Batagur Baska

Repetitie, ritmiek, harmonie, melodie: in de handen van Guido Möbius zijn het elementen om mee te spelen. De geboren Keulenaar, nu Berlijner, is al bijna vijftien jaar op zoek naar een soort van balans tussen die elementen. Dat gebeurt met vallen en opstaan. De albums die Möbius maakte zijn interessant en intrigerend, maar niet altijd even beluisterbaar. Dat is ‘Batagur Baska’ – vernoemd naar een soort schildpad die in Azië voorkomt – zeker wel. Op dit vijfde album lijken de vier elementen als vanzelf op hun plek te vallen. Nou ja, plek? De nummers dreigen elk moment uit elkaar te vallen. Toch blijft de balans bewaard. Je kunt stellen dat de muziek van Möbius continu in beweging is. De kleinste verstoring kan ervoor zorgen dat de boel implodeert en er enkel storend geluid overblijft. Dat is goed hoorbaar in de titeltrack die het album opent. Noise, een trage baslijn en de stem van de Cambodjaanse zanger Prak Chum houden elkaar in een broos evenwicht waarna de toegevoegde percussie en feedback er een donker krautrocker van maakt. Soms gaat het ritme er met de rest aan de haal, dan weer dreigen noise-elementen de overhand te krijgen. Het resultaat is prachtig. Ook op de andere zeven nummers is er steeds die spanning tussen structuur en chaos. In ‘How To Never Wake Up’ dient de stem van Jana Plewa enkel als melodieus tegenwicht voor het overstuurde ritme. Afsluiter ‘Call The Police’ gaat nog een stap verder: een schreeuwende en melodieus zingende stem wentelingen zich om elkaar heen. Geen idee wat ze zeggen, maar daar draait het bij Möbius ook niet om. De extremen houden elkaar in balans, al doen de onderliggende ritmes er alles aan om de boel weer eens te laten ontsporen. Spannend, interessant, intrigerend en prachtig album.

tekst:
Theo Ploeg
beeld:
Guido_Mbius_Batagur_Baska
geplaatst:
za 15 dec 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!