Het werk van Shakespeare kan soms aanvoelen als een oneindig doolhof, waarin de taal bedwelmt en eerder verwart dan verduidelijkt. De Duits-Nederlandse componiste Katarina Glowicka doet dat aspect van de Engelse bard eer aan in haar zeer vrije nieuwe interpretatie van zeven van zijn sonetten. ‘Seven Sonnets’ bestaat uit twee cycli: in 1999 zette Glowicka drie sonetten op muziek onder de naam ‘Summer’s Day’, tien jaar later volgde nog eens de vier delen tellende cyclus ‘Spring’s Day’. Nu verschijnen ze samen op cd, uitgevoerd door het Rubens Quartet en countertenor Arnon Zlotnik, maar het verschil tussen beide cycli is groot. De drie delen van ‘Spring’s Day’ voelen licht en transparant, met melodielijnen die refereren aan Engelse componisten als Thomas Tallis en John Dowland. De latere delen tappen uit een vergelijkbaar compositorisch vaatje, maar rekken hun materiaal veel verder uit, met lange, drone-achtige passages. In de latere delen nemen ook de interventies van Glowicka zelf toe, die de musici aanvult met realtime samples, echo’s en loops van hun eigen noten. Aan het oorspronkelijke metrum van de sonetten heeft Glowicka weinig boodschap; ze knipt naar hartelust de regels uit elkaar, last minuten lange pauzes in middenin een vers of zelfs een zin, totdat in het ijle, ambient-achtige slotdeel slechts 1 zinsdeel overblijft: “In thy soul’s thought, all naked”. ‘Seven Sonnets’ luistert zo als een fascinerende trip recht naar het midden van het labyrint. Emotioneel, maar nooit sentimenteel, verraderlijk en gelaagd, is het een zware zit die veel geeft, maar geen simpele antwoorden.