Het was een mooi gezicht afgelopen weekeinde op het festival Konfrontationen voor vrije en geรฏmproviseerde muziek in het Oostenrijkse Nickelsdorf: De vijfendertigjarige Deense altsaxofoniste Mette Rasmussen samen met drie musici die stuk voor stuk tweemaal zo oud zijn als zijzelf. Daarbij op contrabas Joรซlle Lรฉandre, de nu รฉรฉnenzeventigjarige โgrande dameโ van de impro die zich al decennialang inzet voor de โfeminiseringโ van het genre. Rasmussen, die alweer een jaar of tien door het underground-jazzcircuit raast, debuteerde op het festival en pakte gelijk iedereen in.
Iets dergelijks gold voor de in Wenen wonende Braziliaanse contrabassist Vinicius Cajado. Wat hij liet horen in samenspel met Chileens-Londense celliste Isidora Edwards en de Bulgaars-Berlijnse violiste Biliana Voutchkova โ beiden ietsje ouder โ is ronduit verbluffend. De leeftijd van de nieuwkomers, de โjonkiesโ, die bij de impro tien tot twintig jaar hoger ligt dan in de popwereld, zegt iets over het genre. In de impro bereiken musici als vijftigers of zestigers hun absolute top โ uitzonderingen daargelaten, uiteraard.
Konfrontationen is een uniek festival, zowel wat vorm als wat inhoud betreft. Drie dagen lang verzamelen zoโn drie- tot vierhonderd muziekliefhebbers zich samen met een vijftigtal topmusici uit de internationale improwereld in een klein dorpje aan de Oostenrijks-Hongaarse om onder perfecte akoestische omstandigheden in de deels overdekte tuin van een voormalig wegrestaurant samen โinstant compositieโ te beleven. Dat alles geprogrammeerd en bezield door improfanaat en voormalig restauranthouder Hans Falb. Geheel in lijn met de muziek zelf is er geen hiรซrarchische scheiding tussen musici en publiek. Er is geen โbackstageโ. Na afloop van een optreden bestellen musici en publiek hun drankje aan dezelfde bar.
En dan de inhoud: pure impro is een muziekgenre waarbij de stukken spontaan ontstaan, zonder dat het resultaat een rommeltje mag worden. โInstant composingโ. Niet zomaar wat toeteren of pingelen, maar samen ter plekke een compositie bedenken en die nog uitvoeren ook. Maar gรฉรฉn veredelde jamsessie. Als twee noten of akkoorden logisch op elkaar volgen ben je als improvisator toch wel aan je stand verplicht om een derde noot of akkoord een hรฉรฉl andere kant op te sturen. Anders wordt het al snel โjammen op een themaatjeโ.
Enfin, die aspecten van het improviseren kwamen ook al aan bod in het stuk dat ik voor Gonzo (circus) schreef over Konfrontationen 2022. Om werkelijk te kunnen improviseren moet je de traditie eerst tot in de finesses beheersen, om die vervolgens weer los te durven laten. Of die traditie toch minstens heel diep aanvoelen. Daar is ervaring en rijping voor nodig. Waar popmuzikanten bij hun doorbraak doorgaans twintigers zijn โ en vaak zelfs nog tieners โ ligt die leeftijd bij impro steevast minstens tien jaar hoger.
Konfrontationen beleefde dit jaar de drieรซnveertigste editie. Het festival begon in 1980 en sloeg slechts รฉรฉnmaal โ het coronajaar 2020 โ over. De Europese โimprosceneโ ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw rond een handvol nu als legendarisch beschouwde groepen: De Instant Composers Pool in Nederland, met Misha Mengelberg, Han Bennink en Willem Breuker. In West-Duitsland had je het door pianist Alexander von Schlippenbach opgericht Globe Unity Orchestra waarin musici als drummer Paul Lovens, bassist Peter Kowald en saxofonist Peter Brรถtzmann een belangrijke rol speelden. In Engeland was er het Spontaneous Music Ensemble met onder meer saxofonist Evan Parker en gitarist Derek Bailey. En niet te vergeten het invloedrijke trio AMM met gitarist Keith Rowe en slagwerker Eddie Prรฉvost.
Tot een jaar of tien geleden stonden alle voornoemde muzikanten nog met grote regelmaat op het Konfrontationen-programma. Zij waren de reuzen binnen het genre, de impro-veteranen die zich bleven ontwikkelen en een nieuwe generatie inspireerden. Denk bij die nieuwe generatie aan rietblazers als Ken Vandermark, Mats Gustafsson en John Butcher, gitaristen als Terrie (Ex) Hessels en Andy Moor, maar ook elektronicapioniers als Christian Fennesz en Thomas Lehn en DJโs/turntablists als Dieb13 en Joke Lanz. Inmiddels allemaal vijftigers en zestigers.
Fast forward naar Konfrontationen 2023: Misha Mengelberg, Peter Kowald, Derek Bailey en tal van andere impro-pioniers zijn inmiddels overleden. Peter Brรถtzmann, een van de grootsten en invloedrijksten in de improwereld, van wie in 1968 het revolutionaire album โMachine Gunโ verscheen (zie ook Gonzo (circus) #147) maakte eind juni de overstap naar het hiernamaals, tweeรซntachtig jaar oud. Zowel op de website van Konfrontationen als op het festival zelf wordt hij herdacht. Zijn foto hangt aan een boom, zodat hij permanent een goed uitzicht op het podium heeft.
Anderen zijn inmiddels te oud om nog te spelen. Zoals slagwerker Paul Lovens die โ โpasโ vierenzeventig โ door het decennialang sjouwen met zware drumstellen gewoon โversletenโ is. Hij loopt ook dit weekeinde nog in Nickelsdorf rond, door iedereen beknuffeld en begroet, maar serieus musiceren zit er voor hem niet meer in. AMM gaf zomer 2022 een afscheidsoptreden in Londen. De mannen zijn stuk voor stuk tachtig plus en hebben er een punt achter gezet. Pianist Alexander von Schlippenbach speelt nog regelmatig, maar is inmiddels vijfentachtig. En de cellist Tristan Honsinger โ drieรซnzeventig โ speelde dit jaar op Konfrontationen een concert dat heel goed zijn afscheid zou kunnen zijn.
De enige die onverwoestbaar lijkt is Han Bennink. De รฉรฉnentachtigjarige slagwerker verzorgt deze Konfrontationen-editie een duoconcert met gitarist Terrie Hessels โ op zijn beurt ook al weer achtenzestig. Samen vieren ze de release van hun nieuwe album โInstantsโ. Tien impulsieve, korte stukken. En dat pakt goed uit, want voor Han Bennink geldt wat Peter Koelewijn zingt zijn klassieker โJe Wordt Ouder Pappaโ: Je bent nog snel maar ook eerder moe.
De twee spelen puntig en hoekig, in de beste ICP- en Ex-traditie, en vooral niet te lang. Terrie gebruikt het hele podium. Han zet de gitarist met veel plezier op het verkeerde been en last voor zichzelf een rustmomentje in door โ alleen begeleid door wat lichte percussie โ Mengelbergs beroemdste lied โDe Sprong O Romantiek Der Hazenโ te zingen. Het publiek vindt het prachtig. Boven hun hoofden een waar woud van smartphones om alles vast te leggen. Bennink is als nestor de onbetwiste favoriet van het festival. De bezoekers eten uit zijn hand.
De interessante vraag is in hoeverre met het langzaam maar beslist verdwijnen van de eerste generatie improvisatoren ook het improviseren zelf verandert. Dat laatste blijkt zowel wรฉl als niet het geval. Dat was de afgelopen decennia al te zien. Aanstormende โpowerblazersโ als Mats Gustafsson en Ken Vandermark, beiden een kwart eeuw jonger dan Peter Brรถtzmann, speelden regelmatig met de Duitser samen, namen veel van hem over, maar voegden daar wel degelijk iets van zichzelf aan toe. En bij Mette Rasmussen, weer een kleine kwart eeuw jonger, is de afstand tot Brรถtzmann nog groter. Zij speelde ook nooit in een van zijn groepen. Al is de impro van de jaren zestig, die de Duitser mede ontwikkelde, nog altijd een basis van waaruit Rasmussen verder gaat.
Iets dergelijks is te horen bij Vinicius Cajado die over een ongelofelijk repertoire aan technieken en klanken blijkt te beschikken. De twee musici met wie hij speelt zijn goed, maar de Braziliaan is een klasse apart. Alle โavant-techniekenโ waar je in het verleden als publiek bij bassisten als Peter Kowald nog bewonderend naar keek en luisterde, zijn voor Cajado bijna een vanzelfsprekende basis en beginpunt van waaruit hij verder zoekt. Een beetje zoals voor doctoraalstudenten fysica vandaag de dag de theorieรซn van Einstein geen einddoel, maar een beginpunt zijn voor verder onderzoek.
Rasmussen en Cajado zijn dit jaar de jonge uitschieters in een muzikaal veld dat wordt gedomineerd door vijftigers en zestigers. Een andere verschuiving sinds de jaren zestig is dat sinds de eeuwwisseling elektronica en DJโs een steeds belangrijker rol spelen binnen de improwereld.
Los daarvan kan ook het wiel op een zinvolle wijze opnieuw worden uitgevonden. Dat doet bijvoorbeeld het duo Phantom Power dat op de zaterdagmiddag in de Lutherse Kerk een concert geeft waarbij je je als toeschouwer voortdurend afvraagt waar het geluid stopt en de stilte begint. En vooral ook wanneer stilte geluid wordt en wanneer muziek. Percussionist Michael Vorfeld haalt hรฉรฉl zachtjes een strijkstok over een klankschaal, een snaar of een los stuk metaal. Of hij zwaait er wat mee door de lucht. Klarinettist Kai Fagaschinski speelt minimale patronen en volgt de percussionist. Niet andersom. Hoe dichter de stilte wordt benaderd, des te sterker de dynamiek voelbaar is.
Iets vergelijkbaars doet een paar uur later de zeskoppige groep In Situ Ens., waarin onder meer trompettiste Liz Allbee, elektrisch harpist Rhodri Davies en Magda Mayas, specialiste op de โprepared pianoโ. Zo zacht en โopenโ mogelijk spelen met zoโn grote bezetting vraagt beheersing. En beheersing vraagt ervaring.
Elf concerten omvat het festival dit jaar. Natuurlijk wordt er uitgekeken naar het Tristan Honsinger Ensemble, omdat veel liefhebbers weten dat de gezondheid van de Amerikaanse cellist die al het grootste deel van zijn leven in Europa woont te wensen over laat. Dat hij echter zo broos zou zijn als hij nu op het podium verschijnt is toch wel even schrikken. De vijfkoppige groep met daarin zwaargewichten als saxofonist Tobias Delius, contrabassist Antonio Borghini en drummer Steve Heather, speelt een mooie, wat nostalgisch aandoende suite van Honsinger, waarbij de toegevoegde performancekunstenares een tikkeltje veel van het goede is. Karakteristieker zijn de ontregelende vragen die de cellist zo nu en dan de zaal in roept. Zoals โAre you on the fringe of madness?โ
Drie dagen Konfrontationen โ elf concerten โ blijkt een opvallend wijd uitstaande waaier aan muziekstijlen en stemmingen, waarbij de nieuwkomers van rond de eeuwwisseling inmiddels de veteranen zijn. Daarbij valt nog iets op. Die generatie is mรฉรฉr met โrockโ opgegroeid dan de oer-pioniers van de impro. Ze zijn daardoor ook minder bang voor een โgrooveโ. Dat was bij deze Konfrontationen-editie goed te merken bij de afsluiters van de zaterdag- en zondagavondprogrammaโs.
Op zaterdag is het de Oostenrijkse slagwerker Didi Kern โ die een verleden heeft bij rockbands als Fuckhead en BulBul โ die basklarinettiste Susanna Gartmayer, trompettist Thomas Berghammer en de Duitse gitarist Martin Siewert flink weet op te zwepen. Vooral Gartmayer schittert.
Voor de finale op zondag heeft Tony Buck een groep samen mogen stellen. Buck is de in Berlijn wonende Australiรซr die naam maakte als drummer van The Necks, maar ook vaak te vinden is in de buurt van The Ex, Christian Fennesz, Swans en wat al niet meer. Buck heeft gitarist Andy Moor in Nickelsdorf uitgenodigd, de excentrieke trompettist en illustrator Mazen Kerbaj en de in de avant-garde gewortelde saxofonist Frank Gratkowski, die hij beiden uit de Berlijnse scene kent, plus draaitafelaar Rabih Beaini. En last but not least Michael Vorveld, dezelfde van de zachte strijkstokmuziek op de zaterdagmiddag. Dit keer bespeelt hij echter een lichtorgel (!) en laat hij de nodige elektronica piepen en brommen.
Het gezelschap neemt een lange aanloop, maar eenmaal los gaat het ook goed los. Een โgroovendeโ orkaan, waarbij het totaalgeluid toch subtiel blijft, zoals ook Sonic Youth dat bij hun beste concerten klaarspeelde. Noisegolf na noisegolf, totdat Vorfveld in een soort zwarte bodystocking tussen de aan en uit flikkerende โlightbulbsโ springt en met een staaflamp begint te zwaaien. Het complete contrapunt en de complete harmonie tegelijk. Konfrontationen 2023 gaat โout with a bangโ en zo hoort het ook.
Gezien: Konfrontationen โ23, 21 โ 23 juli 2023, Nickelsfdorf, Oostenrijk.
