Troosteloos grijs grind als hoes en een halve tracklist met synoniemen voor de Grote Leegte, Mirko Hentrich maakt ons niet vrolijker. Na een resem compilatiebijdragen en cdrs in eigen beheer, is Null zijn eerste echte cd. Lang uitgesponnen tracks koppelen machinale bromtonen aan trage elektronische ritmes, loops van lekkende gifvaten, roestig ijzer en andere veldopnames. Melancholieke synthesizerflarden zorgen voor enkele opklaringen (denk lichtgrijs) in dit industriële wolkendek. We vangen echos op van de vroege atmosferische experimenten (Nautilus of Decay) van the Klinik, en wie een jonger beendergestel heeft noteert de raakpunten met Stigma of de output van Polymorph Records. Enkel de obligate ruis/stilteoefening is overbodig. Al zijn deze ingrediënten natuurlijk conceptueel verdedigbaar, ze blijven van nul(l) en generlei waarde omdat we ze al honderd keer gehoord hebben. Wat Null mist aan innovatie wordt echter ruimschoots goedgemaakt door de degelijkheid en het zwaarbewolkte sfeertje.