De jaren 1990 zijn springlevend en maken het prima, dankuwel. Hun huidige woonplaats? Remixplaten. Jazeker, die dingen, fossielen uit een tijd dat platenmaatschappijen nog geld hadden en dat uitgaven aan idiote crossoverpogingen, worden nog altijd uitgebracht. Doorgaans door muzikanten die hun carrière in dat tijdperk begonnen, zoals dus Mark Lanegan. Deze oude grunge-brombeer maakte met ‘Phantom Radio’ al een (best fijne) plaat die volop achterom keek, naar triphop, synthpop en new wave uit de jaren 1990 en 1980. Waarom je dan niet helemaal uitleven in nostalgie, moet Lanegan gedacht hebben, en hij bestelde een remixplaat met producers zoals (godbetert) Moby en UNKLE. In welk jaar leven we ook weer? Nostalgie is allemaal goed en wel, maar het concept deejay-remixt-rockband was twintig jaar geleden ook al te pijnlijk voor woorden. En de klungelige, steevast te lang uitgesponnen pogingen op deze plaat maken maar weer eens duidelijk dat dat nog steeds opgaat. Maar ook hedendaagse muzikanten uit nieuwe, hippe genres vallen soms prooi aan de egotrip van het remixalbum. Piano Interrupted is een Brits duo in het overbevolkte neoklassiek/ambient-genre: pianist Tom Hodge speelt minimalistische deuntjes en producer Franz Kirmann voegt daar wat koffiebar-proof elektronische lagen en dunne beats overheen. Hun debuutalbum ‘The Unified Field’ verscheen ruim twee jaar geleden, een eeuwigheid in deze tijden waarin iedere week weer een nieuw project opstaat in dit genre. De makers vonden het desondanks tijd om ons weer eens aan die plaat te herinneren en warmden hem op middels een complete remake door producers als Hidden Orchestra, Origamibiro en Floex. Nu klonk de originele plaat al vrij generiek. Zoals verwacht voegt een plaat met bewerkingen door zeven verschillende producers weinig persoonlijkheid toe. De gehele plaat klinkt als een reeks commercials of als een fijne achtergrondplaat voor uw nieuw te openen hippe bar. Heel functioneel, maar tot meer dan achtergrondmuziek wordt het nergens. Dan kun je het toch nog het beste aanpakken als singer-songwriter Will Samson en de Berlijnse producer Heimer, die samen de plaat ‘Animal Hands’ maakten, die klinkt als wat een remixplaat had kunnen zijn: alle tracks lijken te vertrekken vanuit een vocale lijn van Samson, maar gebruiken dat vooral als een startpunt voor lange krautrock-achtige producties die lekker psychedelisch doormeanderen en waarin de song soms helemaal verdwijnt. Samsons stem doet sterk denken aan Bon Iver en de producties zijn gelaagd en fijn. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ook van deze plaat uiteindelijk niet waanzinnig veel beklijft.