We nemen weer eens een duik in de onuitputtelijke culturele bron die de jaren 1960 zijn. Tim Cohen is één van de productiefste muzikanten in de huidige garage- en psychedelische rockscene van San Francisco. Zijn bekendste project is garagerockband Fresh & Onlys, maar dat is niet genoeg om zijn vele eieren kwijt te kunnen. Voor zijn softere jaren 1960 popliedjes heeft hij Magic Trick. Voorheen een soloproject, nu een volwaardige band, voor de helft bestaand uit vrouwen wier stembanden zich uitermate goed lenen voor koortjes. Waarmee hij nog een flinke scheut girl-group-pop in de groep kwijt kan ook. Cohen doopt zijn aanstekelijke niemandalletjes in zomerse, psychedelische arrangementen, met dikke lagen reverb, orgeltjes en scherpe gitaren. We moeten zowel aan Sonny & Cher als aan Deerhunter denken, en dat doen we allebei graag. Hoewel de teksten veelal over liefdesverdriet en depressies gaan, blijven ze vaak ook wat oppervlakkig: All the peaks and all the pains, and all thats in between; well its not good, but it aint bad next to nothing, luidt bijvoorbeeld een tekstregel. Dat oppervlakkige maakt dat de plaat ook snel weer vergeten in de platenkast zal belanden. Maar we kunnen ons er nu al op verheugen dat we hem over een jaar weer terug vinden en blij worden van de verschillende originele vondsten in de arrangementen, zoals de verrassende brug van Ruby, de yeah-koortjes van Ruler of the Night en het hiphop-ritme van Same People. Tegen dat het zover is heeft Cohen waarschijnlijk al weer diverse meer en minder onmisbare platen uitgebracht, maar dat zien we dan wel weer.