In deze tijden van gelijkschakeling, uniformiteit en een onbedwingbare neiging tot het verbannen van onderscheidende individualiteit naar eenheidsworsthokjes is het trio Kapok een verademing. Dwars, brutaal, eigenzinnig. En met een onalledaagse bezetting van hoorn (Morris Kliphuis), elektrische gitaar (Timon Koomen) en drums (Remco Menting) bewegen ze zich op een terrein waar je elementen in herkent van jazz en van rock, zonder dat je ook maar een moment het gevoel krijgt naar jazzrock te luisteren. Mogelijk is de term ‘freerock’ toepasselijk, al heb ik heb zo het idee dat het drietal zelf er geen moment wakker van ligt dat hun muziek lastig te classificeren is. ‘Glass To Sand’ heet hun nieuwste cd, een titel die mooi weergeeft dat ze zich voorgenomen hebben het onmogelijke waar te maken – precies zoals je zand gebruikt om glas te produceren, maar om glas weer te splitsen in de samenstellende componenten is nog niemand ooit gelukt. Elk nummer op deze nieuwe cd mengt de ingrediënten in andere verhoudingen en andere kleuringen. Soms duikt er een vleugje latin op, zoals in de gitaarpartij op ‘Adana’, waarin Kliphuis laat horen hoe goed zijn hoorn in te zetten is als solo-instrument – warm, melancholiek, met prachtige weidse uithalen, en een eenmalig opstekend venijnig suizen, tot hij het met zorg laat verzinken in complexe akkoorden van een keyboard die zich door de muziek verbreid hebben als de kringen van een steentje in een vijver. Toetsenspeler Niels Broos mag in ‘Haphop’ pesterige partijtjes spelen, soms in duet met de hoornist, terwijl Koomen en Menting een strakke ritmische grondlaag vasthouden. Het titelnummer mag zich verblijden in een invasie van een vierkoppige kopersectie. Verblijd jezelf met deze briljant gespeelde dwarskoppigheid van eigen bodem.