Concerten waarbij de muziek uit alle hoeken van de zaal komt en de stukken zonder pauze in elkaar overlopen zijn al vaker gedaan. De Night of the Unexpected deed het tien jaar lang in Paradiso en in Tivoli, met een combinatie van klassiek modern, electronica, progrock en alles wat daar tussen zit. Het lijkt een specialiteit van Vlaamse ensembles te zijn, want naast ICTUS hebben ook Champ d’Action en BL!NDMAN geëxperimenteerd met continue en versnipperde concertformats. De mogelijke voordelen van zo’n aanpak zijn evident: het publiek wordt uit z’n stoel geschopt en gedwongen op een actieve manier te luisteren, de stukken voegen iets aan elkaar toe, en door de verplaatsingen, overgangen en overlappingen ontstaat een spanningsboog door de avond heen. ‘Gangbaar’ zal zo’n opzet niet gauw worden; het gaat nog steeds om een paar concerten per jaar, en dat is ook goed zo, want het moet wel bijzonder blijven. Maar ondertussen zou je wel kunnen spreken van een subgenre in de nieuwe muziekpraktijk: het concert als minifestival.
Het was de moeite waard, en meer dan dat. Het knappe van Liquid Room is dat de continue spanning nu juist werd opgeroepen met de ogenschijnlijk simpelste middelen. Black Horizon van Marco Ciciliani bijvoorbeeld, is een stuk voor vier performers op twee liggende elektrische gitaren, aan weerszijden van de zaal opgesteld. Alles wat je met een liggende gitaar kunt doen werd ook gedaan – percussie, distortion, aanstrijken – maar met de grootste concentratie en zachtaardigheid. Het was alsof er een reusachtig snaarinstrument door de zaal heen gespannen was. Prototype 1 van Rama Gottfried is een soort micro-percussie met schraperige geluidjes van glas, muntjes, metalen staafjes en ander moeilijk te onderscheiden klankspeelgoed, versterkt via een cello als resonator. En James Tenney’s Having Never Written a Note for Percussion doet niet meer dan een gong van een meter breed in hetzelfde tempo aanroffelen, eerst een paar minuten steeds harder en dan gaandeweg zachter, zodat een heel scala aan echo’s en phase patterns ontstaat. Het beeld alleen al van de percussionist zittend voor die grote bronzen cirkel was memorabel.
MaerzMusik noemt zichzelf dit jaar een Festival für Zeitfragen, en gaat gepaard met een conferentie over The Politics of Time. Het ICTUS ensemble nam dat thema letterlijk door in verscheidene intermezzo’s de tijd muzikaal op te lezen. “At the third beat, it will be 9:50:30.” Het is een manier om ijkpunten in de doorlopende klankstroom aan te brengen zonder de muziek te onderbreken, maar ook – om het in het Bergsoniaanse jargon van de programmakrant te zeggen – om kloktijd om te zetten in beleefde tijd. En het maakt van het einde van het concert een kleine nieuwjaarsviering, die nog samenvalt met het begin van de astronomische lente ook.
Gezien: Ictus Ensemble | Ensemble Mosaik, Liquid Room, Haus der Berliner Festspiele, 20 maart