Straatjochies uit Deinze zijn het, die van London Bullet. Emile Dekeyser, inmiddels de trotse bezitter van een masterdiploma Engels/Nederlands, heeft een boontje voor de DIY-esthetiek van de vroege punkjaren. Hij zingt dan ook in perfect Engels en sleurt zijn band -inmiddels is London Bullet net als in zijn beginjaren opnieuw met vijf- doorheen een stel punkrockkrakers in wording. We zagen de band vorig jaar live het beste van zichzelf geven in een show waarin ze klonken als een gesmeerde punkrockmachine. Toen hadden ze het in eigen beheer uitgebrachte en zelf opgenomen ‘Five More Minutes’ (2016) als visitekaartje. Nu ging de band de studio in om de nummers net dat beetje beter te laten klinken. Een briljante keuze, want zo kon er geëxperimenteerd worden met een snufje dub-reggae op het einde van ‘Crash Again’ (met The Clash als inspiratiebron), met een parlando à la Attila The Stockbroker in ‘(Straatrumoer)’ en kon de band verder zijn duivels, geïnspireerd op vroege Britse punk, helemaal ontbinden. Het album bevat twaalf nummers die het brede spectrum van vroege punk bestrijkt. Meestal snel, al laat het kwintet hier en daar ruimte voor wat meer slepende stukken. Op plaat klinken deze nummers al niet mis, dus dat belooft ook live weer een groot feest te worden.
Het kwartet Mary Bell uit Parijs, genoemd naar een Britse seriemoordenaar, heeft een zes nummers tellende opvolger uit voor hun ‘LP’ uit 2017. Inspiratie haalt de band uit vroege noiserockbands als Uzi en Live Skull. De brutale zang van Alice Carlier geeft de band, die woede en nonchalance tegelijk uitstraalt, een stevige punkinjectie. Dat leidt tot machtige nummers als ‘Be A Mom’ en het onvolprezen ‘I Used To Be Kind To People In Crowds, But That Gave Me Murderous Tendencies’. De gitaar van Victoria Arfi en de bas van Tristan Badré zijn nauwelijks uit elkaar te houden, wat het geluid heel apart maakt. Aan drumster Gaïlla Montanier om de band in toom te houden. Heerlijke pokkeherrie.
In een oplage van rond de tweehonderd exemplaren (wit of zwart vinyl), gewikkeld in een DIY-hoesje (lino-gravure) en met de hand aangebrachte notitie om de kant van de bands aan te duiden, heeft Never Trust Hippie single nummer vijf uitgebracht. Beide bands leveren twee nieuwe nummers aan, waarbij het deze keer bij Th’ F’KK’N G’DD’MN Luckies zowaar niet alleen maar over bier (of iets met bier) gaat. ‘Luckie Is My Name’ en het naar Dead Boys lonkende ‘When The Day Comes’ zijn weer van die heerlijke nononsensebluespunknummers die we onderhand van dit duo verwachten. Tequilasavate Y Su Hijo Bastardo is eveneens een duo, maar dan afkomstig uit Nantes, met een leraar in de rangen en een voorliefde voor Mexicaanse skeletdansjes. ‘Lollipop’ is heerlijke thrashpunk, als een ruige éénmansband, maar dan met zijn tweeën. ‘All/Nothing’ is een trager (al is dat relatief) maar net zo swingend nummer dat fans van hun ‘Burrito’-liedje helemaal over de streep zal trekken. Vier schitterende meestampers voor zes euro. Zeg niet dat we het niet lieten weten.