‘Ze zijn zo braaf, mijnheer’. De jeugd. Niemand leek nog muziek te willen combineren met een boodschap. Het lijkt te veranderen. Politiek bewuste muzikanten omringen zich met leeftijd- en lotgenoten in schenenschoppende collectieven. NON stuurt Bonaventure op oorlogspad. Het is een muzikale aanval die intens bevredigt maar ook de innerlijke woede aantrekkelijk hoorbaar maakt. Op ‘Free Lutangu’ werpt Bonaventure het institutionele racisme en onderdrukking in haar moederland, Zwitserland, in de kijker. Haar job als grafisch vormgever zint haar niet meer want de enige inspiratie daar zijn oude, witte mannen. In muziek heeft zij nog wel zin. Lichte urban-invloeden die worden geïnjecteerd met futuristische en experimentele elektronica. Denk J.G. Biberkopf, een avondje uit met Jlin. Footwork-ritmes, elektronisch geschater en geknetter. ‘Supremacy’ zet meteen de toon. Samples uit een oude speech van Sister Souljah die verwijzen naar de Rodney King-rellen, en nog steeds brandend actueel zijn. Er worden geen doekjes omwonden en niets wordt verstopt. Dit is de nieuwe rebellie, de nieuwe politieke bewustwording. Muzikaal blijft het overeind. Als politiek pamflet staat het ook stevig ingekleurd. Op ‘Fearlings’ werpt Bonaventure opnieuw teksten, ditmaal van schrijfster Hannah Black, in de mix. Even voorproeven van haar nieuwe project ANXIETINA. Kiezeltjes opwerpen en hopen dat de kringen grote veranderingen veroorzaken. Langzaam en sluw. Maar zo opvallend. Er is opnieuw hoop. Een nieuw gevecht. Eindelijk ingezet.