Cellisten zijn amper aanwezig in de jazzwereld. Enkel Tristan Honsiger, de betreurde Tom Cora of Nederlander Ernst Reijseger springen in het oor. Enigszins vergeten was Fred Katz, een opvallende verschijning in het Chico Hamilton Quartet in de vijftiger jaren. Enkele jaren terug zorgde Fred Lonberg-Holm voor ‘s mans mini-rehabilitatie met een coverplaat. Opnieuw met louter assistentie van bas en drums laat hij hier zijn licht schijnen over een breed arsenaal van andermans werk, waaronder Katz. De man verdiende zijn strepen in New York bij de Knitting Factory-kliek. Sinds zijn verhuis naar Chicago heeft hij zich opgewerkt tot een graag gezien gastspeler-componist met een veelzijdig oeuvre als logisch gevolg. Lonberg-Holm is te horen op albums van het Boxhead Ensemble of van de kamerrock van Terminal 4 . Tegelijk maakt hij ook deel uit van de furieze free-bigband van Peter Brötzmann Tentet en liet menigeen beduusd achter na het brutale metaalgeweld op de hommage aan de Japanse avant-gitaargod Masayuki Takayanagi (met o.m. Flying Luttenbacher-meestergast Weasel Walter). In weerwil van zijn notoire avantgardistische aanpak kleurt de man hier veelal binnen de lijntjes. De ritmesectie treedt zelden naar voor, zijn uitgeklede bewerkingen draaien rond exploraties van melodieuze themas. Naast twee eigen composities wordt gekozen voor de eigentijdse pop van Wilco of Cat Power maar ook spacejazzlegende Sun Ra, de geëngageerde straatdichter Gil Scott-Heron en Arnold Layne de eerste hitsingle van Pink Floyd uit 1967 duiken op. Een continuë aandacht voor detail en ingehouden beheersing counteren het op de loer liggende noveltypredikaat. Other Valentines weet niet steeds haar potentie te realiseren maar verdient een plaatsje naast een lichtvoetige Rachels.