“Wat je hoort op mijn album ‘La Selva’ klinkt niet exact als het natuurgebied La Selva en dat was ook niet de bedoeling”, poneerde geluidskunstenaar Francisco López in 1995. “Kunnen veldopnamen wel representatief zijn voor geluiden in een natuurgebied?”, vroeg de Spanjaard zich immers af. Volgens hem niet, en dat om verschillende redenen. Ten eerste concentreerden de makers van meer traditionele field recordings zich te veel op het geluid van dieren, regen en wind. Planten daarentegen werden (en worden) ten oprechte over het hoofd gezien. Immers; water druppelt op hun bladeren, stormen beroeren hun takken en allerlei gedierte en ongedierte vertrappelt hen. Dat alles brengt ook klanken voort en die zijn volgens Lopez minstens even belangrijk als alle andere. Bovendien kon je met moderne microfoons veel beter dan voorheen deze ‘deuntjes’ registreren, maar afhankelijk van het type ‘kleuren’ ook die de werkelijkheid. En dan zijn er nog de luisteraars die deze ‘muziek’ elk op hun eigen manier beluisteren en beleven. Om al deze redenen zette de noise- artiest zich af tegen de documentaire benadering toen hij twintig jaar geleden deze opnamen maakte. López wilde de liefhebbers van het genre geen ‘waarheidsgetrouwe’ klanken uit La Selva (gelegen in een tropisch regenwoud in het noordoosten van Costa Rica) geven. Wél was hij bezorgd om hun zielenrust en gaf hen daarom deze contemplatieve, meditatieve trip. Hoewel dit album zeker geduld vraagt, is de heruitgave ervan door Sub Rosa daarom alleen al terecht.