Jennie Abrahamson maakt popmuziek die duidelijk naar de jaren 1980 verwijst, maar tegelijkertijd in het nu staat – dankzij moderne productietrucjes die afkomstig zijn uit de hiphop en r&b. Die zorgen voor een zekere aardsheid, want Abrahamson heeft de neiging om ijl en esoterisch te worden. Gelukkig is ‘Reverseries’ - op de wat te lange speelduur na – gebalanceerd. In de afsluiter ‘Lift Me Up’ worden zang en synths wel heel zweverig, maar de knallende heipaaldrums – zo te horen direct uit de eighties getransporteerd - laten het nummer niet wegzweven. Het zijn overigens niet de (pop)helden van toen die het dichtst bij Abrahamson liggen, maar juist die van nu. ‘Reverseries’ doet bijvoorbeeld meer dan eens denken aan de atmosferische synthesizerballads van Taylor Swift onvolprezen ‘1989’. In het geslaagde ‘To The Water’, met heerlijke Auto-Tune, probeert Abrahamson Rihanna op eigen terrein te verslaan. Je zou het indiepop kunnen noemen, maar de nadruk ligt duidelijk op de pop: met fijne, doch niet opdringerige hooks, refreintjes en melodielijnen. Mooie plaat.