Lo-fi postpunkband The Intelligence uit Seattle werd in 1999 opgericht door Lars Finberg (drummer van A Frames) en voert sindsdien onverstoord een eigen koers. Bij een poging The Intelligence te beschrijven heeft het eigenlijk weinig zin om in termen van post- en neo- te spreken. De band heeft goed geluisterd naar sixties garage rock, het punkerfgoed, postpunkbands van de jaren tachtig en grunge van de negentiger jaren, maar verwerkt die invloeden tot een eigen, origineel geluid. De band mag dan uit Seattle komen, er is geen sprake van een Seattle sound. Het zevende album van The Intelligence brengt rauwheid en complexiteit op een verrassende manier bij elkaar. Rechttoe rechtaan gitaargeweld en primitieve rock ontmoeten onvanzelfsprekende teksten en vernieuwende ideeën. Males wordt gekenmerkt door tegendraads gitaarspel, psychedelische elektronica, cryptische teksten en monotonie – maar geen nummer klinkt hetzelfde. Regelrechte punkenergie hoor je op Tuned To Puke (de lethargische vocalen en dito teksten maken een vergelijking met The Ramones onoverkomelijk) en het verslavende Like like like like like like like. Het psychedelische The Universe doet denken aan The Horrors en Mom Or A Parking Lot aan de Cramps. The Beetles klinkt weer als een verknipte versie van een popnummer uit de jaren zestig. Met elf nummers in minder dan een half uur is Males een verrassend, energiek plaatje dat je niet meer los laat.