Hoe schrijf je een biografie van een anonieme kunstenaar? Historicus en journalist Will Ellsworth-Jones zag zich voor een schijnbaar onmogelijke taak gesteld toen hem werd gevraagd de allereerste biografie van de Britse street artist Banksy te schrijven. In plaats zich stuk te bijten op een boek waarin zijn ware identiteit wordt onthuld (wat al eerder werd gedaan door de tabloidpers), omzeilt hij de kwestie van anonimiteit door zich te richten op Banksy, het street art fenomeen. Aan de hand van levendige anekdotes vertelt Banksy. De man achter de muur hoe de kunstenaar zich ontwikkelde van onbekende graffitischrijver in Bristol tot internationaal gevierd street art pionier en filmmaker.
Het was rond de eeuwwisseling dat Banksy voor het eerst van zich deed spreken met zijn humoristische, antiautoritaire stencils van zoenende politieagenten, wildplassende paleiswachten en bloemenwerpende demonstranten. Ellsworth-Jones beschrijft hoe Banksy vervolgens vrijwel eigenhandig samen met zijn gewiekste agent Steve Lazarides uit het niets een markt voor street art creëerde. Met zelf georganiseerde shows en zorgvuldig gedoseerde stunts (ster van zijn show in Los Angeles was een beschilderde olifant) wist hij een hype te creëren, buiten het gevestigde circuit van galeries en musea om. Zijn werk sprak een nieuw publiek aan dat niet bekend was met de kunstwereld. Mensen die nooit eerder kunst hadden aangeschaft hoefden zich niet in een intimiderende galerie te wagen om zijn prints te kopen, maar konden dat online doen of tijdens de shows.
Inmiddels is Banksy tegen wil en dank zelf een gevestigd kunstenaar. Waar hij een paar jaar geleden nog beroering veroorzaakte door ongevraagd werk op te hangen in musea als Tate Modern, staan curatoren nu in de rij om zijn prints aan te schaffen. Autoriteiten verwijderen zijn werk op straat niet meer (of alleen per ongeluk), maar beschermen het tegen vandalisme en diefstal (!). De lezer krijgt de indruk dat Banksy zich in een moeilijke positie heeft gemanoeuvreerd: hij is wereldberoemd maar anoniem en wil vasthouden aan zijn linkse idealen en street credibility, ook als steeds beter betaalde, gerespecteerde kunstenaar.
Ellsworth-Jones geeft blijk over dezelfde ironische humor te beschikken waar Banksy patent op heeft, als hij de paradoxale werking van Pest Control beschrijft, het agentschap in het leven geroepen om het imago en oeuvre van de anonieme Banksy te bewaken. Het is Pest Control dat ervoor gezorgd heeft dat de woorden ongeautoriseerde biografie op de kaft van het boek prijken. Dat Banksy zich gelukkig ook bewust moet zijn van dergelijke tegenspraak en niet zonder zelfspot is, blijkt uit zijn met een Oscar bekroonde film Exit Through The Gift Shop. Ster van de film is de echt bestaande, talentloze Mr. Brainwash, voor wie Banksy en zijn team achter de schermen een show organiseerden volgens het recept van de eerdere Banksy shows. Dat de show van Mr. Brainwash een groot succes werd, zegt meer over de macht van marketing, dan over de kwaliteit van het werk.
Banksy. De man achter de muur is dan ook in de eerste plaats een scherpe analyse van de kunstwereld en de werking van marketing in de 21e eeuw. Als buitenstaander slaagt Ellsworth-Jones er bovendien in de wereld van de street art en de graffiti voor een breed publiek begrijpelijk te maken, waarbij hij tussen de regels door blijk geeft van een aanstekelijk enthousiasme voor het werk van Banksy. Dat alles maakt de biografie een sympathiek, intelligent portret, dat de lat hoog legt voor de ongetwijfeld nog vele te verschijnen boeken over het street art fenomeen.