combineren en vlekkeloos in elkaar laten verzinken. Regelmatig laten geluiden zich nog maar moeizaam herleiden. Het openingsnummer ‘Torshavn’ combineert het bewerkte geluid van een klarinet met een ruisende, licht galmende drone en een elektronisch gerinkel. In het daaropvolgende ‘Duao I’ wordt een verre, zachte drone overschaduwd door een zwaar overstuurd, krijsend elektrisch geluid. ‘Fianuis’ bestaat weer uit golvende lagen, die nu echoënde koorzang omvatten en tijdelijke scherpe, sputterende elektronica. Telkens weer creëert het duo met zijn gasten die geluidslandschappen, gelaagd en gedetailleerd, waar de combinatie van harde klanken en uitwaaierende en licht galmende geluiden voor diepte en ruimtelijkheid zorgen. Na twee van de meest minimale composities, met ingetogen drones en kleine interventies van minimale elektronica, introduceren The Cray Twins nieuwe elementen. Een stem die flarden poëzie voordraagt, field recordings, samples (van een film?): duidelijker aanwezige elementen dan voorheen maar nog altijd organisch ingebed. Des te vreemder is de plotse ‘echte’ zang, een soort folk song. En toch past het. ‘The Pier’ is een vreemd album. Een album met de sfeer van vervreemding en verlorenheid. ‘The Pier’ is een donker en introvert album, maar de luisteraar met aandacht ontdekt een intens album. Dat wel eens een van de mooiste van het jaar kan blijken.