In de jaren 1990 brachten Youngs (Jandek, A Band, Sunroof!, Skullflower) en Wickham-Smith een reeks klassiekers uit als Lake en Ceausescu, maar de laatste vijf jaar kwam het duo slechts één maal per jaar bij elkaar om telkens een tiental minuten muziek op te nemen. Sinds eind jaren 1990 is Wickham-Smith zich vooral gaan toeleggen op elektronica en computermuziek en dat is er op deze opnames ook aan te horen. Ruw elektronisch cut-up gefriemel (2002, 2003) dat alle kanten opvliegt in een ontsporende psychedelische wervelstorm die soms wat doet herinneren aan Neil Campbells Astral Social Club. De track 2004 is dan weer opgebouwd rond een zich eindeloos herhalende melodie geplaagd door overstuurde elektronica. Rustpunt in de plaat is 2005 waarin het duo hoofdzakelijk gebruik maakt van bewerkte percussiegeluiden.