Buffalo Tom uit Boston, Massachusetts is sinds 1986 actief. Gitarist/zanger Bill Janovitz,
bassist Chris Colbourn en drummer Tom Maginnis braken door met de plaat ‘Let Me Come Over’ in 1992, een plaat die ze integraal speelden tijdens hun Europese doortocht in 1992. Zelf vonden we altijd al het titelloze debuut uit 1988 (SST) nog altijd een stukje beter. Al geven we grif toe dat ze ook toen al klonken als de kleine broertjes van Dinosaur Jr.. Het is een keurslijf die Janovitz en de zijnen traag maar zeker van zich af hebben geschud. Niet te vaak een nieuwe plaat uitbrengen, proberen alleen maar goede liedjes te maken en de tijd wijst wel uit of het allemaal de moeite waard was. ‘Quiet And Peace’ is de opvolger van ‘Skins’ uit 2011, waar we ons niets meer van herinneren. En als we luisteren naar deze plaat, zou dat binnen een paar jaar ook wel eens het geval kunnen zijn. Opener ‘All Be Gone’ is pure Buffalo Tom-nostalgie, maar wel een heel goed nummer. En dan druipt het gros van de nummers van bezadigde melancholie en nostalgie, met twee Dinosaur Jr. klonen (‘Lonely Fast And Deep’ en ‘Slow Down’), een Simon & Garfunkel-cover (‘Only Living Boy In New York’) die er even tussen uit schieten. ‘CatVMouse’ en ‘Least That We Can Do’ zijn de betere van de trage maar doen ons nauwelijks opkijken. Wat synthesizers en vrouwelijke achtergrondkoortjes, waaronder Janovitz’ dochter Lucy, zouden de boel opfleuren, maar veel hebben we daar eigenlijk niet van gemerkt. Buffalo Tom blijft wel gewoon zichzelf, maar klinkt voor onze oren te belegen om te blijven boeien.