Graham Reynolds is een Texaanse componist, improvisator en orkestleider die met zijn herinterpretatie van de score van de film ‘The Lodger’ mag toetreden tot deze reeks waarin eerder werk verscheen van Jane Weavers Fenella (‘Feherlofia’) en Death And Vanilla (‘The Tenant’ en ‘Vampyr’). ‘The Lodger: A Story Of The London Fog’ is de volledige titel van deze stille film van grootmeester Alfred Hitchcock, die een paar jaar later een gesproken versie kreeg met een andere regisseur en in 2009 ook een remake. Het gaat hier echter om muziek voor bij het meesterwerk van Hitchcock zelf natuurlijk. Reynolds is daarmee niet aan zijn proefstuk toe. Hij maakte eerder op het podium al de muziek bij vertoningen van ‘Battleship Potemkin'(1925), ‘Nosferatu’ (’22), ‘Wings’ (’27) en ‘Metropolis’ (’27). Verder maakt hij muziek voor dans en theater en heeft hij een nauwe band met regisseur Richard Linklater, voor wie hij onder meer de soundtrack maakte voor ‘A Scanner Darkly’ en ‘Bernie’. Hij pakt het bij ‘The Lodger’ eerder conventioneel aan met een soundtrack die neigt naar klassieke muziek. Hij weet echter heel goed de spanning van het verhaal, gebaseerd op het boek van Marie Belloc Lowndes, geïnspireerd door Jack The Ripper, over te brengen. Suspense met een scheutje romantiek hier en daar leent zich uitstekend voor de aanpak van Reynolds.
Tariverdiev (1931-1996) is één van de grootste Russische filmcomponisten. Zijn nog steeds levende weduwe vond enkele oude cassettes in een kast waarop de voorliefde van haar overleden man voor jazz heel sterk naar voren kwam. Een verrassing, want Tariverdiev beweerde steevast, ondanks zijn voorliefde voor improvisatie, niet van jazz te houden. In de voormalige Sovjet-Unie was jazz een genre dat nauwelijks werd getolereerd, tenzij het om filmmuziek ging. Muziek voor tv-series en films uit de jaren 1960 en 1970 waarbij de nadruk ligt op piano en keyboards vormen de hoofdmoot van deze collectie. En jazz uiteraard in al zijn varianten. Het album is daardoor een mooie aanvulling op het eerder verschenen werk van deze ietwat vergeten filmcomponist.
Het uit Brussel afkomstige kwartet We Stood Like Kings, dat zijn muziek heel pianogericht houdt, heeft al een stevige reputatie opgebouwd als het draait om livescores spelen bij stille films. Nu maakt de band, die ergens tussen klassiek en postrock zweeft, de omgekeerde beweging in vergelijking met veel andere componisten. De band neemt namelijk werk van zeven klassieke componisten onder handen. Bach, Vivaldi, Debussy, Ravel, Beethoven, Janáček en Szymanowski komen aan bod. Niet met hun meest bekende stukken -extra lovenswaardig- maar met minder bekend werk dat helemaal volgens het beproefde We Stood Like Kings-recept van een moderne sound werd voorzien. Klassiek in een zeer modern en zeer geslaagd jasje, waarbij nauwelijks is te merken dat het hier gaat om een soort covers. Uitstekend album.