Niet voor het eerst lijkt het dat Ezekiel Honig een soundtrack heeft willen maken voor New York City, zijn thuisstad, zoals hij hem kent en liefheeft. Honig schetst een kalm, warm portret, met op de meeste nummers niet meer dan een paar minimale beats, een simpele basnoot en een gedempt akkoord, als achtergrond voor de omgevingsgeluiden van de stad. Een speelplaats, straatgeluiden, de galm in een stationshal. Soms maken geloopte found sounds deel uit van het ritme, onherkenbaar maar organisch. Voorheen liet de muziek van Honig zich met een beetje goede wil nog wel eens als dubtechno beschrijven, maar op deze plaat begeeft hij zich meer in de richting van het werk Marcus Fischer en Taylor Deupree. Soms klinken de akkoorden als een gemoffelde piano, en is de muziek niet heel ver verwijderd van Groupers ‘Ruins’, zonder de zang. Echt duidelijke composities zijn er niet; ‘A Passage Of Concrete’ is een zomerse, beetje melancholische zone om veertig minuten in te liggen soezen.