Op ‘Foras’, zijn zesde album in evenveel jaren, probeert Iraanse geluidskunstenaar Siavash Amini in muziek te vatten hoe landschappen en gebouwen zich verbinden met de binnenwereld, en hoe verlaten ruimtes het innerlijk beïnvloeden en transformeren. Hij refereert daarmee aan het essay ‘The Weird And The Eerie’ van Mark Fisher, waarin hij die twee concepten beschreef in het licht van de condition humaine. Amini maakte opnamen in plaatsen die naar zijn idee een ‘diep gevoel van duisternis’ bovenbrachten, en verwerkte die opnamen tot ‘Foras’. Dat is het Latijnse woord voor ‘buiten’ of ‘buitenkant’, een begrip dat voor Fisher belangrijk was om te begrijpen waarom de concepten weird en eerie als verontrustend worden ervaren. Amini’s vertaling is ongrijpbaar, abstracter dan de escalerende dronescapes op zijn lp ‘Tar’ of de klassieke ondertonen van ‘What Wind Whispered To The Trees’. Hij combineert galmende drones met half hoorbare geluiden, ergens in de verte. Soms glinstert er iets, een melancholische herinnering, maar het grootste deel verkeer je als luisteraar in limbo. Soms spoelt een golf van kalmerend geluid de schaduwen weg, om kort later te worden geconfronteerd met langzaam opbouwende geluidsdruk, alsof de ruimte langzaam van binnenuit wordt opengereten. In het laatste nummer ‘Shadow Of Their Shadows’ combineert hij dat knap met stemmen waarvan je steeds niet zeker weet of je ze eigenlijk wel hoort, of dat je spoken hoort temidden van al het suizen. ‘Foras’ is donker en zwaar, en hoewel minder indrukwekkend dan sommig vorig werk, slaagt Amini op sommige momenten wonderwel in zijn streven het rare en het griezelige te vangen.