The Libertines

Van de talloze bands die tijdens de zogenaamde garagerevival door de media voor het voetlicht werden gekatapulteerd, zijn er maar bitter weinig waarvan het debuut twee jaar later nog voor enige opwinding kan zorgen. Te midden van alle losse flodders kwam ‘Up the Bracket’, het debuut van The Libertines, aan als een voltreffer. De Britse pers, altijd wel aan te porren voor wat transatlantisch opbod, gewaagde van het Londonse antwoord op The Strokes. Dat Mick Jones het album produceerde, was een dankbare insteek voor het journaille, dat ook weinig anders kon dan vaststellen dat The Libertines verdomd fel als The Clash klonken. En als The Jam, een al even evidente invloed en als referentie dus al net zo onvermijdbaar. Maar voor wie aan het hele revivaldiscours geen boodschap had, hoorde gewoon een energiek, fris album, volgestouwd met onweerstaanbare hooks en clevere teksten. De berichten die ons nadien over frontman Pete Doherty bereikten, deden ons hoofdschuddend “lads will be lads” mompelen. Crackverslaving, niet opgedaagd voor een concert, ontwenningskliniek, een met veel pathos aangekondigde split, de gevangenis in voor het in – of eerder uit – elkaar timmeren van het appartement van een ander bandlid, de miraculeuze reünie: ‘t is niet noodzakelijk allemaal even echt gebeurd en wellicht al helemaal niet in deze volgorde – de obligate rock soapopera kan ons al lang niet meer boeien. Van het tweede album, pakkend The Libertines getiteld, kan helaas hetzelfde gezegd worden: Doherty haalt nog bij vlagen het niveau van het debuut, maar het klinkt allemaal wat tammer en behoorlijk inspiratieloos. Opener ‘Can’t stand me now’ is niettemin een leuke single. Bij de volgende garagerevival zullen we wel weer naar The Clash teruggrijpen, want de kans dat The Libertines dan nog een collectief belletje doen rinkelen, achten we minimaal.

tekst:
Gonzo (circus)
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!