Benny Nilsen wandelde een maand in de Italiaanse Alpen, met een opnameapparaat in zijn rugzak. De bergen, de monotonie, de hoogte, de weersomstandigheden, al die dingen inspireerden hem tot Massif Trophies. Een beetje in de traditie van Luc Ferrari’s ‘Presque Rien No. 1‘ begint Nilsen met de veldopnamen tot het verhaal van zijn omgeving te smeden. Regen, onweer, passerende herders, de nodige koeienbellen, een hoop water en wind. Halverwege verschijnt Nilsen opeens zelf in beeld: hijgend en de microfoon stotend op het moeizame ‘La Descente’. En daarna steeds meer, via de elektronische nabewerking van de nummers. Zoals de suizende drones die opsteken in ‘Eaux Rousses’, en het complexe ‘Camping Europa’: felle loops, dissonante drones en een beklemmende sfeer. Na dagen lopen zijn we in Nilsens hoofd beland, waar het lijkt dat de verstilling van het berglandschap beelden, herinneringen en gevoelens van de grote stad heeft vrijgemaakt. Een soort alpine/urbane versie van Jana Winderen’s ijzige ‘Energy Field’.