S/t

Er zijn professionele muziekjournalisten en radiomakers die recent zonder blikken of blozen verklaarden dat gitaarmuziek dood is. Ze dwalen. Dat verhaaltje horen we bovendien al sinds de jaren 1990. En daarvoor. En daarna. Om de zoveel tijd opnieuw. (Trouwens, hij of zij die de voorbije twintig jaar pakweg nieuwe reggae, techno of godbetert EDM heeft gehoord, mag zich aanmelden bij de redactie.)

Dat nieuwe gitaarbandjes steeds meer experimenteren met elektronica en/of minder voor de hand liggende bands en genres inroepen als cruciale invloeden wordt daarbij nogal makkelijk vergeten.

Moaning, een jong trio uit Los Angeles, klinkt bij momenten erg als Girls Against Boys of het ondergewaardeerde Hum, maar schermt (daarentegen) met BroadcastSlowdive en New Order als voornaamste referentiepunten. Zo zie je maar. De gitaarsound in ‘Tired’ is dan weer schatplichtig aan het inventieve geluid van Geordie Walker van Killing Joke. Het nasale timbre van Sean Solomon duwt Moaning dan weer de richting uit van het Italiaanse Soviet Soviet. Pascal Stevenson speelt niet alleen bas, maar tuigt het geluid subtiel op met synthesizers waardoor het eindresultaat én erg actueel klinkt én fris en urgent.

Moaning is dus niet zo maar een gitaarband met de blik op het verleden. De drie positioneren zich netjes tussen hedendaagse postpunk en indie en leveren met ‘Don’t Go’, ‘Tired’, het ronduit epische ‘Artificial’ of ‘The Same’ een aantal pakkende songs af. Tel daarbij een kraakheldere productie van Alex Newport (Fudge TunnelNailbomb) en de conclusie is duidelijk. Potentieel materiaal voor eindejaarslijstjes, heet zoiets in ons woordenboek.

Het Amsterdamse Claw Boys Claw doet niet aan nieuwlichterij of experiment. Frontman/fenomeen Peter Te Bos en gitarist John Cameron zweren als sinds de beginjaren van de band –hun debuut ‘Shocking Shades Of Claw Boys Claw’ verscheen in 1984– bij dampende, oerdegelijke en complexloze rock-n’-roll die al die tijd opgebouwd wordt uit gelijke delen garagerock, sixties pop en klassieke rock uit de jaren 1970.

Gaandeweg werd het geluid wat meer gepolijst en melodieuzer en in 1992 leverde dat zelfs een radiohitje op, ‘Rosie’ uit het prima ‘$uga(r)’. Tussen 1997 en 2008 stond de band op non-actief, om dat jaar terug te keren met een album (‘Pajama Day’). Daarop volgde opnieuw een winterslaap van vijf jaar en alweer een album, ‘Hammer’. Dat patroon wordt nu nogmaals herhaald.

Vijf jaar is anno 2018 eindeloos lang, maar Claw Boys Claw voelt al lang geen druk meer en doet het op hun manier. Het cryptisch getitelde ‘It’s Not Me, The Horse Is Not Me – Part 1’ breekt op geen enkele manier potten, maar bevat niets dan ambachtelijke, goudeerlijke songs van een band die al lang niets meer hoeft te bewijzen. Vooral zichzelf niet. Het is allemaal wat rustiger en doordachter dan in het begin, zonder echter gezapig te worden. Materiaal zat om op de radio te worden gedraaid.

tekst:
Serge De Pauw
beeld:
Moaning_
geplaatst:
za 4 jan 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!