Fat White Family zijn een crapuleuze bende, die ontregelende liveshows brengen, maar gelukkig ook meer dan dat. Voorman Lias Saudi komt in interviews uitgesproken politiek uit de hoek en ook aan de teksten – als je ze al kunt verstaan – zit meer vlees dan je op basis van de shows zou vermoeden. Fat White Family zijn lolbroeken, maar het mag ook al eens pikken. Ook op plaat is Fat White Family niet te versmaden. ‘Champagne Holocaust’ was al een behoorlijk bevreemdend setje slaapkamer/garage-psych, maar voor deze ‘Songs For Our Mothers’ legde de groep de lat een paar sporten hoger, zonder daarbij te mikken op toegankelijkheid. En dat is een tamelijk overdreven understatement. De biografie door John Doran (The Quietus windt er geen doekjes om: Fat White Family is door troebele wateren gezwommen. De ene sessie na de andere leverde niks op, tamboerijnen werden naar hoofden gesmeten (in ‘Hits Hits Hits’ sloop zelfs een Ike-en-Tina thema binnen) en ondertussen waren er nog extra-muzikale katten te geselen: drinken, snuiven en heel erg ziek zijn. ‘Songs For Our Mothers’ is gelukkig een goeie plaat geworden. Te beginnen met de schizo-pop ‘Whitest Boy On The Beach’ die niet kan kiezen tussen een disco- dan wel een kraut-groove, en vervolgend met het op een zombiekoor drijvende ‘Satisfied’. ‘Love Is The Crack’ is een ballade-from-hell met een heerlijke abjecte gitaarsolo en ‘Duce’ gaat over, jawel, Benito Mussolini. Het is niet de eerste keer dat Fat White Family een top-klootzak als protagonist opvoeren. Daarover zeggen ze zelf in de bio “who cares about the artistic potential of singing about good people and good situations”. ‘Tinfoil Deathstar’ is Liars in goeie, lefgozerige, doen. Tekstueel wordt de hedendaagse heroineplaag die Londen doet kreunen, gekoppeld aan het verhaal van diabetespatiënt David Clapson die -in het nauw gedreven door de tewerkstellingsdienst- een wanhoopsdaad beging. Google Clapsons verhaal en stel een paar van je voorordelen over uitkeringstrekkers bij. Soms is Fat White Family ook gewoon plezant: zo is ‘Lebensraum’ een tragikomische sleper in de geest van Evil Superstars; en ‘We Must Learn To Rise’ is zowaar een duet met een trompet. Let ook op die Wagneriaanse finale!