Ontegensprekelijk vormen Londen, Manchester en Liverpool (zonder afbreuk te willen doen aan Sheffield, Leeds en Birmingham) de voornaamste epicentra van de Engels popmuziek. Sinds de beginjaren van de pop hebben bijvoorbeeld respectievelijk The Rolling Stones, Oasis en natuurlijk The Beatles vanuit die drie tot de verbeelding sprekende steden de wereld veroverd en veranderd. Vorig jaar dook Cherry Red in het rijke verleden van Manchester met behulp van een niet minder dan zeven cd’s tellende compilatie: ‘Manchester North Of England’. Daarop werd voornamelijk ‘independent’ muziek belicht die werd uitgebracht tussen 1977 en 1993. Nu is het de beurt aan Liverpool; en ook dat verhaal begint bij de punkexplosie en eindigt net voor de zogenaamde ‘second summer of love’ toen de acid house en rave-cultuur over Groot-Brittannië raasden. ‘Revolutionary Spirit’ is iets bescheidener van aanpak en telt ‘slechts’ vijf cd’s, maar voor de rest is het concept (gelukkig) hetzelfde gebleven. De box vertelt het verhaal van wat de tweede golf aan de Merseyside wordt genoemd. Naast een heleboel bekendere namen met dito nummers zoals Echo And The Bunnymen, Frankie Goes To Hollywood, Black, The La’s, The Teardrop Explodes (met Julian Cope), O.M.D., A Flock Of Seagulls, China Crisis, Pink Industry, It’s Immaterial, Dead Or Alive, The Icicle Works, The Lotus Eaters of Big In Japan valt er ontzettend veel te ontdekken en gaat dit overzicht vergezeld van zesenvijftig pagina’s tekst, beeld en uitleg, zoals altijd op A5-formaat. Meestal voorzien door de artiesten in kwestie zelf. Die blijken volgens de liner notes allemaal op de een of andere manier in de schaduw van The Fab Four te staan. Voor de eerste generatie bands na The Beatles was het internationaal succes van die vier misschien motiverend; voor de andere (lees: meeste) was dat vooral intimiderend. Voor Liverpool, ooit de tweede rijkste en economisch belangrijkste stad van The British Empire, maar nadien nooit echt bekomen van de desastreuze gevolgen van de Tweede Wereldoorlog, lag met de nalatenschap van The Beatles de lat voor elke muzikant begin jaren 1970 ontzettend hoog. Het was pas met eerste punkgolf dat dit juk enigszins werd afgegooid. Katalysator van de punk in Liverpool was Deaf School, een band die niet echt veel internationale weerklank had, maar lokaal wordt beschouwd als erg invloedrijk. Verder bestond de prille scene ook nog uit Big In Japan en Spitfire Boys. Kort daarop, met de postpunk, werd dat nieuwe zelfvertrouwen geconsolideerd en kozen bands voor vrijheid en experiment. Een label als Zoo Records verscheen op het toneel, de ondertussen mythische club Eric’s werd uit de grond gestampt in Mathew Street en Geoff Davies opende een platenwinkel (en later label). Londen had de Rough Trade shop; Liverpool Probe Records. Uit dit overzicht blijkt echter ook dat Liverpool Manchester niet is. Voor elke Echo And The Bunnymen of The Teardrop Explodes kan Manchester immers een veelvoud voorleggen aan belangrijke en invloedrijke groepen zoals The Smiths, Joy Division, The Fall of The Stone Roses. (Het is in dit verband tekenend dat sommige namen meer dan eenmaal opduiken in de tracklists. Dat was op de Manchester-box bijvoorbeeld niet het geval.) Dankzij John Peel kregen heel wat van de hier gepresenteerde artiesten niettemin hun fifteen minutes of fame, maar ook dat kan niet verhullen dan hun impact gevoelig kleiner was (en is) dan die van hun generatiegenoten uit Manchester en Londen. Niettemin is ‘Revolutionary Spirit’ opnieuw een verzamelaar om te koesteren. Van de samenstellers van Cherry Records verwachten we ondertussen niets minder dan dat.