Met onze parate kennis, daterend uit een verslagen generatie, zal je het ons niet kwalijk nemen dat we Matt Johnson reflexmatig blijven associรซren met de lp โSoul Miningโ, een drie decennia oude parel. Sinds de jaren 1990 raakten we zijn spoor langzaam maar zeker bijster, en intussen heeft de man zich al vijf jaar omgeschoold tot bedrijfsleider van Cinรฉola: een luxueuze soundtrackfabriek die de releases in interviewboeken met een harde kaft verpakt. โHyenaโ is zijn derde opdracht: een film van Gerard Johnson over de neergang van een corrupte agent, die in de klauwen van Albanese mensenhandelaars terechtkomt. Eerder werkten de beide broers al samen om ons een inkijk te geven in de ziel van seriemoordenaar โTonyโ. Soundtrack mag je in dit geval nog letterlijk nemen: twintig korte muzikale schetsen die de donkere beelden nog dreigender maken: traag basgepluk en vooral duistere elektronische experimenten, en zenuwachtige beats, tot we onze angstaanval even onderbreken voor de vrolijke(re) electropop van โBlondes Before Bedtimeโ. Of Johnson nu beweging, emotie of dreiging in zijn muziek wil leggen, hij slaagt steeds in zijn opzet, en mede daardoor zijn pure soundtrackalbums als โHyenaโ duizend keer interessanter dan de variant waarin enkele los van elkaar staande hits elkaar moeten opvolgen. Dit is muziek die eist om met een bange blik over de schouder beluisterd te worden. En wie een titel als โEverybody Wants To Go To Heaven But Nobody Wants To Dieโ kan bedenken, heeft voor minstens dertig nieuwe jaren onze steun.
