De allereerste Scanner-platen stonden vol flarden van tele- en portofoongesprekken, uit de ether geplukt met een politiescanner. Inmiddels zijn we vijfentwintig jaar verder en heeft Robin Rimbaud een imposante lijst aan releases en projecten op zijn naam staan, in uiteenlopende stijlen. Zeker in de afgelopen jaren is hij druk geweest met muziek voor films, ballet, installaties en ander werk in opdracht, maar โThe Great Craterโ is een op zichzelf staand album. Inspiratie voor de muziek vond Rimbaud in een krater die een aantal jaren geleden bij toeval ontdekt werd op Antarctica. Wat in eerste instantie een inslagkrater van een meteoriet leek, bleek veroorzaakt door een โhot spotโ: een ruimte onder de grond vol meren van smeltend ijs, effect van een opwarmende aarde. De plaat begint met een diep, seismisch gerommel, gevolgd door verwaaide tonen; op die manier refereert hij tegelijk aan de fysische kant, als aan de diepere betekenis van de krater, iets wat hij de hele plaat doet. Rimbaud vertaalt de themaโs zonder al te letterlijk te zijn. Niet of nauwelijks samples van ijzige stormen of krakend ijs, maar sfeerschetsen met synthesizer, strijkers en hier en daar bewerkte geluiden. De toon is verre van vrolijk, maar tegelijk licht genoeg om veel nummers een betoverende schoonheid te geven, zoals het kalme โKatabatic Windsโ, dat glinstert als het ijs. In โUnderwater Lakeโ speelt een zacht, tinkelend thema over dunne glastonen, en โForming Circuitsโ is gebaseerd op het soort totaal uitgeklede dubtechno-akkoorden. Alleen tijdens het tien minuten durende โThe Scarโ drijven we de deย dark ambientย in. De muziek is veel minder โglaciaalโ dan die van bijvoorbeeldย Thomas Kรถner; eerder deed het met denken aan de soundtracks vanย Tarkovskyย enย Simon Fisher Turnerโs โThe Great White Silenceโ. Mooi als een vers gevallen pak sneeuw.
