De legende wil dat het duo Pink Pussycats From Hell uit Hellsinki komt, een onoogelijk dorpje diep in de Portugese wouden. Onzin waarschijnlijk. Dat past natuurlijk wel helemaal bij de reeks titels van de nummers op hun debuut. ‘Hello’, ‘Hellmet’, ‘Hellga’, ‘Hellzheimer’ en ga zo maar door. Of toch niet, want afsluiten doen ze met ‘Money (That’s What I Want)’, het buitenbeentje dat niet kon ontbreken. Het is dan ook een cover van een Motownliedje, geschreven door Janie Bradford en Berry Gordy, dat in 1959 een hit werd voor Barrett Strong en later door de mangel werd gehaald door The Flying Lizards. Het nummer krijgt uiteraard een garagerockversie, zoals ook de rest van de nummers baden in lo-fi garagerock. Al klinkt wat Pink Pussycats From Hell doen toch net even anders dan wat hun helden The Cramps of MC 5 deden. De stem van Mighty Hunter, die ook de gitaar bepotelt, heeft namelijk wat weg van P.W.Long (Mule) of Michael Gerald (Killdozer. Dat is niet het geval in alle songs, maar toch zeker in de helft. Die rauwheid past prima bij het primitieve drumwerk van Danger Rabbit, die heel groovy uit de hoek komt. Het duo houdt de nummers ook heel beknopt. Het moet kunnen onder de drie minuten, of ze beginnen er niet aan. De ene verkleedt zich als konijn, kop incluis, en de andere met een bivakmuts en legerkostuum als stoere para. Het is eens wat anders dan worstelmaskers en dergelijke, die al eens een keer teveel worden gebruikt in dit genre. Voor de grap gooit het duo er ook een nummer als ‘Hell Dorado’ tussen, een soort Mexicaanse schlager die de gekheid van Pink Pussycats From Hell extra benadrukt. Hell yeah, humor mag.