De eerste lp van het duo Anders Holst en Mads Emil Nielsen is vooral een zoektocht. Een ontdekkingsreis door het geluid, met gebruikmaking van gitaar, synthesizermodules en effecten, maar ook geschuifel van kabeltjes, geklik van aan/uitknopjes en alles wat zich verder in de directe omgeving bevindt. De negen tracks zijn opgebouwd uit stukken van live opgenomen improvisaties zonder overdubs. De twee Denen nemen daar alle tijd voor en komen uit op verrassende soundscapes die nu eens aan gamelanmuziek van Mars doen denken, of een cowboyfilm van na de kernramp, afijn vul zelf maar in, maar feit blijft dat je er vele –vreemde– kanten mee op kan. Ook al is de muziek soms haast meditatief en ingetogen, er hangt steeds een waas van melancholie en stille dreiging overheen. Het gitaarwerk is doeltreffend in eenvoud en herhaling, en zorgvuldig in het opbouwen van de spanning. Vaak sereen, licht en ruimtelijk zelfs. De elektronica gaat wat harder en nerveuzer te werk, wat meer dan eens een mooi schurende contrastwerking oplevert. Lars Graugaard en Hans Tammen namen als Infernal Machines drie tracks op in een New Yorkse studio. ‘Rife’ klinkt inderdaad nogal machinaal, maar het klopt en zindert evengoed van het leven. Hans Tammen speelt iets wat het midden houdt tussen gitaar en computer, wat hem in staat stelt om onbegrensde mogelijkheden te verkennen -waar hij dan ook graag gebruik van maakt. Zijn spel wordt aangevuld met interactieve geluiden, patronen en ritmes uit de computer van Lars Graugaard – nog meer onbegrensdheid. Waar houdt het op – want ook de muzikale vaatjes waar uit getapt wordt, zijn schier bodemloos. Maar in de beperking toont zich de meester, zoals te horen valt in de enerverende mixen van dwingende, schots en scheve ritmes die toch een hevig dansgevoel opwekken, en de schurende, alle kanten uit bewegende schetsen van melodietjes, rondcirkelende, zuigende geluidsgolven en hakkende bassen. Met ‘Rife’ opent Infernal Machines allerlei deuren die je graag binnengaat.