Meer dan een half uurtje heeft Sloks niet nodig om ons volledig te overtuigen van hun rauwe kwaliteit. Hetzelfde overkwam labelbaas Beatman toen hij de band bezig zag in hun thuisstad Turijn, waar hij diezelfde avond zelf moest optreden.
Een groot deel van het publiek liep weg, een ander deel bleef gefascineerd en overdonderd kijken. Als we ‘Holy Motor’ beluisteren, weten we dat we zelf tot de laatste categorie zouden hebben behoord.
Tien nummers die geen no wave zijn maar no future-punk. Ivy Claudy schreeuwt als een bezetene haar teksten in de microfoon, zichzelf als het ware wurgend met het snoer. Buddy Fuzz laat de distortion en feedback de boel domineren, terwijl Peter Chopstick nog enige pogingen doet om de chaos onder controle te houden. Nihilistisch en rauw, als The Stooges die worden gecoverd door Arab On Radar.
“I’m Looking For My Killer, ‘Cause I’m Just So Bored”, schreeuwt Claudy in ‘Killer’, en dat is zowat de teneur van het album. Een oprechte John Lydon bijna, die niet uit is op geldgewin of commercieel succes, maar deze nummers maakt omdat ze er uit moeten. Klinkt het niet, dan botst het. Sloks maakt zich daar geen zorgen over, spuwt ons nogmaals recht in het gezicht en laat de gitaren nog meer scheuren en piepen. Heerlijk.